Na Amerikaanse breedbandaanbieders zeggen nu ook telecom- en kabel-tv-bedrijven in Nederland niets te voelen voor nieuwe regels om vrij en neutraal internettransport te garanderen. De Amerikaanse Federal Trade Commission vindt dat ze, vooralsnog, gelijk hebben.
Netneutraliteit, gelijke voorwaarden voor internettransport voor iedereen, roert de gemoederen in de VS: hebben telecom- en kabelbedrijven het recht om bepaalde vormen van verkeer voorrang te geven boven andere vormen? Bijvoorbeeld de eigen iptv-dienst boven YouTube-verkeer? En moeten de dienstverleners op internet meer betalen voor kwalitatief beter transport met garanties?
In Nederland bleef het lang stil rond dit onderwerp, reden om het recente symposium ‘Netneutraliteit tegen het licht' van ECP.nl te begroeten. Met sprekers van het ministerie van Economische Zaken, de OESO (Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling), Vecai en de bedrijven Casema en Jet-Stream was de opzet vooral economisch van aard. Toch werd de discussie principieel.
De kern vormden Casema en kabelbelangenvereniging Vecai. Ze moeten, zo bleek, niets hebben van bemoeienis van de overheid met hun doorgifte via internet. Dat lijkt logisch, want Casema cs. moeten veel meer gaan verdienen om hun hoge waarderingen door investeerders waar te maken. Echter, zei chef Ontwikkeling Gerard Lieverse van Casema: "Er is nooit een reden geweest om de forse investeringen in meer capaciteit voor internet te remmen. We gingen van 64 kilobit per seconde naar snelheden van 5 megabit en meer, en investeren nog steeds in capaciteitsuitbreiding voor internet via de kabel."
Casema en Vecai kregen steun van Taylor Reynolds van de afdeling Telecom van de OESO in Parijs. Hij noemde Nederland als voorbeeld voor uitstekende concurrentie in infrastructuur, door de dichte tv-bekabeling en lage breedbandprijzen. Reynolds is niet zo bang dat de concurrentie tekort zal schieten en netneutraliteit een probleem zal vormen. Wel waarschuwde hij dat voor consumenten transparant moet blijven welke diensten ze wel en niet krijgen voor hun abonnementen. Stef van der Ziel van ip-videobedrijf Jet-Stream, viel hem bij: "Keihard blokkeren is uit den boze, maar aanbieders moeten wel ruimte op hun netten vrijmaken voor bepaalde voorrangsdiensten om doorgang te kunnen garanderen. Dat is belangrijk voor de ontwikkeling van nieuwe diensten." Dat neemt niet weg dat netneutraliteit speelt, zegt Van der Ziel: "Kabelmaatschappijen komen steeds meer in een spagaat: internet en de tv-poot worden concurrenten. De discussie over het onderwerp zal scherper worden."
Meer concurrentie nodig
Volgens Maurice Wessling, actief bij de Consumentenbond, leidt de breedbandmarkt tot een duopolie van kabel en KPN, met te weinig concurrentie. De mobiele internetmarkt is in zijn ogen het slechte voorbeeld. Daar controleren providers uit winstoogmerk het aanbod aan contentdiensten en blokkeren bijvoorbeeld VoIP over mobiel.
Telecomanalist Hendrik Rood van Stratix toont zich ook ongerust: "Al veertig jaar proberen telecombedrijven drempels op te werpen om aan te haken op hun netten. We dreigen nu weer terug te gaan naar een situatie van toestemming vooraf van de internetprovider voor eigen servers, software en diensten van abonnees via hun breedbandverbinding. Terwijl innoveren zonder toestemming de bron is van de internetdynamiek."
Joost van der Vleuten, telecom- en energiestrateeg van Economische Zaken, vult aan: "Het gaat niet alleen om downloaden, maar ook om het uploaden, want meer mensen publiceren zelf en daar maakt video steeds meer deel van uit. Krijgen ze voldoende bandbreedte en mogelijkheden om hun ideeën aan iedereen kenbaar te maken?"
KPN onderschrijft het principe van de netneutraliteit volledig. Het telecombedrijf stelt: "Waar het gaat om websites of diensten maakt de klant de dienst uit." Maar dan volgt de weerbarstige praktijk: op de vraag of KPN bepaald verkeer voorrang biedt, luidt het antwoord: "Ja, bij Voice over IP en Mine IPTV speelt dat we graag de kwaliteit van de diensten willen garanderen. Beide krijgen dus voorrang. We werken voor beide diensten met een overlay-netwerk. Het is dus wel ip, maar niet het 'openbare' internet wordt gebruikt, maar een speciaal parallel netwerk om storingsvrij te distribueren."