Het onderhoud en de beveiliging van desktop-pc’s vertegenwoordigt in elke organisatie een aanzienlijk deel van het it-budget, om nog maar te zwijgen van de elektriciteitsrekening. Een overschakeling naar ‘thin clients’ kan hier een ware verademing betekenen.
Thin client is letterlijk vertaald ‘magere client’. Het betreft een heel eenvoudige pc die gestript is van bijna alles wat we gewend zijn. De thin client draait zelf geen of heel weinig applicaties, maar doet daarvoor een beroep op een applicatieserver. Vooral in grotere organisaties kan een veelvoud aan Windows-pc’s een ware nachtmerrie vormen voor de veelgeplaagde systeembeheerder. Het gebruik van een applicatieserver in combinatie met thin clients lost heel wat van deze hoofdbrekens op. De systeembeheerder hoeft dan nog alleen de applicatieserver of applicatieservercluster te onderhouden; de thin clients draaien zelf normaal geen applicaties en dus valt er ook niets of bijzonder weinig aan te updaten of te upgraden en te veranderen.
Thin clients zijn ook nog eens milieuvriendelijker dan gewone pc’s: ze hebben immers geen schijfeenheden aan boord en meestal ook geen ventilatoren. Bovendien hebben ze minder snelle en dus minder energievretende processoren en andere hardwareonderdelen. Dat betekent dat een park van honderden of duizenden thin clients veel minder stroom verbruikt, zo goed als niet verslijt en ook nog eens veel stiller is (want geen ventilatoren) dan gewone pc’s.
Wat verlangen we van een thin client? Hij moet alles aan boord hebben om onze applicaties in de gewenste resolutie en liefst ook met het gewenste aantal kleuren te kunnen draaien. Een soort virtueel desktopsysteem waarmee we meerdere full-screen applicaties in eigen desktops kunnen zetten (onder Linux heet dit een Pager) is hierbij mooi meegenomen. Voor gebruikers moet het gemakkelijk zijn om hun applicaties in een mooie omgeving voorgesteld te zien en die dan te kiezen. In dat opzicht is het wel handig als de thin client een – weliswaar beperkte – GUI aan boord heeft.
Voor de systeembeheerder tellen er natuurlijk nog andere dingen mee. Er hoort een gebruiksvriendelijke interface te zijn voor het definiëren van applicaties voor gebruikers en het opleggen van restricties aan die gebruikers over wat ze met de thin client wel en niet mogen doen. Als we honderden thin clients in gebruik hebben, willen we natuurlijk een desktop met alle applicaties gecentraliseerd kunnen aanmaken en doorsturen naar alle thin clients. Uiteraard moet het hierbij mogelijk zijn uitzonderingen te definiëren, liefst door een systeem van meerdere profielen. De thin client moet verder een ‘remote desktop’-protocol ondersteunen dat overeenkomt met de applicatieservers die we draaien. Dat is bijvoorbeeld RDP voor Windows Terminal Services en ICA voor Citrix Metaframe-oplossingen. De thin client heeft een eigen besturingssysteempje aan boord. Meestal is dat Windows CE of XP embedded, of een Linux-variant. In feite maakt dat weinig uit, want je kunt met elk systeem keurig alle mogelijke applicatieservers aanspreken.
Als je een iets veelzijdiger thin client wenst waarbij gebruikers een eigen lokale webbrowser krijgen, dan is een op Windows gebaseerde client niet de beste keus. Wij vinden het onbegrijpelijk dat er nog steeds op Windows CE en XPe gebaseerde thin clients aangeboden worden met geïntegreerde Internet Explorer voor het surfen. Die thin clients zijn dan net zoals een normale Windows-pc gevoelig voor malwarebesmettingen tijdens het surfen, alleen kun je hier geen beveiligingspakket installeren om je daartegen te beschermen! Bovendien hebben we thin clients gezien waarbij zelfs de automatische update ingeschakeld stond, terwijl Windows CE en XPe niet zomaar vanaf de reguliere Windows-updates mogen bijgewerkt worden! Als je een lokale browser wil voor de gebruikers, kies dan beslist voor een op Linux of *BSD gebaseerde thin client met Firefox als browser. Dan kun je je gebruikers met een gerust gemoed laten surfen. Sta je geen lokale browser toe, dan kun je ook probleemloos voor Windows CE of XPe thin clients kiezen, maar zorg dan wel dat hun automatische updatefaciliteit uitgeschakeld staat.
