Is het toeval of de voorzienigheid? Bij Atos Origin werkt chief technology officer (cto) Pieter Buijs. Bij energieconcern Delta, dat zijn rekencentrum vorig jaar uitbesteedde aan Atos Origin, werkt óók een Pieter Buijs. Ook hij is cto. Tot voor kort kenden ze elkaar niet, maar inmiddels hebben Buijs en Buijs elkaar gevonden. In een tweegesprek buigen ze zich over de energievretende datacentra.
Het kan zo doorgaan voor het tv-spelletje ‘Wie van de Drie’. De locatie is het hoofdkantoor van nutsbedrijf Delta in Middelburg. “Mijn naam is Pieter Buijs”, zegt de ene aanwezige bij binnenkomst. “Mijn naam is Pieter Buijs”, zegt ook de andere. Het grote verschil met het tv-programma is dat de afsluitende vraag ‘Wil de echte Pieter Buijs opstaan?’ niet van toepassing is. Beide heren heten echt zo!
De ene is van ‘bouwjaar 1948’ en werkt bij Atos Origin; de andere is geboren in 1951 en werkt bij Delta. Beiden hebben elektrotechniek in Delft gestudeerd en allebei zijn ze bij hun werkgever ‘chief technology officer’. Elk hebben ze twee dochters en een zoon. Toch kenden ze elkaar niet en zijn ze ook niet aan elkaar verwant. De ene Buijs (Atos Origin) komt uit Aalsmeer en zijn stamboom gaat terug tot een hugenotenfamilie die naar Nederland is gevlucht. De andere Buijs (Delta) is geboren in Scheve-ningen en stamt uit een vissersfamilie die vernoemd is naar de haringbuis, een vissersboot. De Buijs’en weten pas van elkaars bestaan sinds Atos Origin in september 2006 een contract sloot om het beheer van de it-infrastructuur en de kantoorautomatisering van Delta over te nemen. Zij blijken op professioneel vlak nóg een gemeenschappelijk raakvlak te hebben: energie. Buijs van Atos Origin denkt na over het vraagstuk van het toenemende energieverbruik en de koelingproblematiek in datacenters. Buijs bij Delta buigt zich over het probleem van de oprakende fossiele energiebronnen olie, gas en kolen, en onderzoekt alternatieven als kernenergie, zonne- en windenergie en biomassa.
Datacenters, koeling, energie
Als exploitant van datacenters kampt Atos Origin met twee elkaar versterkende problemen: rekencentra vreten stroom en worstelen met een koelingsprobleem. “De energiekosten, inclusief koeling, liggen nu op een vergelijkbaar niveau als de kosten per m2. Ter vergelijking: als huurder ben je dan even veel geld kwijt aan huur als aan energie”, zegt Buijs van het it-bedrijf. “Ik verwacht dat die verhouding nog schever groeit. Ik zoek daarom naar mogelijkheden om het energieverbruik van een rekencentrum te verlagen.”
Om de urgentie van de problematiek aan te geven, verwijst hij naar een onderzoek van Gartner. Het bureau verwacht dat de huidige gemiddelde energiebehoefte van 400-600 watt per m2 groeit naar 800-1000 W/m2 en misschien zelfs naar 3000 W/m2. “Die groei kan niet door blijven gaan”, zegt Buijs van het nutsbedrijf. “Die hoge energiedichtheid stelt extreem hoge eisen aan de materialen in zo’n ruimte. Bij het ontbreken van koeling kunnen processoren dan net zo heet worden als het schild van een ruimteveer.”
Een studie van Sun Micro-systems wijst uit dat 3 procent van de energievraag in de Verenigde Staten op computercentra betrekking heeft. Dit percentage stijgt binnen een aantal jaren naar 6 procent. “Hoewel ik al jaren meeloop, ben ik toch verbaasd over de snelheid van deze groei”, zegt ‘Atos-Buijs’. “Het tegenstrijdige van de situatie is dat de vraag naar energie de laatste jaren enorm is gestegen, terwijl de behoefte aan computervloerruimte de afgelopen decennia is afgenomen. De opgekomen bladeservers en de sneller wordende processoren vreten energie en geven veel hitte af. Het probleem zit ‘m dan ook niet in de wat oudere computersystemen, maar in de nieuwe ‘high density’ technologie.” Hij wijst bijvoorbeeld op de opslagsystemen in datacenters: die verbruiken minder stroom omdat er ook met back-uptapes wordt gewerkt.
