Slecht informaticaonderwijs en gebrekkige kennis van de ict-arbeidsmarkt op middelbare scholen zijn de oorzaak van de lage doorstroom van scholieren naar ict-opleidingen.
Jan Friso Grootse (TU Eindhoven): "Het informaticaonderwijs op de middelbare school is debet aan de lage instroomcijfers." Computable berichtte 16 juni over de opnieuw gedaalde aanmeldingen voor ict-opleidingen, maar wat is de oorzaak? Miranda Valkenburg (HBO-i): Ouders en decanen hebben vaak een beperkt of achterhaald beeld van wat informatica inhoudt. Het beroepsbeeld ‘wat kun je nou eigenlijk allemaal worden en doen met zo'n opleiding' is onduidelijk." Grootse: "Toen dit vak werd opgezet is de fout gemaakt om bestaande docenten om te scholen en dus geen aparte lerarenopleiding op te richten. Docenten zijn heel enthousiast bezig om het vak over te brengen, maar scholieren merken het verschil. Er zit een kwalitatief verschil tussen omgeschoolde docenten en docenten met een volledige opleiding. Scholieren die informatica krijgen zien dat en denken ‘is dat nu informatica'. Ik zie hiervoor op korte termijn geen oplossing, behalve het afschaffen van informaticaonderwijs op middelbare scholen."
Naast gebrekkig middelbaar onderwijs blijven ict-opleidingen kampen met een technisch en saai imago. Miranda Valkenburg: "De opleidingen hebben lange tijd maar een beperkte groep scholieren aangesproken. Het HBO-I werkt al jaren om het imago en het beroepsbeeld te verbeteren en te verhelderen." Onderdeel van die doelstelling is het EU-project Ict-STER, waardoor meer meisjes aan een ict-opleiding moeten beginnen. Valkenburg: "In feite gaat het daarbij niet alleen om meer meisjes, maar om meer diversiteit, dus ook ‘andere' jongens.
Door de activiteiten zien we verschuivingen, maar het is nog te vroeg om dat in de cijfers terug te zien. We richten ons bijvoorbeeld onder meer op scholieren in de onderbouw. Die potentiële vruchten kunnen we pas over een paar jaar plukken."
Behalve het genoemde “falen” is door achterhaalde informatie over Informatica bij het middelbaar en hoger onderwijs ook een verkeerd imago ontstan. Door serieus in te gaan op verzoeken om samenwerking met bedrijven, ook binnen het reeds verouderde curriculum van de scholingsinstituten en het bedrijfsleven als klant te gaan beschouwen , zouden we vooruitgang kunnen boeken in de oplossing van deze problematiek.
Denk eerder dat er steeds minder mensen een ict opleiding gaan volgen omdat het carrie perspectief erg mager is. Je verdient niet goed en arbeidsplaatsen zijn beperkt. Zelf heb ik er spijt van dat ik ooit een ict opleiding gevolgd heb. Als ik het over mocht doen zou ik voor een commercie opleiding gaan.
Minder ict-studenten door falende middelbare school… Is dat zo? Hebben ouders, decanen enzovoort vaak een achterhaald beeld van informatica? De kranten staan vol over dat mooie vak informatica: Defensie, P-direct, Belastingdienst, …. Met zoiets wil je toch niet samen gezien worden? Wie wil er zich nu met zoiets sufs identificeren? Nee…
Is het niet r-o-n-d-u-i-t oppervlakkig middelbare scholen als zondebok te doodverven? Zelf ga ik ervan uit dat de hedendaagse maatschappij daarvoor nu net even wat te ingewikkeld is geworden. Veel zinniger zou het mijns inziens zijn de hand eens in eigen boezem te steken en de vraag te stellen of informatica zef niet aan een grondige heroverweging toe is.
Wat is informatica vandaag de dag eigenlijk precies? Weet iemand dat? De hedendaagse samenleving is door informatica sterk veranderd en nog steeds aan grote veranderingen onderhevig. Waarom, waarom – voorgaande nu toepassend op informatica zelf… – waarom zou informatica niet zelf ook sterk moeten meegaan met de veranderingen die ze zelf teweegbrengt? Past informatica eigenlijk (nog) wel in de wereld die ze zelf heeft helpen creeren? Het slechte imago van informatica-in-het-algemeen kon juist vanuit dit gezichtspunt wel eens tot veel diepgaandere verklaringen kunnen leiden.