Axel AX75C
De uit Frankrijk afkomstige Axel AX75C is een domme terminal met genoeg firmware aan boord voor de benodigde intelligentie om applicatieserververbindingen te kunnen opbouwen. Desondanks vinden we dat de AX75C redelijk lang nodig heeft om op te starten: bijna een halve minuut. Het Franse Axel richt zich kennelijk vooral op de Amerikaanse markt, want het standaardtoetsenbord staat ingesteld op ‘American’. Natuurlijk kun je wel de gewenste lokale toetsenbordindeling kiezen: Axel ondersteunt er een twaalftal. Je kunt zes of meer sessies voordefiniëren of het systeem onmiddellijk laten doorstarten naar een bepaalde server. De AX75C ondersteunt een indrukwekkende lijst terminals voor mainframes en minicomputers en allerlei andere systemen, zodat je dit toestel in samenwerking met vrijwel elke computeromgeving kunt gebruiken.
BOSaNOVA RBT-366 en XTC-600
Het Amerikaanse bedrijf BOSaNOVA uit Phoenix maakt alleen maar thin clients en ‘network appliances’. De RBT-366 kan zelfs achterop een lcd-scherm gemonteerd worden. Hij werkt onder Linux en biedt terminalemulaties met tot acht 5250-sessies tegelijkertijd. De opstartprocedure is wel extreem traag; als je de grafische omgeving wilt hebben, moet je in totaal ruim 1 minuut 20 seconden wachten. De onder Windows XPe (embedded) draaiende XTC-600 ziet er meer uit als een compacte pc. Er zitten echter geen bewegende onderdelen in en hij verbruikt maar zo’n 30 watt. Je krijgt een vrijwel volledige XP desktop met Internet Explorer, Outlook Express en zelfs Acrobat Reader en een Java Virtual Machine. Zoals al aangehaald zijn we er geen voorstander van om gebruikers te laten rondsurfen met IE op een thin client. Het centrale beheer gebeurt met BOSmanager.
ChipPC Xtreme PC NG 6450
De Israëlische thin-clientproducent ChipPC heeft twee reeksen modellen: een kleine (Xtreme-reeks) en een superkleine (Jack-reeks). Die laatste, de Jack PC, ziet er uit als een LAN-wandcontactdoos en kan ook gemonteerd worden in een tafel of in een wand(goot). Voor deze test bekeken we de iets grotere Xtreme PC NG 6450, een van de basismodellen uit de Xtreme-serie. Als besturingssysteem koos ChipPC voor Windows CE. IE kun je alleen als een connectie aanmaken. Dat is gedaan uit veiligheidsoverwegingen: als je de sessie afsluit, verliest IE al zijn gegevens. Dat heeft wel een aantal nadelen voor compatibiliteit met websites. Voor het centraal beheer voorziet ChipPC een oplossing die XCalibur heet. Deze thin client vinden we wel duur.
Fujitsu Siemens FUTRO S400
De Futro S400 van de Japans-Duitse computergigant Fujitsu Siemens is modulair opgebouwd, zodat aanpassingen mogelijk zijn. De S400 kan geleverd worden met embedded Linux (eLux NG) of Windows XP embedded (XPe), beide met ICA- en RDP-protocol en terminalemulaties. Afhankelijk van het besturingssysteem kun je kiezen uit meerdere webbrowsers en een inbegrepen Java Virtual Machine. Ons testmodel had XPe aan boord, maar bleek DOA (dead on arrival). Er was echter een Live eLux-cd meegeleverd die op een gewone pc kon starten en die stelde ons in staat de eLux-omgeving te bekijken. Daarbij zagen we dat onder meer een Java SAP GUI voorzien is, waarmee je SAP R/3-verbindingen kunt maken en gebruiken. Dat lijkt ons heel interessant, omdat je dan geen beroep hoeft te doen op een Windows-applicatieserver voor je SAP-toepassing. Je kunt standaard de smart card gebruiken voor authenticatie en naar wens met of zonder certificaten. Het centrale beheer gebeurt met Scout Enterprise voor eLux-systemen en met Altiris Deployment Solution voor XPe-clients.
