Centraal en Oost-Europa zijn in toenemende mate in opkomst als nearshore locatie. De regio heeft flinke potentie, concluderen Forrester-analisten Andrew Parker en Euan Davis tijdens hun presentatie op het IT Forum dat deze week in Edinburgh plaatsvindt, maar voorzichtigheid is geboden om valkuilen te vermijden.
"India gaat aan zijn eigen succes ten onder", legt Davis uit. "Door salarisinflatie stijgen de prijzen. Daarnaast hebben de doorlopende veranderingen in het personeel grote impact op de verhouding met de klant." De regio die hiervan direct voordeel ondervindt is Centraal en Oost-Europa. "Het grote voordeel van nearshoring is de geografische en culturele nabijheid. Ook is er geen tijdsverschil waarmee rekening gehouden moet worden", somt Parker de voordelen op. "Maar", voegt hij toe, "het is voor bedrijven heel belangrijk om zélf te kijken hoe ze hun bedrijfsprocessen hebben ingericht en of daar near- danwel offshoring het beste bij past."
De grote, internationale spelers hebben de Oost-Europese markt al ontdekt. Zo heeft IBM centra in Hongarije, Polen en Tsjechië en is HP aanwezig in Polen, Slowakijke en Hongarije. Ook T-Systems, EDS, Accenture en Siemens IT Services hebben een of meerdere centra in de regio. Opvallend genoeg zijn ook de drie grootste Indiase dienstverleners (Tata, Infosys en Wipro) actief in Centraal en Oost-Europa (CEE). " Ze weten dat ze West-Europa alleen kunnen bereiken door vanuit Europees perspectief zaken te doen", aldus Parker. " Indiase ondernemingen gebruiken de CEE-regio als springplank om Europese zaken te verstevigen. Het gaat daarbij allang niet meer alleen om applicatie-ontwikkeling, maar vooral ook om ondersteuning, call centers, en het beheer van infrastructuur op afstand."
Toch blijft India de onbetwiste marktleider met een jaaromzet uit software en it-dienstverlening van 31 miljard dollar over 2006. Dat is tien keer zoveel als de nummer twee op de lijst, China, met 3,6 miljard dollar. Op de derde plaats prijkt Rusland met 1,8 miljard dollar omzet en dan volgen Polen, Hongarije en Roemenië, met respectievelijk 300, 200 en 100 miljoen dollar.
"Een van de grootste voordelen voor nearshoring is de onuitputtelijke poel aan talenten dat Centraal en Oost-Europa rijk is", vertelt Davis. "Het onderwijsniveau op de universiteiten is ongekend hoog. Daarnaast hebben ze goede taalvaardigheden en zijn ze op technisch vlak erg goed." Het grote nadeel, voegt hij eraan toe, is dat het bedrijfsonderwijs drastisch achterblijft. "In het westen is dat zakelijke er met de paplepel ingegoten, maar in de CEE-regio blijft die kennis achter."
Ander nadeel van die regio ten opzichte van India is het gebrek aan duidelijke marktleiders. Het leverancierslandschap is enorm divers en gefragmenteerd. Daarbij hebben de grootste bedrijven vaak maar zo'n 1500 medewerkers in dienst. Zij bouwen vooral maatwerk voor klanten, waardoor ze niet in staat zijn aan meerdere klanten dezelfde oplossingen te leveren en dus niet schaalbaar zijn. Tot slot ontbreekt het de dienstverleners in Centraal en Oost-Europa aan zichtbaarheid en begrip van de markt.
Bedrijven moeten vooral goed naar de prijzen in verschillende regio's blijven kijken. "In India gaan de prijzen flink de lucht in door de verhitte marktomgeving", voorspelt Parker. "Ook de prijzen in de nieuwe EU-landen zullen stijgen, door de integratie en stijgende levenskosten. Bij de potentiële EU-lidstaten zullen de prijzen onderling enorm verschillen, maar zal de stijging overall wel meevallen. Voor Rusland verwacht ik dat de prijzen redelijk stabiel blijven, de metropolen St. Petersburg en Moskou daargelaten."
Tot slot spreekt Parker nog een waarschuwing uit voor klanten die overwegen delen van hun bedrijfsvoering uit te besteden. "Het gaat niet om de keuzen nearshore versus offshore, maar het gaat erom de beste omgeving te vinden. Landen met het meest stabiele politieke klimaat, de beste ip-beveiliging, en de hoogst geschoolde werknemers, lijken in eerste instantie het meest aantrekkelijk om naar uit te besteden. Dat zijn echter ook de landen met de hoogste salarissen, de hoogste inflaties, en de grootste concurrentie."
Het kan ook voor kleine bedrijven aantrekkelijk zijn om te nearshoren. Wij vanuit 12 Care maken voor onze dienst Careweb gebruik van ontwikkelcapaciteit in de Oekrae. We nemen deze af via het Nederlandse bedrijf Red Fountain.
De prijzen in de Oekrae zijn nog laag, wat een voordeel is. Maar, ervaring leert, dat wil je profiteren van een goedkoper project, om met een aantal zaken rekening te houden:
1. Definieer goed welke activiteiten je door de medewerkers in Oost Europa laat doen. Ontwikkeling op het gebied van de gebruikersinterface kan bijvoorbeeld goed worden uitbesteed. Ontwikkeling, waarbij begrip van de bedrijfsprocessen van de klant nodig is of die betrekking hebben op het core datamodel, zijn moeilijker te out-tasken.
2. Zorg voor een goede mentaliteit van de ontwikkelaars. In de Oekra is men niet gewend om gevraagd te worden naar goede suggesties voor verbeteringen. Het is meer, u vraagt en wij draaien. Uitgedaagd worden om met goed beargumenteerde scenario’s te komen is nieuw voor ze. Verandering in mentaliteit leidt tot verbeterde projectresultaten. Het is dan wel wenselijk, dat er niet voortdurend wisseling van projectmedewerkers plaatsvindt.
3. Zorg voor goede communicatiestructuren. Een Nederlandse interface verhoogd wel de projectkosten, maar heeft vaak een beter projectresultaat tot gevolg.
4. Probeer zoveel mogelijk een afgebakend project te out-tasken. Liefst tegen een fixed price. Kunst is, de juiste resultaten te definien en het project binnen de tijd te laten realiseren.
5. Zorg dat je een exacte specificatie krijgt van de gebruikte ontwikkel- en testomgeving. Indien de omgeving vanuit Nederland wordt gespecificeerd, c.q. wordt opgelegd, zorg dan dat er een verificatie plaatsvindt.
Nearshoren in Oost en Centraal Europa kan dus goed werken, maar zorg voor een strakke regie, anders gaan de voordelen van een lager tarief, snel verloren in de totale projectkosten.