Volgens ‘Delta’-Buijs kunnen it-bedrijven in ieder geval energie besparen door te kijken naar verbeteringen in de energie- en koelingsketen. Via infraroodmetingen kan bijvoorbeeld ontdekt worden dat het op bepaalde plekken warmer is dan elders. “De warmte concentreert zich daar omdat die niet goed wordt afgevoerd. Aan die ‘hot-spots’ kun je wat doen.” Verder wijst hij op absorptiekoeling als alternatief voor de airconditioning. Absorptiekoelma-chines zijn warmtepompen die worden aangedreven door warmte. Die temperatuur mag relatief laag zijn, bijvoorbeeld rest- of afvalwarmte. In de Verenigde Staten en Japan is de combinatie van koelen en stadsverwarming al een vertrouwde technologie.
Alternatieven
Buijs van Atos Origin vertelt dat de roep om maatschappelijk te ondernemen ook in zijn bedrijf hoorbaar is. Hoe zorg je ervoor dat datacenters zuiniger omgaan met energie? Hij vraagt zich af of alternatieve energiebronnen al ingezet kunnen worden. Zijn collega ‘cto’ van Delta somt enkele alternatieven op: zon, wind, water, biomassa. “Probleem is dat je voor grootverbruikers grootschalige oplossingen nodig hebt. Die zijn er nog niet of nauwelijks. Aan de Wageni-ngen Universiteit kweken ze bijvoorbeeld algen en wieren. Na uitpersing kun je van de olie biodiesel maken om die in een dieselgenerator te ‘verstromen’. In het dichtbevolkte Nederland is het echter erg lastig om naast een groot kantoor een vijver met voldoende groot oppervlakte aan te leggen alsmede een fabriekje om biodiesel te maken. Die verschillende activiteiten verdragen elkaar ook slecht. Of neem het verstoken van afval of biomassa. Dan moet je naast je datacentrum een grote afvalverstoker neerzetten. En een afvalberg natuurlijk!”
Zelf gelooft hij in kernenergie, maar dat is in Nederland een moeizame discussie. “We kunnen echter niet zonder, willen we de CO2-emissie kunnen beperken. Echt duurzaam is de zon. Wil je op zonne-energie draaien, dan heb je zonnepanelen nodig. In Heerlen hebben wij een fabriek die zulke panelen produceert en aan zakelijke gebruikers levert. Goedkoop is het nog niet. Het is een langetermijninvestering.”
Beide heren zijn het er over eens dat de energieproblematiek vraagt om nieuwe ‘business modellen’ voor computercentra. Een intensiever overleg met de energiesector kan daarbij geen kwaad, niet alleen als sparringpartner maar ook op het praktisch vlak. Het voorbeeld van de Eemshaven, waar een computercentrum wordt gebouwd in de nabijheid van de Eemscentrale, spreekt hen aan. “Je hebt dan gelijk de zekerheid van je energievoorziening geregeld.”
Delta/Atos Origin
Delta beschikte over een rekencentrum in Middelburg zonder een uitwijklocatie. In het kader van het uitbestedingscontract is dit it-ketelhuis gemigreerd naar het Amsterdamse rekencentrum van Atos Origin (met uitwijk naar Eindhoven). Een standaardaanpak van de automatiseerder: voor klanten vergroot het hiermee de schaalgrootte van hun datacentrumcapaciteit tegen lagere kosten en hogere kwaliteit van de dienstverlening. En de uitwijkfaciliteit is gelijk geregeld.
Atos Origin telt in Europa 31 datacenters. De it-dienstverlener wil dit aantal terugdringen en bekijkt momenteel per datacenterlocatie of die gesloten dan wel opgeknapt dient te worden. “Dit geeft ons de kans om ook betere energievoorzieningen aan te leggen”, zegt Buijs. “We zullen een tiental it-krachtcentrales overhouden. In Nederland hebben we bijvoorbeeld dubbel uitgevoerde rekencentra in Eindhoven en Groningen en locaties in Bussum en Amsterdam. Ik voorzie sluiting van een van de gebouwen.”