De hardware van mainframes en high-end servers groeit naar elkaar toe. Dat betekent dat mainframe-besturingssystemen, Windows en Linux steeds vaker op dezelfde machine worden aangetroffen. Hoewel dit het einde van de proprietary mainframe-architecturen inluidt, blijft het mainframe als platform bestaan.
Hoewel het mainframe regelmatig als dinosaurus wordt aangeduid, is het volgens Dick Jorna, als pre-sales consultant bij IBM gespecialiseerd in System z, nog helemaal bij de tijd. Als hij naar de markt kijkt, ziet hij allerlei behoeften waar het mainframe naadloos bij aansluit. Zo signaleert hij een hang naar centralisatie en consolidatie. “Het rekencentrum staat vol met kleine servers. Het is de hoogste tijd om die door een kleiner aantal grotere te vervangen.” Virtualisatie, uitgevonden op de mainframe, speelt daarbij een belangrijke rol.
Bovendien wil men applicatie en data – losgekoppeld in de klassieke 3-tier architectuur van front-end, back-end en database – dichter bij elkaar brengen. Door verschillende lagen op hetzelfde systeem te zetten, afgescheiden maar toch onderling verbonden via razendsnelle HiperSockets, kunnen de prestaties sterk verbeterd worden. Tegelijkertijd ziet Jorna steeds meer behoefte aan bedrijfszekerheid en veiligheid enerzijds, tegen lagere kosten anderzijds.
Consolidatie
Sinds de introductie van Linux op het mainframe zet IBM vooral in op de consolidatie van servers. In die tijd publiceerde het bedrijf achter elkaar records van het aantal virtuele Linux-servers dat op één enkel mainframe kon draaien. In een echte productieomgeving bleken die prestaties echter enorm tegen te vallen: bij dertig tot vijftig goedgevulde servers hield het al op. Daarmee werden lang niet de schaalvoordelen gehaald om de kosten van een mainframe te rechtvaardigen.
Volgens Jorna zijn die prestaties inmiddels sterk verbeterd. Hoewel hij geen Nederlandse klant kan noemen die een mainframe met daarop honderden Linux-images heeft draaien, zijn die er volgens hem in het buitenland wel.
IBM heeft dan ook veel gedaan om het mainframe aantrekkelijk te maken voor moderne workloads. Speciale processoren voor Linux, Java en dataverwerking moeten wel aangeschaft worden, maar tellen niet mee in de prijs voor de software. Bovendien is altijd de volledige capaciteit van deze Specialty Engines beschikbaar, ook als de hoofdprocessor vanwege de licentie ‘geknepen’ wordt.
Triljoenen
Waar het aantal mainframes al jaren langzaam daalt, neemt de capaciteit op dit moment met vijftien tot twintig procent per jaar toe. Ondanks de dalende prijzen weet IBM op zijn mainframe-portfolio zelfs een omzetgroei van twaalf procent per kwartaal te realiseren.
Een jaar of vijf geleden stonden er nog meer dan 200 mainframes in Nederland. Volgens Jorna zijn dat er nu nog zo’n 150. “Luchtvaartmaatschappijen, banken en dergelijke nemen geen afscheid van hun mainframe. Dat gebeurt alleen aan de onderkant van deze markt. De investeringen in mainframe-applicaties lopen in de triljoenen.”
Er vind wel veel modernisering plaats. Volgens Jorna gaat het dan met name om soa (service oriented architecture), waarmee bijvoorbeeld transactieverwerkers als IMS en CICS weer opgenomen worden in de moderne infrastructuren.
Fluitend beheer
Richard Groenveld, directeur Sales bij Bull, vertelt een vergelijkbaar verhaal. “We hebben nu nog zo’n honderd, honderdvijftig klanten uit die tijd, al hebben die niet allemaal meer een mainframe staan. Vijf tot zeven jaar geleden migreerde men weg van het mainframe vanwege de kosten. Dat speelt de laatste jaren niet meer. Een migratie is erg duur en risicovol. Bovendien blijkt de uiteindelijke verlaging van de tco (total cost of ownership) vaak tegen te vallen. De aanschaf van de hardware en de out-of-pocket kosten van een mainframe zijn hoger dan die van een gewone server. Maar het beheer wordt fluitend gedaan door een half mannetje.”
“Vroeger had je wel veel handling rond een mainframe”, legt Groenveld uit. “Vooral het maken van de back-ups en het verwisselen van de tapes was veel werk. Een verzekeraar had destijds misschien wel zesduizend tapes liggen. Dat wordt nu door een robot gedaan. De Windows-upgrades vragen meer werk.”