Ik herken het verschijnsel. Ik zit zelf op het VWO en volg ook informatica. We hebben een docent die is omgeschoold. Door dat zijn vak niet is doet hij weinig om zijn kennis up to date te houden. We leren dingen die in 1997 de standaard waren. (ringnetwerken met token en dergelijke) verder is er alleen verouderd lesmateriaal en zijn de opdrachten ook niet je-van-het; saai, eentonig en voorspelbaar makkelijk.
Ik denk niet dat middelbare scholen de enige factor zijn, maar wel een grote.
Triest om te lezen dat het 14 jaar later nog erger is dan in 1993 toen ik op de middelbare school ict kreeg.
Eigenlijk sluit dit wel aan bij het gehele schoolbeeld wat we op het moment in Nederland kennen.
Ik denk echter niet dat enkel het onderwijs hier schuld treft. Toen begin 2000 de internetzeepbel knapte trok dit ook ict met zich mee en was niemand meer geteresseerd. Dit heeft wel een aantal jaar geduurd en trekt eigenlijk de laatste paar jaar pas weer aan.
@ Vincent. Hoezo is het carrieperspectief erg mager? Voor mijzelf merk ik daar weinig van. Ook staan er redelijk wat vacatures open in de ict-sector.
Laat de heer Grootse zich sterk maken voor een betere lerarenopleiding Informatica in het VO i.p.v. de vinger te wijzen naar anderen. Dat helpt. Wijzen niet! Overigens is de afgelopen jaren 15% -20% van mijn informaticaleerlingen doorgestroomd naar HBO-I en universitaire informaticaopleidingen in Delft, Enschede, Utrecht en Amsterdam.
Wij installeren al jaren computernetwerken, met name in het onderwijs, en ik moet zeggen dat ik het volstrekt oneens ben met deze stelling.
Wanneer ICT organisatorisch goed wordt ingezet en men slim gebruik maakt van middelen, kan ICT een fantastische vlucht nemen. (Wie wil nu niet web conferencen met leerlingen uit Australi.
Wij hebben voorbeelden dat stagiaires van ROC’s volledig een netwerk kunnen beheren; de back-office op 2500 leerlingen en ongeveer 850 pc’s op meerdere lokaties draait gewoon door. (met maar liefst 4 echte help-deskcalls per maand)
Ik heb vaak gezien dat systeembeheer (door gebrek aan geld omdat de lonen uit de ict-pot worden gehaald) achter de feiten aan loopt en alleen maar brandjes loopt te blussen, i.p.v. met systeemMANAGEMENT bezig te zijn.
Ik heb gezien dat door mismanagement een gigantische overkill aan apparatuur wordt aangesleept. 2500 UTP poorten en 72 glasvezelaansluitingen, verdeeld over 8 volledig ingerichte patchkasten, op let wel: 180 PC’s (Zij hadden IPv6 wel HEEL erg letterlijk genomen)
Ik heb gezien dat door mismanagement goed lopende netwerken compleet overhoop worden gegooid; het personeel ontslag neemt en men a.g.v. het outsourcingbeleid vele malen meer geld kwijt is (40.000,- per maand voor een tweetal senior consultants, die alleen maar rapporten schrijven).
Verder is Nederland, met name in de (semi)overheid een discussieland. Je wilt niet weten hoe lang er over iets wordt gedebatteerd. En als er (uit)eindelijk een knoop wordt doorgehakt en iemand onverhoopt niet heeft mogen meebeslissen, kan er vaak van voor af aan worden begonnen met de discussie.
Leraren worden ook (door het (middle)management) gedwongen mee te doen aan al die discussies. Zij moeten maanden van tevoren aangeven dat ze iets ingepland willen hebben (zoals een ict-cursus mail o.i.d); anders kan het domweg niet worden ingeroosterd. (Als er erhaubt al budget voor is gereserveerd.)
Nee, de ICT moet de hand in EIGEN boezem steken. Doordat (een groot aantal) bedrijven alleen maar eurotekens in de ogen heeft en snel wil scoren, vergeet men waarvoor ICT eigenlijk bedoeld is; HET HELPEN STROOMLIJNEN, VEREENVOUDIGEN EN AUTOMATISEREN VAN BEDRIJFSPROCESSEN !!!!
Pas wanneer managers, consultants, systeembeheerders, helpdesk medewerkers, directeuren, leraren en (last but not least) de studenten dit door krijgen, zodat er een cultuuromslag plaatsvindt, kunnen we ons van dit stramien ontdoen.
Ik houd me altijd vast aan de volgende stelling:
THEORIE = Als men alles weet en niets klopt.
PRAKTIJK = Als alles functioneert en niemand weet waarom.
In zeer veel computernetwerken zijn theorie en praktijk met elkaar verbonden……..
