Naast de hardeschijffabrikanten brengen ook de gebruikelijke producenten van netwerkmateriaal kleine, snelle ‘plug & play’ apparaten uit met extra opslagcapaciteit die je binnen een minuut aan het draaien hebt. In deze test bekijken we de DNS-323 NAS van D-Link.
Eenvoud heeft ook zo zijn charme en D-Link hield het met de DNS-323 wel supereenvoudig. Het zwarte balkvormige kastje van nauwelijks 10 bij 13 bij 20 cm weegt iets meer dan een kilo. Aan de voorkant in het midden zit een aluminiumkleurig paneel met de aan/uit-knop en drie blauwe leds. De middelste daarvan geeft de netwerkstatus en de ingeschakelde stand aan, de twee buitenste komen overeen met de schijfactiviteit van de twee harde schijven die in deze behuizing passen. Als we de voorkant eraf schuiven, zien we twee sata-sleuven waar even zoveel sata-schijven in passen. Aan de achterkant van de behuizing zitten twee grendels die je naar buiten kunt schuiven en die dan intern de harde schijven uit hun zitje wippen. Verder zien we aan de achterkant nog een voedingsaansluiting, een Gigabit Ethernet-aansluiting en een usb 2.0 stekker. Die dient niet voor een extern opslagvolume, maar om er een printer op aan te sluiten.
Configuratie
Standaard vraagt de nas een ip-adres aan de dhcp-server in het netwerk. Met behulp van de meegeleverde software ‘Easy Search Utility’ kun je het apparaat in het netwerk opzoeken en dan automatisch de webconfiguratie starten. Deze begint met een wizard die eerst vraagt hoe de schijven gebundeld moeten worden: niet (als afzonderlijke schijven), jbod-bundel (lineair als een groot aaneengesloten volume), raid-0 (hoogste prestatie) of raid-1 (hoogste veiligheid). Wij kozen voor raid-0 om de hoogste benchmark-prestaties te kunnen krijgen. Dit kun je beter alleen maar doen als je altijd trouw back-ups maakt, want als ook maar één schijf kapot gaat, ben je bij raid-0 alle data van de twee schijven kwijt. Dat geldt trouwens ook voor de lineair samengebundelde configuratie. Bij raid-1 blijft het systeem verder werken als één schijf uitvalt en heb je dus de tijd om die zo snel mogelijk te vervangen.
De volgende vraag van de wizard verraadt dat het systeem met Linux werkt: hij wil weten of hij de opslagapparatuur moet formatteren met ext2 of met ext3. Ext3 is het meest stabiel, maar ext2 presteert beter. Als je met Windows-pc’s toegang zoekt tot deze nas, kun je voor ext2 kiezen. Als er Linux-pc’s bij zijn, kun je beter voor ext3 kiezen. In latere firmware-versies van dit toestel is de ondersteuning voor ext3 overigens weggelaten. Daarna formatteert het systeem het/de opslagvolume(s) en is het systeem na een herstart klaar voor gebruik.
Beheer
De beschikbare opslagvolumes worden in hun geheel en zonder enige beveiliging of toegangscontrole op het netwerk beschikbaar gesteld. Met de webinterface kun je desgewenst gebruikers en gebruikersgroepen aanmaken, quota definiëren en de netwerktoegang beperken of mogelijk maken via alternatieve protocollen zoals ftp, uPnP av en zelfs iTunes.
Prestaties
We voerden onze gebruikelijke netwerk-benchmark voor nas’en en fileservers uit op basis van de eTestingLabs NetBench serverbenchmark versie 7.03 met de standaardinstellingen. De te testen server en de client-pc’s hingen in hun eigen aparte testnetwerk en waren verbonden via een Gigabit-switch. De NetBench-clients belasten de server maximaal; in een werkelijke productieomgeving komen dit soort belastingsniveaus zelden voor. Onze testopstelling simuleert dus een veel groter netwerk. Omdat de NetBench-resultaten erg afhankelijk zijn van het precieze aantal clients dat op een bepaald moment met de fileserver werkt, hebben we ze op elk willekeurig ogenblik van de test herleid tot een gemiddelde werksnelheid in Mbit/s per client. Het eindresultaat is met andere woorden de gemiddelde werksnelheid van één willekeurige client op de server voor elke mengeling van één tot maximaal veertig clients. Voor de scoreberekening hebben we deze gemiddelde client-werksnelheid genomen en die vergeleken met een ideale gemiddelde serverwerksnelheid van 50 Mbit/s voor een willekeurige mix van clients. Hoe hoger de testscore, hoe beter de netwerkprestaties van de fileserver.
De D-Link DNS-323 haalde een maximum werksnelheid van 44,7 Mbit/s bij 20 clients tijdens onze benchmark en stagneerde dan vervolgens op een iets lagere snelheid. Dat is voor zo’n compact en simpel te configureren toestel verbazingwekkend goed.
Conclusie
Wie snel tot een Terabyte-opslagruimte in zijn netwerk wil toevoegen, kunnen we de D-Link DNS-323 van harte aanraden. Hij presteert goed, is piepklein en goedkoop. Wat wil een mens nog meer?
Productinfo
Product: DNS-323 2-bay SATA Networks Storage Enclosure
Producent: D-Link Inc., USA; www.d-link.com
Leverancier: Computerline (www.computerline.nl), Ingram Micro (www.ingrammicro.nl), TechData (www.techdata.nl)
Adviesprijs (excl. BTW): 210 euro zonder harde schijven
De Kern
* D-Link DNS-323 biedt tegen een lage prijs tot 1 TB extra in het netwerk.
* Klein en presteert erg goed!