Ook in de hardware zitten de kosten niet meer. “Wij maakten altijd onze eigen hardware voor de GCOS-lijn. Nu zijn de grotere systemen gebaseerd op Intels Itanium-processor en de kleinere op Xeon-processoren. Daarmee kunnen we systemen tot 128 kernen bouwen. Tegenwoordig is het mainframe een gewone Intel-server die in één of twee rekken past. De hardware is standaard (commodity) met Linux erop. De software – Cobol en transactieservers – is niet ingewikkelder dan die voor Windows. Omdat de software ouder is, zijn mensen er echter niet mee bekend.”
Nutteloze migratie
Dat is volgens Groenveld echter een slechte reden om het mainframe de deur uit te doen. “Bedrijven hebben enorm veel in hun mainframes geïnvesteerd. Hun kennis van bijvoorbeeld een levensverzekering zit in de applicatie. Je kunt wel heel veel tijd steken in het bouwen van een nieuwe applicatie. Dan heb je na vijf jaar dezelfde functionaliteit die je de afgelopen dertig jaar al hebt ontwikkeld. Die resources kun je beter besteden aan innovaties.”
Groenveld noemt Wehkamp als voorbeeld. “Al hun bestellingen lopen via het mainframe. Vroeger was dat een hele serverruimte vol. Nu zijn dat twee rekken. Zij investeren heel veel in het front-end.” Hoewel klanten (waaronder Wehkamp) regelmatig aangeven dat hun nieuwe mainframe inmiddels de laatste is, gelooft Groenveld daar niet in. “Vaak komt die wens bij de it-afdeling vandaan, maar meestal ziet de business zo’n nutteloze migratie niet zitten.”
Waarde
Bij Unisys kijkt men op dezelfde wijze tegen het moderne mainframe aan als bij Bull. De onderliggende hardware is van steeds minder belang. De waarde van het mainframe zit in het systeemplatform: de applicaties en de manier waarop daarmee wordt omgegaan.
“Onze klanten vragen om een beschikbaarheid van zes negens, veiligheid, computercapaciteit als nutsmiddel (utility), zero operations, schaalbaarheid, rampenherstel (disaster recovery) en standaardisatie van hardware, protocollen en randapparaten.” Zo zegt Maarten Schneider, marketing manager Software EMEA bij Unisys. “Vroeger waren zelfs de bouten in de kasten van Unisys zelf. Nu hebben alleen de grote systemen nog onze eigen CMOS-processoren. Geheugen, disks en netwerkkaarten zijn standaard.” De Next Gen die over anderhalf jaar op de markt komt zal zijn gebaseerd op Xeon-processoren en voor Unisys worden gebouwd door NEC.
Tegelijkertijd vindt ook consolidatie plaats op besturingssysteemniveau. MCP en OS 2200 groeien steeds verder naar elkaar toe. MCP draaide al op het Intel-platform, een versie voor de laptop wordt gebruikt voor applicatieontwikkeling, trainingen en demonstraties. De hele OS 2200-suite komt nog dit jaar uit voor Intel-chips. “De grootste CMOS-systemen blijven beschikbaar voor banken, telecomdienstverleners, verzekeraars en luchtvaartmaatschappijen, totdat het Intel-platform zo schaalbaar is dat het voldoet aan al hun eisen. Nu al worden alle applicaties voor beide besturingssystemen tegelijk ontwikkeld. “Het is toch van de gekke dat we een MQ-koppeling maken voor de een, terwijl iemand anders dat al voor de ander heeft gedaan”, aldus Schneider. “Nu hebben we daar één team op zitten.”
Hoewel het mainframe als platform blijft voortbestaan, is iedereen het er over eens dat de hardware van de mainframes en de high-end servers straks op dezelfde Intel- of Power-systemen gebaseerd zal zijn. Daarmee is de dood van het mainframe dan toch eindelijk een feit, althans van het mainframe zoals we dat nu kennen.
IBM’s specialty engines
n IFL: Integrated Facility for Linux.
Gespecialiseerd in het draaien van Linux-omgevingen. Zowel SuSE als Red Hat zijn voor System z beschikbaar.
n zAAP: System z Application Assist Processor.
Gespecialiseerd in het draaien van Java-toepassingen. Op het IBM-platform gaat het dan vooral om WebSphere-toepassingen.
n zIIP: System z9 Integrated Information Processor.
Gespecialiseerd in de verwerking van gegevens, voor database-offloading van zowel queries als transacties. Een typische toepassing is bijvoorbeeld datamining.