HP Compaq t5135
Met het ‘HP Quick Release’ montagerek kun je de HP Compaq t5135 aan de achterkant van een lcd-scherm, aan de muur of onder de tafel vastmaken. HP levert zijn thin clients met HP ThinConnect OS, een op Debian Linux gebaseerd thin-clientbesturingssysteem. Ook ingebouwd is ThinState Tools, waarmee je op één thin client de configuratie naar smaak kunt wijzigen, deze opslaan op een usb-stick en dan inlezen op andere thin clients. Het centraal beheer kan via Altiris Deployment Solution (producentonafhankelijk) of via HP OpenView Client Configuration Manager (HP-specifiek). Je kunt via ftp volautomatische image-upgrades laten uitvoeren zodra de thin clients aangezet worden. Het opstartproces van de t5135 vinden we met ruim een minuut veel te traag. Daarnaast is het ook irritant dat bijna iedere wijziging aan de configuratie een herstart van de sessie vereist, ook het definiëren en toevoegen van nieuwe applicatieverbindingen.
IGEL Smart 2510 XP en Compact 3210 LX
De Duitse firma IGEL maakt alleen maar thin clients en heeft een erg groot aanbod. De Smart-serie is de kleinste, al zou je dat qua naam van de Compact-serie verwachten. Je kunt bij alle modellen kiezen tussen Linux en WinXPe. De Compact 3210 LX kwam met Linux, de Smart 2510 XP die we eerst bespreken gebruikte WinXPe. De opstartprocedure duurt ons met bijna twee minuten veel te lang, zeker als we dat vergelijken met de Linux-variant. Naast RDP is ook een ICA-verbinding toegevoegd en verder de bekende terminalemulaties. Uiteraard is het voor beheerders mogelijk de thin-clientdesktop onmiddellijk te laten doorstarten naar een bepaalde applicatiesessie, zodat gebruikers de WinXP-desktop niet eens te zien krijgen. Bij deze 2510 XP krijg je ook de ThinPrint .print client voor als je het ThinPrint printerbeheersysteem gebruikt.
De Compact 3210 LX start onder Linux twee keer zo snel als onder WinXPe, maar een minuut vinden we toch te lang voor een thin client. Deze thin client werkt met een IGEL Application Launcher om nieuwe sessies mee aan te maken en bestaande sessies te beheren, als je dat tenminste lokaal doet. Die is erg gebruiksvriendelijk en biedt een tabbladinterface waarmee je zowel de thin client zelf als de mogelijke sessieverbindingen kunt configureren en aanpassen. IGEL ondersteunt in deze Linux-variant een breed aanbod aan mogelijke applicatieverbindingen, veel meer dan we aantroffen bij de WinXPe-variant. Dit toestel biedt een indrukwekkende functionaliteit en is qua prijs erg aantrekkelijk.
IGEL biedt centraal beheer met de IGEL Remote Management Suite. Daarmee kun je ettelijke duizenden thin clients beheren, maar alleen die van IGEL. IGEL heeft ook rekening gehouden met het milieu en alle thin clients dragen het WEEE-afvalzegel. Oude thin clients kun je gratis door IGEL laten afhalen als je ze niet zelf naar een recyclecentrum wil brengen.
Neoware Capio c50 NeoLinux Single Session en m100
De Capio C50 is ondanks de lange naam de goedkoopste thin client in deze test. Hij is gebaseerd op een door Neoware aangepaste versie van Linux, maar daarvan krijg je zo goed als niks te zien. Het systeem start op met een connectiebeheerprogramma (ezConnect) en zonder desktop. Vanuit dat connectiebeheerprogramma kun je de thin client zelf configureren, maar ook sessies aanmaken, wijzigen of wissen. Deze Spartaanse uitrusting werkt niettemin prima en is makkelijk genoeg te bedienen. In combinatie met de zeer lage prijs verdient de Capio c50 onze titel van beste koop.
