Oprichter Eric Pouw van de in opspraak geraakte detacheringsbureau’s Bright IT en Cygnus liet gisteren tijdens de behandeling van het hoger beroep in de rechtbank in Den Haag in een nieuwe verklaring weten dat de opzet van zijn bedrijven er inderdaad op gericht was om mensen in hun proeftijd te ontslaan. Dat meldt de belangenvereniging van de gedupeerden.
Eric Pouw liet gisteren in de rechtbank in Den Haag tijdens de behandeling van het hoger beroep in de ontslagzwendel-zaak van zijn outplacementbureau's Bright IT en Cygnus weten dat de opzet van deze bedrijven erop was gericht om mensen in hun proeftijd te ontslaan. In een nieuwe verklaring aan het begin van de zitting gaf hij aan dat dit ook zo onder de aandacht van werkgevers werd gebracht. Na vragen van het hof nuanceerde hij dit: met slechts twee werkgevers is het ontslag in proeftijd daadwerkelijk besproken. Dit meldt de belangenvereniging van de gedupeerden Bright IT/Serengetti, waarvan secretaris Rob Wolvers bij de zitting aanwezig was. In eerdere instantie ontkende Eric Pouw dat er opzet in het spel was.
Prachtige baan
In 2002 behaalde Eric Pouw veel successen met zijn bedrijven. Ondernemingen die van overtollig personeel afmoesten, konden het werving- en selectiebureau Cygnus uit Etten-Leur inschakelen. Medewerkers kregen in een aantal gevallen vervolgens een outplacementtraject aangeboden, waarna Cygnus hen in contact bracht met het detacheringsbureau Bright IT. Gedupeerden tekenden het contract voor een prachtige baan bij die onderneming, waarna de klant van Bright IT de opdracht plotseling introk en de werknemers tijdens hun proeftijd op straat kwamen te staan. De meeste banen bleken verzonnen, meldde Intermediair in juni 2003 op zijn website.
Celstraffen
Anderhalf jaar later, in januari van 2005 werd Eric Pouw samen met de inmiddels ex-directeur van Bright IT, Richard van Veen gearresteerd op verdenking van grootscheepse fraude. Op 23 maart 2006 komt de zaak voor bij de rechtbank in Rotterdam, die Eric Pouw een gevangenisstraf van 36 maanden oplegt, waarvan drie voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar. Richard van Veen zou volgens de rechter 24 maanden de cel in moeten. Hij kwam hiertegen in verzet, omdat hij het niet eens was met de rol die hem door het hof in Rotterdam was toegeschreven. Ook nu weer ontkende hij op de hoogte te zijn van het ontslag in proeftijd en hij verklaarde zich het slachtoffer van Eric Pouw De laatste ontkende de feiten niet, maar kwam in verzet tegen de hoogte van de opgelegde straf.
De advocaat-generaal nam de eerder opgelegde straffen grotendeels als eis over. Voor Eric Pouw eist hij een gevangenisstraf van 36 maanden, waarvan nu zes voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar. Tegen Richard van Veen eiste hij 24 maanden, waarvan acht voorwaardelijk met dezelfde proeftijd. De advocaten van de verdachten pleitten voor een taakstraf. Over twee weken doet de rechter uitspraak.