NIETS KLOPT EN NIEMAND WEET WAAROM.
(en probeer DAT maar eens uit te vogelen)
Robski
Senior Netwerk Consultant
Ik heb een aantal gedachten bij het lezen van het artikel
Als ik mijn leerlingen een rijtje geef: bijl, zaag, dvd-speler, bioscoop, laser-waterpas, computer en mens-erger-je-niet en hen vraag om er twee rijtjes van te maken, zetten nagenoeg allen de computer bij de entertainment-zaken en bijna niemand zet de pc bij de gereedschappen. In het basisonderwijs wordt de computer veelvuldig ingezet om lesstof leuker te maken, kinderen doen thuis nagenoeg alleen consumptieve zaken op hun pc (muziek downloaden, filmpjes kijken, MSN’en), waarna zowel basisonderwijs als ouders over de toekomstige brugklasleerling zeggen dat hij/zij computervaardig is.
Uit ervaring is mij gebleken dat deze visie op het apparaat computer en het ervan verwachte gebruik, zeer hardnekkig is.
Ook: informatica is niet stoffig, maar vergt wel inzet; je moet je erin vast willen bijten. Het is voor mij als docent niet makkelijk om (vooral voor jongere leerlingen in de Eerste Fase) zaken als functies in de ict en de hoge penetratiegraad van ict in de samenleving inzichtelijk te maken. Onderbouwleerlingen verwachten dat ik als docent allerhande netwerkproblemen wel even oplos en vragen zich af wanneer ze ooit met een database in aanraking komen, niet wetend dat alle DirectMail-reclame uit databases komt, we ze op school gebruiken, bij de gemeente, enzovoorts.
Informaticaleerlingen in de Tweede Fase worstelen nog vaak met de ’tweedeling’ van het apparaat: het blijft voor hen oninzichtelijk waar de brug ligt tussen de consumptieve bestemming en de productieve bestemming van het apparaat.
En ook: is het falende middelbare onderwijs niet in algemene zin het probleem? Verouderde gebouwen die scholen weerhouden om vernieuwde onderwijsinzichten toe te passen, te grote klassen (vooral dat: een te grote klas levert een te grote diversiteit aan leerniveaus en leerstrategie op, waardoor ik als docent de leerlingen die niet in de middenmoot vallen, niet voldoende kan ondersteunen of uitdagen. Op die manier maak ik van 30 leerlingen 20 werkers en 10 luiaards), systeembeheer dat het beheer boven het gebruik stelt.
Tenslotte: ik ben vooral in de overheid zeer teleurgesteld waar het gaat om de einduitkomst van bovenstaande zaken: doordat projectmatig werken in het onderwijs niet kan worden aangeleerd vanaf de middelbare school, is dit ook in het bedrijfsleven nog steeds een heikel punt. De baas wil de werknemer elke dag zn werken, waardoor we met zijn allen ellenlang in de file staan, er voorschoolse opvang verplicht moet worden aangeboden (verzorgd door Joost mag weten wie) en we onze concurrentiepositie om zeep helpen. Het zou mooi zijn als we ict in onze dagelijkse werkzaamheden veel meer konden inzetten: door flexibilisering van de arbeidstijden zijn zowel fileprobleem als kinderopvang beter te bestrijden. Het Canadese model (dat ervoor gezorgd heeft dat ict al veelvuldig is getegreerd in de samenleving en de overheid) zou voor veel van onze ruimtelijke en organisatorische problemen een prachtige oplossing zijn. De overheid laat echter alle bandbreedte gewoon liggen voor het grootste piratengilde van West-Europa, de mediarippers.
In Computable van 22 juni 2007 zegt Jan Friso Groote, onderwijsdirecteur van de informaticaopleiding van de Technische Universiteit Eindhoven, dat het informaticaonderwijs in het voortgezet onderwijs debet is aan de lage instroomcijfers voor informaticaopleidingen in het voortgezet onderwijs. Hij noemt het een fout om bij de invoering van informatica in de bovenbouw havo/vwo in 1998 zittende docenten om te scholen en geen lerarenopleiding op te richten. Even een paar feiten. Die omscholing was bedoeld om te zorgen dat er zo snel mogelijk bevoegde docenten informatica konden geven, als overbrugging naar de reguliere situatie met een lerarenopleiding. Die lerarenopleidingen zijn er inmiddels, o.a. in Eindhoven. Die omscholing bestond voor het grootste deel uit vakinhoud uit het informaticadomein: programmeren, databases, systeemontwikkeling, telematica, besturingssystemen e.d. volgens de toen geldende inzichten. Uiteraard weet een afgestudeerd informaticus van universiteit of hogeschool vakinhoudelijk veel meer. Maar de omgeschoolde docenten waren en zijn heel goed in staat om informatica in het voortgezet onderwijs op een verantwoorde manier te geven. Dat neemt niet weg dat het zeker belangrijk is om afgestudeerde informatici voor de klas te krijgen. Inmiddels worden die daarvoor ook opgeleid. En voor de duidelijkheid verder: informatica in het voortgezet onderwijs is geen vooropleiding voor een studie informatica in het hoger onderwijs, maar als onderdeel van algemeen vormend onderwijs bedoeld om de leerlingen voor te bereiden op functioneren in de maatschappij. Daarbij hoort (in mijn ogen verplicht en niet als keuzevak zoals nu het geval is) kennis van en inzicht in de basale begrippen en procedures van informatica/ict.
