De Europese ExoMars Rover, het ruimtewagentje dat vanaf 2013 op Mars naar sporen van leven gaat speuren, wordt dankzij autonome software drie keer zo snel als de Mars Exploration Rovers van NASA.
Een autonoom softwaresysteem dat door een team van de Universiteit van Wales is ontwikkeld kan zonder menselijke tussenkomst beslissingen nemen over boorplekken die de grootste kans geven op het vinden van sporen van leven op de planeet Mars. De software herbergt niet alleen kennis over gesteenten die interessant zijn voor boringen, maar vergemakkelijkt ook het manoeuvreren via de opbouw van een geavanceerd driedimensioniaal model van de omgeving. Dr. Barnes, een van de onderzoekers: "We werken aan een gezamenlijk controlesysteem voor het chassis en de robotarm, zodat de rover ook samples kan nemen op plaatsen die moeilijk te bereiken zijn."
Hierdoor wordt de tijd die verstrijkt tussen identificatie van een interessante locatie en het daadwerkelijk nemen van de boring bekort tot minder dan één dag. NASA's Mars Exploration Rovers hadden daar drie dagen voor nodig.
Om de ExoMars Rover te testen is in Wales een testlandschap van vijftig vierkante meter gecreëerd met rotsen en aarde die zoveel mogelijk gelijkenis vertonen met het Marsoppervlak.
ExoMars, waarvan de lanceringsdatum staat gepland voor 2013, is de eerste missie binnen het Aurora-programma van de Europese ruimtevaartorganisatie ESA, dat tot doel heeft om Mars en de maan te verkennen. ExoMars gaat zoeken naar sporen van vroeger en huidig leven op Mars en zal informatie verzamelen voor toekomstige missies. De ExoMars herbergt een uitgebreide verzameling instrumenten om exobiologisch onderzoek te verrichten. Het karretje gaat zes maanden mee en zal in die periode enkele kilometers reizen. De ExoMars kan boorproeven doen tot op een diepte van twee meter.