Open source (OS) en open content (OC) gedijen beter op internet dan hun ‘gesloten’ broertjes en zusjes. Denk aan de Wiki*-revolutie, denk aan Linux vs. Windows NT, Apache vs. andere webservers, MySQL vs. Oracle of MS SQL. Proprietary software legt het steeds opnieuw weer af op aantallen installaties en vervolgens ook op kwaliteit. Op dit moment gebeurt hetzelfde op het terrein van content. Het is een logische herhaling van zetten, want internet is immers ook gebaseerd op open standaarden, die het wonnen van de gesloten standaarden van AOL, Compuserve, Viditel/Minitel e.d.
Als internetter vanaf 1992 heb ik van tegenstanders van 'open' altijd weer dezelfde argumenten aangehoord: geen kwaliteit, corporates zoeken zekerheid, 'we geloven niet in gratis'. Maar open, in de zin van het rechtenvrij en kosteloos beschikbaar stellen van software, content en patenten en andere intellectuele eigendomsrechten, blijkt hand in hand te gaan met de hoogste kwaliteit, en service providers en softwaredistributeurs blijken uitstekend in staat om corporates de nodige service levels en garanties te verstrekken. Vanzelfsprekend tegen betaling, zodat de vlieger van 'voor niets gaat de zon op' ook niet opgaat. Want de rechten zijn vrij, maar voor toegevoegde waarde zal betaald moeten worden. De kwaliteit van winnende OC- of OS-oplossingen is goed vanwege survival of the fittest-principes. Alle slechte varianten sterven uit door gebrek aan erkenning, en de winnaar krijgt alle aandacht, bijval en bijdragen. Vanzelfsprekend wint de democratische kampioen dan ook de 'popular vote' van de 'gesloten' dictator. Ook verwacht ik niet dat Microsoft nog lang in zijn huidige vorm overleeft.
Vanwege deze overtuiging heb ik sinds anderhalf jaar uitsluitend nog geïnvesteerd in op OC en OS gebaseerde businessconcepten. Mijn droom is op dit moment een wereldwijde open catalogus, die om te beginnen alle technologieproducten omvat. En dus alle talen ondersteunt. Zeer verrassend is voor mij te ervaren op hoeveel sympathie en steun 'open' kan rekenen. Hoe gretig business communities er gebruik van maken, dat nationale grenzen opeens minimaal blijken te zijn. De sympathie is gebaseerd op de intuïtieve notie, die inmiddels gemeengoed is geworden, dat open 'goed' is. Want een maximaal bereik tegen minimale kosten op basis van gedeelde standaarden realiseert meer omzet en ook de minder kapitaalkrachtigen worden niet uitgesloten.
Marijn Hoogeveen
Initiatiefnemer van ICEcat