De grootste handicap waarmee het vak informatica op school, en kennelijk ook in het hoger onderwijs te maken heeft, is het negatieve imago van informatica: saai, alleen maar in je eentje achter de computer zitten, alleen voor jongens. Miranda Valkenburg (Fontys Hogescholen) benadrukt dit ook in het bewuste artikel. Dat imago leeft niet alleen bij middelbare scholieren, maar ook nog te veel bij directies en medewerkers van middelbare scholen met als gevolg dat lang niet alle scholen het schoolvak informatica aanbieden of de uitvoering van dat vak actief ondersteunen. Het informaticaonderwijs op hogescholen en universiteiten slaagt er kennelijk evenmin als het informaticaonderwijs in het voortgezet onderwijs in om de aantrekkelijkheid van informatica onder de aandacht te brengen.
De suggestie van Jan Friso Groote om informatica in het voortgezet onderwijs dan maar helemaal af te schaffen is het allerslechtste wat kan gebeuren. Het had hem gesierd als hij niet met de vinger naar het voortgezet onderwijs had gewezen maar, liefst in samenwerking met het voortgezet onderwijs, een bijdrage aan de doorbreking van het negatieve imago vanuit zijn eigen deskundige positie had geleverd.
Bert Zwaneveld, hoogleraar informaticaonderwijs en voorzitter van de samenwerkende universiteiten en hogescholen die de omscholing tussen 1998 en 2006 hebben verzorgd (CODI-project).
Ook namens Betsy van Dijk en Jan Timmers, bestuursleden CODI.
Ik ben het helemaal eens met Jan Friso Grootse.
Ik vind het groots van hem dat hij de vinger op de zere plek legt.
Want het is de waarheid; kijk maar eens naar de talloze vacatures die er op InformaticaVO en in de kranten verschijnen. En dit is nog maar het topje van de ijsberg.
Ik ben als bioloog omgeschoold in Utrecht en sta sinds 2001 gewoon stil wat informaticaontwikkeling betreft. Tijd gaat simpelweg naar andere taken die je moet uitvoeren. Wat te denken van een gezins- of sociaal leven. Informatica bungelt er dan, wat mij betreft, bij.
Tja… de school mag maar n docent omscholen, want het moet zo goedkoop mogelijk! Niemand anders is bevoegd.
Ik voel mezelf beslist geen informaticus, maar een bioloog met een bijvakje informatica. En dat meld ik eerlijk aan mijn leerlingen! Ze hoeven van mij niets extra’s te verwachten.
En toch trek ik per cursusjaar ruim 80 leerlingen (op een school van 900 leerlingen) die informatica kiezen. Een hoge score voor een vak in de vrije ruimte en in de NTF verplicht voor NT-leerlingen, maar die kozen het vak toch vrijwel allemaal al.
En mijn leerlingen scoren natuurlijk allemaal een dikke voldoende, maar krijgen niets cadeau.
En ik doe dan mijn leuke dingen die ik al jaren doe. En dat blijkt OK te zijn.
En laat er niemand denken dat een afgestudeerd informaticus (vers van de opleiding) voor een mager LB-salarisje voor het onderwijs kiest.
Zo simpel zijn we hopelijk toch niet!!
Het vak informatica krijgt in de loop der jaren een zeer groot probleem.
Hamvraag: hoe kun je geschikte en betaalbare informaticadocenten vinden? Nou… die zijn er niet en die komen er niet.
Ik wil wel eens meemaken wat er met het vak gebeurt als de CODI-lichting met pensioen is! Ach… en dan zijn er nog reflectanten die het ongelijk van Jan Friso beweren: dream on!
Jan Friso, je verhaal moet een ieder, eigenlijk, serieus nemen, maar er zijn vele blinden onder ons.