Verschillende Amerikaanse steden zien alsnog af van de aanleg van draadloos internet binnen hun gemeentegrenzen. De aanloopkosten blijken zo hoog en de gebruikersaantallen zo laag, dat het een stuk minder interessant wordt.
Vorige week besloten de steden San Francisco, St. Louis en Chicago hun plannen voor de aanleg van een draadloos netwerk in de binnenstad te bevriezen. En dat terwijl ze voorheen grote voorstanders van het concept waren. De aanbieders van de WiFi schrikken terug van de initiële kosten die veel hoger blijken dan eerder werd aangenomen. In de Verenigde Staten zijn al meer gemeenten die stedelijke WiFi aan de kant schoven.
In Europa zijn veel steden nog druk bezig met de ontwikkeling van een al dan niet gratis toegankelijk draadloos netwerk. Zo ging in het financiële district van London, volgens eigen zeggen, eerder deze maand 's werelds meest geavanceerde netwerk van start. Het plan is om uiteindelijk heel Londen van WiFi te voorzien. Ook in Nederland staan commerciële partijen in de rij om draadloze netwerken te exploiteren in stedelijk gebied. Bekend voorbeeld van een geslaagd gemeentelijk draadloos netwerk is Wireless Leiden.
Veel van de Amerikaanse plannen dreigen nu te sneuvelen doordat ze te rooskleurig waren voorgesteld. Zo boden sommige WiFi-aanbieders de gemeenten aan om alle kosten voor de aanleg en onderhoud op zich te nemen. Nu krabbelen ze daar van terug omdat die kosten veel hoger blijken te worden dan destijds verwacht en de projecten dus niet commercieel haalbaar. Er is veel meer WiFi-zendapparatuur nodig om ook binnenshuis voldoende dekking te garanderen.
Bovendien blijken veel minder mensen gebruik te maken van het netwerk waardoor adverteerders wegblijven. Onderzoek toont dat slechts 1 tot 2 procent van de Amerikaanse stedelingen inlogt op zo'n netwerk, terwijl 10 tot 25 procent werd verwacht.