De m100 is daarentegen het duurste model in deze test. Neoware ontwierp hem duidelijk voor mensen die met een thin client zoveel mogelijk de ervaring van een echte Windows XP desktop-pc willen benaderen. Neoware biedt optioneel ook TeemTalk aan, een terminalemulatie-applicatie voor toegang tot mainframes en minicomputers. Via ‘snap plug-ins’ kun je de functionaliteit van de thin client uitbreiden zonder dat je meteen de hele firmware hoeft te vervangen. Deze thin client heeft nog een paar voordelen boven een gewone notebook: hij is lichter en verbruikt minder stroom (zo’n 60 watt) en bij diefstal of hard-warecalamiteit ben je niets aan gegevens kwijt omdat je die immers niet lokaal bewaart. De m100 met XPe gedraagt zich grotendeels als een gewone XP-desktop.
Het gecentraliseerd beheer heet bij Neoware ezRemote Manager en deze kan alle thin clients van Neoware beheren, ongeacht onder welk thin-clientbesturingssysteem die draaien.
Wyse S10
Het Amerikaanse merk Wyse is natuurlijk al jarenlang bekend als een maker van computerterminals. De S10 is een erg compacte thin client. Het besturingssysteem lijkt als twee druppels water op Windows CE, maar Wyse ThinOS is in werkelijkheid gebaseerd op FreeBSD. De volledige werkconfiguratie van de thin client kan hij volautomatisch downloaden van een centrale ftp-server. Dat gaat erg snel: na enkele seconden hadden we de onze applicatiedesktop op de applicatieserver op het lcd-scherm staan. Als de S10 om wat voor reden dan ook geen contact kan krijgen met de applicatieserver, meldt hij dat en toont dan zijn standaarddesktop. We zijn bijzonder onder de indruk van de werksnelheid van deze S10. De werkervaring van de applicatiedesktop is de snelste van alle thin clients die we getest hebben. Centraal beheer is mogelijk met Wyse Device Manager.
SUN Ray applicatieserver + SUN Ray thin clients
Sun maakt ook thin clients, maar dan met de bedoeling dat je gebruikmaakt van de op Solaris gebaseerde Sun Ray applicatieserver. Sun definieert een thin client heel anders dan de meeste andere producenten in deze test. Volgens Sun is dat namelijk een domme terminal. De intelligentie zit in de Sun Ray applicatieserver. Voor systeembeheerders heeft dat het voordeel dat ze de individuele thin clients niet hoeven te configureren. Nieuwe applicaties hoeft de beheerder alleen maar op de Sun Ray server te installeren en dan zijn ze meteen beschikbaar voor alle aangesloten thin clients. Extra software voor een gecentraliseerd beheer zoals bij de andere thin clients in deze test is dus volstrekt overbodig.
Sun biedt een veel te omslachtige werkomgeving als je alleen maar geinteresseerd bent in het draaien van Windows-applicaties. Heb je echter een heterogene omgeving waarin vooral Solaris-servers en -applicaties benodigd zijn, dan vormt deze combinatie van Sun Ray thin clients en gelijknamige back-endserver een goede startbasis. Je kunt eenvoudig gebruikersrechten, desktops en applicaties definiëren. Dit is – eenmaal behoorlijk geïnstalleerd, geconfigureerd en draaiend – een echt ‘no-brainer’-systeem vanuit gebruikersoogpunt. Na het insteken van een smartcard heeft de gebruiker binnen paar seconden zijn werkdesktop. Dat is het snelst van alle thin clients in deze test.
Conclusie
De door ons geteste thin clients werken allemaal prima, dus richten we onze aandacht naar geboden functionaliteit, mogelijkheden tot centraal beheer en – natuurlijk – prijs. We zien geen voordeel in op Windows gebaseerde thin clients. Ze hebben immers last van dezelfde beveiligingsproblemen als hun grote broers, centraal beheer is vaak een bij te betalen optie en de thin clients zijn meestal duurder en qua hardware zwaarder dan degene die gebaseerd zijn op Linux. De Linux-gebaseerde thin clients hebben geen beveiligingsproblemen en werken probleemloos met Windows- en andere applicatieservers. Bovendien zit de software voor centraal beheer er meestal gewoon bij.
Als je een systeem wenst waarmee je vrijwel alle kanten op kunt, dan kunnen we je de Neoware m100 warm aanbevelen. Onze beste koop is ook van Neoware en wel de Capicio c50 thin client. Die is op Linux gebaseerd en biedt een zeer behoorlijke functionaliteit voor een erg lage prijs. We waren verder nog blij verrast door de IGEL Compact 3210 LX. De Sun Ray thin clients werken het snelst en zijn het eenvoudigst op te stellen omdat er geen clientconfiguratie nodig is.
