Programmeren voor business intelligence-applicaties is passé. Met AnagoR4 zijn rekenvraagstukken teruggebracht tot zes bouwblokken. Sleep en klik en een ervaren spreadsheet-gebruiker kan de was doen.
Het gaat goed met Anago, zegt ceo Philip Koenders. Steeds vaker leggen grote Amerikaanse namen het af tegen het bedrijf uit Houten en in 2006 won de applicatie voor het UWV een BI Award. AnagoR4 is een business calculation platform, wat wil zeggen dat de software ook aan niet-it’ers mogelijkheden biedt voor het bouwen van applicaties voor rekenintensieve vraagstukken zoals managementrapportages, forecasting en planning, dashboarding, financiële planning of workforcemanagement. “Informatie, dat reken je uit. Voor een grote bank doen we bijvoorbeeld capaciteitsplanning: hoeveel werk is er en hoeveel poppetjes zijn daarvoor nodig in welke functie. De hoeveelheid werk wordt gemeten in transacties, contracten of telefoontjes. Dat kan je inschatten op basis van voorgaande jaren of statistisch berekenen. Een ander project berekent de financiële consequenties op personeelsgebied van reorganisatie. Het hele salarishuis hangt daar aan, inclusief wet- en regelgeving. Dat soort dingen vinden wij leuk.”
Lego
Klanten zijn de grotere zakelijke dienstverleners, zoals banken, verzekeraars en callcenters. “Meestal komen klanten bij ons met een specifieke vraag. Wij werken dat vraagstuk uit in termen van de bouwblokken en assembleren vervolgens de applicatie. Release 4 van Anago heeft een grafisch interface, waardoor assembleren een kwestie van slepen is. Vergelijk het met Lego: vanwege de flexibele structuur kan je met dezelfde blokjes een auto of een vliegtuig bouwen en omdat de blokken al bestaan gaat het heel snel. “Door de grafische interface en het beperkt aantal bouwblokken is assembleren in AnagoR4 zo eenvoudig dat klantorganisaties ook heel veel zelf kunnen. En alle Anago-software is webtechnologie. Dat is uniek binnen business intelligence, om applicaties te kunnen maken en gebruiken via internet.”
Back to basics
De zes typen bouwblokken zijn een dataset, een rekenmodel, een view, een verbinding met een databron, een gebruikersmenu en een autorisatiemenu. Het is bi teruggebracht tot de basis. “Op dit abstractieniveau is het verpletterend simpel”, zegt Koenders. “Alle toepassingsgebieden worden afgedekt met dezelfde bouwblokken. Ik vind het heel mooi, zo’n ‘eenvoudig’ model, met zo’n uitdrukkingskracht.”
AnagoR4 is relatief eenvoudig uit te breiden met nieuwe rekenmodellen. Dat kan snel, dankzij een samenwerkingsverband met hoogleraar Ger Koole van de Vrije Universiteit. “Sinds achttien maanden begeven we ons gezamenlijk op de callcentermarkt. Wat ontbrak was een rekencomponent die precies uitrekende hoeveel mensen nodig zijn om telefoontjes aan te nemen. In samenwerking met Koole hebben we die rekencomponent in één maand ontwikkeld. In het bouwblok zit waanzinnig ingewikkelde wiskunde dat met nog geen 2 procent van de totale regels code aan de rest van de applicatie kon worden toegevoegd. Applicatiebouwers bij Anago zijn geen programmeurs, maar econometristen. Zij hebben werkelijk kennis van bi-vraagstukken.”
Achtergrondcombi
Anago is ontstaan uit de combinatie van achtergronden van bedrijfskundige Koenders en ‘hardcore it’er’ Thomas de Nooij (cto). De een heeft een postdoctoraal in bestuurlijke informatiekunde, de andere in logistieke informatiesystemen. De Nooij en Koenders werkten samen bij Bakkenist Management Consultants. Daar leerden ze dat software een barrière vormt voor het leveren van goede bi-oplossingen. “Organisaties hebben te maken met een toenemende dynamiek door veranderingen in markt, en wet- en regelgeving. Als gevolg daarvan groeit hun informatiebehoefte en worden steeds verdergaande eisen gesteld aan bi-software. Oplossingen moeten sneller, specifieker en flexibeler worden geleverd. Het probleem van de huidige generatie bi-producten is dat ze niet in staat zijn heel snel oplossingen van hoge kwaliteit te leveren.” Oorzaak: er moet altijd kennis over worden gedragen en geprogrammeerd worden. “Bij grote projecten is snelheid dan onmogelijk en duur, want er moet gebruik gemaakt worden van schaarse resources, de programmeurs.” Koenders vindt dat reportageachtige omgevingen als Cognos een te beperkte scope hebben. “Als er gerekend moet worden, moet er toch worden geprogrammeerd. Bij standaardpakketten hoeft dat niet, maar die doen standaarddingen. Aanpassingen moeten toch ook weer geprogrammeerd worden en wie gaat dat allemaal onderhouden? Bestaande producten vallen altijd terug op programmeren en kunnen daarom niet voldoen aan de bi-wensen van de klant. De enige uitzondering zijn spreadsheets. Binnen grote organisaties loop je snel tegen grenzen van die technologie aan. Dat grote gat tussen Excel en SAS, daar zitten wij.”
Koenders en De Nooij trokken na lang overpeinzen drie conclusies: een alternatief voor programmeren is assembleren; een bi-vraag leidt altijd tot rekenen en een structuur moet flexibel zijn. “ De crux was vanuit welk perspectief we de bouwblokken moesten definiëren. Dat hebben we zelf bedacht, daar zijn geen handboeken voor. Wellicht is dat de kunstzinnigheid van software engineering.”
Stoer voorbeeld
Hij wil graag nog één ‘stoer voorbeeld’ geven van flexibiliteit en snelheid. In het kader van de wet identificatie dienstverlening wilde een bank weten wie van de klanten zich daadwerkelijk al had geïdentificeerd. “Het ging om een bank met vijfhonderd kantoren en 1,6 miljoen klantrecords in de database. Zij wilden snel een applicatie beschikbaar hebben in hun kantoren om de voortgang boven water te halen en te weten welke acties de kantoren ondernamen om klanten zover te krijgen.” Koenders gaat even achterover zitten en zegt met een tevreden glimlach: “Dat hebben we in één week gedaan. De bank stelde de data beschikbaar, wij assembleerden de applicatie en via hosting kon iedereen erbij. Dat kan dus. En we hebben er geen letter voor geprogrammeerd.”