Versie 11 van de Informix Dynamic Server (IDS) levert lagere beheerskosten op, hogere prestaties en recovery vanaf elke knoop in een netwerk.
Cheetah is de codenaam voor de nieuwe versie van de Informix-database, die IBM in 2001 kocht. Toendertijd bestond grote vrees dat IBM zijn grootste concurrent op databasegebied alleen inlijfde om marktaandeel te winnen. Deze tweede grote update van de Informix Dynamic Server neemt definitief alle twijfel weg dat de ontwikkeling van IDS gestopt zou zijn na de overname in 2001.
Bunkerscenario
Cheetah bevat belangrijke nieuwe functionaliteit, zoals herstelfunctionaliteit van mainframekaliber dankzij een techniek met de naam Mach 11. Daardoor kan nu vanuit elke knoop in het netwerk een herstelprocedure in gang worden gezet. Rob Prop, manager Professional Services bij Informa (een dienstverlener op het gebied van IBM Informix en IBM DB2 databases): "Door gebeurtenissen als 9/11 en de overstroming in New Orleans zijn bedrijven de noodzaak van een ‘bunkerscenario' in gaan zien. Zo waren er bedrijven in de Twin Towers die hun productieserver in toren één en hun back-upserver in toren twee hadden staan. De kans dat er met beide torens tegelijk iets zou gebeuren, achtten ze verwaarloosbaar klein. Bovendien waren er veel bedrijven in New Orleans die niet verwachtten dat een ramp zowel de ene als de andere kant van de stad kon treffen. In versie 11 is het daarom mogelijk om niet alleen back-upserver in te zetten, maar daarnaast ook een remote standalone server in te richten. Dat klinkt als een heel dure grap, maar toch is het een veelgevraagde functionaliteit." Een andere nieuwe herstelfunctionaliteit, die wel besparingen op kan leveren, is de mogelijkheid een tweede type back-upserver toe te voegen. Prop: "Zo'n Shared Disk Server maakt gebruik van dezelfde schijven als de primary server. Hij is daardoor veel goedkoper dan een normale back-upserver omdat aan de network attached storage geen extra schijfruimte hoeft te worden toegevoegd."
De prestatie en beschikbaarheid van IDS verbetert daarnaast dankzij een aantal fundamentele veranderingen in databasetechnologie. Zo hebben applicatieontwikkelaars voortaan de mogelijkheid te kiezen tussen twee benaderingen tijdens een databasemutatie: leesverzoeken afwijzen of de oude waarde doorgeven. De tweede benadering wordt door Oracle gevolgd, de eerste was traditioneel de benadering van IDS. Prop: "Deze nieuwe keuzemogelijkheid maakt migraties vanuit Oracle veel eenvoudiger, maar biedt applicatieontwikkelaars daarnaast de vrijheid die ze willen."
Verder wordt het uitlezen van gegevens niet meer geblokkeerd op het moment dat er een synchronisatie plaatsvindt tussen het geheugen en de schijf. Prop: "Dat gebeurde nog wel in versie 10. Voor de gebruiker leek het dan alsof de database vijf seconden niet reageerde. Doordat de flush in versie 11 echter non-blocking is geworden, is dat nu niet meer het geval."
Google Earth-achtige navigatie
De beheerkosten van IDS worden in versie 11 kleiner dankzij onder andere het beschikbaar komen van een Application Programming Interface voor beheer. Dankzij die API kunnen applicaties rechtstreeks de IDS aansturen. Prop: "Doordat de database in toenemende mate ingebed wordt gebruikt, wordt het minimaliseren van de beheerkosten steeds belangrijker. Een voorbeeld zijn de VoIP-routers van Cisco, waarin IDS is ingebed. Het is natuurlijk essentieel dat zo'n router zonder haperingen blijft werken, ook zonder database administrator."
Versie 11 biedt verder verbeterde beveiliging doordat database managers zeer fijnmazig kunnen aangeven wie tot welke data toegang heeft. Die toegangscontrole reikt namelijk dankzij label-based access control (LBAC) verder dan rij- en kolom tot celniveau. Andere extraatjes zijn de mogelijkheid van een basic text search en een nieuwe beheerdersinterface gebaseerd op php (een open source programmeertaal die voornamelijk voor websites wordt gebruikt). Prop: "Met die tool krijg je een overzicht van waar in de wereld al je servers staan. Een mooie tool, met een Google Earth-achtige navigatie."