De kern
* Thin Clients verplaatsen alle zorgen inzake systeembeheer en beveiliging van individuele gebruikers-pc’s naar een centrale server of servercluster.
* Op Windows gebaseerde thin clients met IE als browser zijn af te raden.
Online
Op de site van Computable kun je twee bij deze test behorende tabellen downloaden.
www2.computable.nl/downloads/test_thinclientsinfo.pdf zet alle informatie van de geteste producten op een rij.
www2.computable.nl/downloads/test_thinclientsscores.pdf betreft een overzicht van de testscores.
Op zich een leuk vergelijk, helaas wordt er al snel voor een Linux-variant gekozen. Bij ons op school waar zo’n 1800 leerlingen rondlopen met ik weet niet hoeveel verschillende usb-sticks, zijn we door schade en schande er achter gekomen dat dat helaas lang niet altijd goed werkt. Ook een test met Windows CE leverde problemen op. Vandaar dat wij voor XPe gekozen hebben. Deze levert tot nog toe geen problemen op en leest wel alle USB-sticks.
De s50 van Wyse kan prima met alle USB sticks overweg, ook al is dit een Linux-variant. Wij gebruiken hier vooral de 1200LE en de S10 van Wyse in combinatie met Citrix PS4.5, en zijn hier zeer content mee, de thin client start in een paar seconden op en het beheer ervan is gemakkelijk: een ini-file op de ftp-server plaatsen; die wordt automatisch opgepakt door een nieuwe thin client. Ook firmware-upgrades plaats je eenvoudig op de ftp-server en worden gezien door de thin clients. Echt een aanrader in Citrix-omgevingen.
De keuze van een thin client is helaas niet zo eenvoudig als een pc bestellen. Het vergelijken van hardwarespecificaties is minder relevant. Het toetsen van de gewenste functionaliteit des te meer. Het resultaat van de selectie moet zijn dat de gebruiker zo min mogelijk verschil merkt tussen pc en thin client.
In het artikel ‘Heel blij met heel weinig’ mis ik een essentieel onderdeel waarin een overzicht gegeven word van de meest voorkomende eisen waaraan een thin client moet voldoen. Zonder dit overzicht is het zeer lastig om aan te geven welk OS het beste is. De reactie van Henk Schouten is hiervan een goed voorbeeld. Ondersteuning van USB-sticks en overige randapparatuur is voor de keuze van het OS, en derhalve de fabrikant en type thin client, bepalend.
Er zal per project onderzocht moeten worden welke ondersteuning er nodig is m.b.t. beeldschermresolutie (DVI / VGA), dual-screen, wide-screen, etc. Daarnaast zal bij de selectie zoveel mogelijk rekening moeten worden gehouden met ontwikkelingen als ondersteuning smart cards, draadloze netwerken etc.
Voor het aanbieden van een internetbrowser is het aan te raden om dit wel degelijk met een XP embedded Operating System te doen. Dit biedt immers de mogelijkheid om additionele software zoals Java, Flash, Acrobat Reader en overige readers te installeren. Een rijke internetervaring kan dan gerealiseerd worden. Wij adviseren overigens om internettoegang via een Microsoft RDP of Citrix ICA sessie te geven. Hiermee zorgt de organisatie ervoor dat updates of plug-ins centraal worden gestalleerd, beheerd en ge-updatet i.p.v. dit lokaal op de thin client. Een snellere en veiligere methode.
Voor organisaties die (honderden) thin clients moeten beheren op n of meer locaties is de beheertool een belangrijk onderdeel in de keuze van de thin client. Onderdelen van selectie zijn wat, waar en hoe de thin clients kunnen worden beheerd. Iedere thin client producent heeft zijn eigen visie en biedt hiervoor een eigen oplossing.
Pas als het een en ander is onderzocht zal een succesvolle implementatie gerealiseerd kunnen worden. Gebruikers hebben dan geen argumenten om het gebruik van thin clients te ondermijnen en de bedrijfsvoering plukt optimaal de vruchten van een lagere TCO.