Uitgeverijen moeten zich concentreren op hun kerntaak: het toevoegen van waarde aan content en het leveren van zoektechnologie overlaten aan specialisten op dit vlak. Aldus Matt Moayedi bij de viering van het twintigjarige bestaan van zijn C-Content.
Tijdens de Business Intelligence summit in januari 2007 te Londen benadrukt Gartner-analist Whit Andrews de waarde van zoekmachines. "Google is niet genoeg", betoogt hij in zijn presentatie over de toekomst van het zoeken. "Binnen organisaties zit niemand te wachten op ellenlange lijsten met verwijzingen naar de documenten waarnaar iemand mogelijk zoekt. In één oogopslag moet duidelijk zijn waar iemand de informatie kan vinden waarnaar hij op zoek is." Ook vertelt hij dat, toen hij zes jaar geleden bij Gartner in dienst kwam en ‘search' als onderwerp wilde gaan behandelen, hoon hem deel was. "Daarin was niemand geïnteresseerd, zo werd mij te verstaan gegeven. De analistengroep zag er geen droog brood in."
Hoe anders is de situatie nu. Het Nederlandse bedrijf C-Content bijvoorbeeld leeft van ‘search'. En niet onverdienstelijk. De onderneming heeft, met dertig werknemers, een jaarlijkse EBIT (winst voor belasting) van 24 procent. Over omzetcijfers laat Moayedi, eigenaar en directeur, zich niet uit.
Zoekdiensten
Het bedrijf is, onder de naam CD-Europe, in 1987 opgericht en maakte cd-roms, onder andere voor Elsevier en SDU. Begin jaren negentig haalde het bedrijf opdrachten binnen bij de Europese Gemeenschap en de Verenigde Naties. In plaats van vuistdikke stapels papier in tal van talen, bracht de onderneming cd-roms uit waar al die informatie ook op te vinden is. Dat leverde deze organisaties enorme kostenbesparingen op. En de onderneming won er trouwe klanten mee.
In die tijd is de kiem gelegd voor een goede zoekmachine. De gegevens op de cd-rom moeten immers makkelijk vindbaar zijn. Om voorbereid te zijn op de ‘internettoekomst', waarbij gegevens niet meer op cd-roms staan, maar op ‘het net', is besloten de zoektechnologie te verbeteren. Met advies van sommige klanten, onder wie de functionarissen van het Europese Publications Office, is eXtrect ontwikkeld (extensible retrieval technology). In 2005 heeft C-Content besloten zich te concentreren op de ontwikkeling van zoekdiensten. Daarbij richten zij zich op tekst. "Wij doen waar we het beste in zijn. Hoewel we beseffen dat beeld en geluid in toenemende mate onderdeel zullen uitmaken van documenten, zullen we geen zoektechnologie ontwikkelen die beeld en geluid analyseert", stelt Moayedi.
Dringen
Van oudsher maakt C-Content grote, complexe, meertalige documentcollecties gemakkelijk en direct toegankelijk voor een brede groep professionele gebruikers. Snelheid en precisie van de verwerking van een zoekopdracht zijn daarbij de sleutelwoorden.
De laatste tijd heeft het Bossche bedrijf zich op de juridische sector gericht. Als er ergens veel documenten, die snel wijzigen (door aanvullingen, commentaren en dergelijke) rondgaan, dan is het wel in deze branche. Met het product Rechtsorde.nl verzamelt C-Content alle openbare juridische informatie en biedt deze, in abonnementsvorm, via één interface aan de gebruikers aan. Sinds kort is daar Rechtsorde Lokaal aan toegevoegd, waarmee een bedrijfsbreed contentintegratiesysteem is ontwikkeld voor advocaten-, notaris- en accountantskantoren. Alle informatiestromen binnen deze kantoren worden automatisch gekoppeld aan de openbare documentatie en zijn snel doorzoekbaar, waarbij de software ook nog eens verwante documenten toont.
Hiermee begeeft C-Content zich op een gretige, maar ook drukke markt. Waar sommige uitgeverijen proberen zelf via portals hun klanten te bedienen, zijn advocatenkantoren het beu om al die portals af te lopen en zich te buigen over al die verschillende dataformaten. Dat heeft Mart van de Kerkhof, kennismanager bij advocatenkantoor Allen & Overy, ertoe gebracht zelf de bronnen bij de uitgeverijen te ontsluiten en via een portal aan zijn medewerkers ter beschikking te stellen. Hiertoe heeft hij moeizaam met de uitgeverijen onderhandeld en destijds de opdracht verleend aan Verity (dat in november 2005 is overgenomen door het Britse Autonomy) om alle informatie doorzoekbaar te maken en gelijksoortig te presenteren.
Legal Intelligence, dat gebruik maakt van de zoekmachine van Collexis uit Geldermalsen, heeft een vergelijkbare dienst als Rechtsorde Lokaal ontwikkeld. Uitgeverij Kluwer biedt iets soortgelijks met Navigator Pro en uitgeverij SDU meldt zich op de markt met SDUweb. Elsevier Juridisch probeert deze markt te veroveren met Cockpit. Daarnaast zijn er nog kleinere partijen die zich specialiseren op bijvoorbeeld bouwrecht (Berghauser Pont uit Amsterdam). In het lijstje mag ten slotte Illumion uit Almere niet ontbreken. Dit bedrijf heeft via zijn product JPIndex toegang tot Kluwer en SDU en gebruikt ook de zoekmachine van Autonomy. Veelzeggend detail: een overnamepoging door SDU begin dit jaar is afgeslagen door Illumion.
Verrijken
Het is dus dringen op deze markt. Maar daar ligt Moayedi niet echt wakker van. Hij heeft al een aardige klantenlijst en meent dat die nog lang niet is voltooid. Wel roept hij uitgeverijen op zich bij hun leest te houden. Zij moeten zich, in zijn ogen, niet bemoeien met de distributietechnologie van informatie, maar juist met het verrijken van informatie. "In sommige segmenten, zoals Gouden Gidsen, zal het best zo kunnen zijn dat Google zal domineren. De enige oplossing voor uitgevers van telefoongidsen, Gouden Gidsen en Company Directories zal zijn om hun gegevens van bedrijven te verrijken", aldus de C-Content-directeur.
"In de juridische uitgeefbranche wordt bijvoorbeeld 80 procent van de kosten berekend voor commentaren, terwijl ze slechts twintig procent vertegenwoordigen van de totale inhoud van officiële publicaties, wetten, wetsartikelen en jurisprudentie. Inhoud die volgens wetgeving openbaar moet zijn. Is het niet verstandiger om een gespecialiseerde, hoogwaardige leverancier van zoekdiensten die tachtig procent te laten leveren, zodat de uitgever zich kan richten op zijn core business: namelijk het toevoegen van waarde aan content, bijvoorbeeld in de vorm van commentaren?", luidt de retorische vraag van Moayedi.