Europese ondernemingen hebben meer moeite met ‘global delivery’ dan Indiase of Noord-Amerikaanse bedrijven. Dat concludeert Forrester-analist Andrew Parker na onderzoek. De it-leveranciers zien zich in toenemende mate geconfronteerd met de vraag van klanten naar goedkope (offshore) levering van projecten en ‘managed services’.
Parker volgde zes grote Europese dienstverleners en zette de gevonden resultaten af tegen die van concurrenten uit de Verenigde Staten (IBM en Accenture) en India (Whipro en Infosys). "Europa loopt gemiddeld zo'n twee jaar achter", is zijn conclusie. Een lastige achterstand om in te halen, aangezien de voorlopers zich ook gewoon blijven doorontwikkelen. Van de zes onderzochte bedrijven (Atos Origin, Capgemini, Getronics, LogicaCMG, Siemens en T-Systems) bleek Capgemini het meest vooruitstrevend. "T-Systems heeft meer internationale klanten, maar de relatieve grootte van de projecten is klein. Siemens en LogicaCMG zijn van deze zes het minst ontwikkeld op het gebied van global delivery. Siemens doet in het buitenland vooral veel voor het moederbedrijf, minder voor klanten."
De belagrijkste reden voor het achterblijven ligt in schaalgrootte. "De marktleiders in India, Whipro en Infosys, hebben zo'n dertig- tot veertigduizend mensen in dienst. IBM heeft ruim 43.000 medewerkers in lagelonenlanden. De beste ondernemingen in Europa komen niet verder dan twintigduizend." Een andere reden ligt in de interne veranderingen die nodig zijn binnen een bedrijf om daadwerkelijk internationaal te opereren. "Processen moeten veranderen, projectmanagement, de fundamentele infrastructuur van een bedrijf. Europese organisaties moeten zien te transformeren naar een wereldwijd bedrijf. Daarvoor is een enorme verschuiving nodig. Niet iedereen kan die maken."
Toch zitten de Europese spelers verre van stil. "Ik ben verbaasd over de snelheid waarmee ze zich ontwikkelen. Capgemini had vorig jaar minder dan tienduizend medewerkers in lagelonenlanden. Mede door de overname van het Indiase bedrijf Kanbay en forse investeringen in global delivery verwachten ze dat tegen eind 2007 ruim te verdubbelen." Ook Atos Origin en Getronics willen een verdubbeling van hun medewerkers in het buitenland. "Tegen het einde van 2010 zal 40 procent van de medewerkers van dit soort bedrijven buiten West-Europa gebaseerd zijn, in lagelonenlanden."
Van alle Europese landen loopt Groot-Brittannië voorop. "Nederland komt, samen met de Scandinavische landen, daar vlak achteraan. Vervolgens Duitsland en Frankrijk. Landen als Spanje, Italië en Griekenland zijn nog helemaal niet zo ver, maar zij hebben qua kosten natuurlijk ook het minste te winnen", legt Parker uit. Volgens de analist ziet de markt voor global delivery er over drie tot vijf jaar een stuk volwassener uit. "Er zullen vijf of zes spelers in staat blijken om op wereldwijde schaal te opereren. Zoals het er nu uitziet, zullen dat waarschijnlijk IBM, Accenture, Whipro, Infosys en Capgemini zijn."
Definities
Het goedkope global delivery model: het integreren van hoogstaande expertise op een bepaald gebied, brede technische vaardigheden en projectmanagement in een netwerk van goedkope locaties door middel van consistente en robuuste processen, hulpmiddelen en infrastructuur om de tijdige levering van superieure it- en business process outsourcing-oplossingen te maximaliseren. In dit model zijn de genoemde locaties in het bezit van de it-leverancier (filialen).
Offshore outsourcing: bij offshore outsourcing wordt door de it-leverancier een organisatie ingehuurd om een product of dienst te leveren. Deze organisatie bevindt zich buiten het land waarin het product of de dienst uiteindelijk verkocht gaat worden. Veelal gaat het hierbij om organisaties in lagelonenlanden.
Forrester IT Forum
Het onderzoek van Andrew Parker wordt gepresenteerd op het Forrester IT Forum dat van 11 tot en met 13 juni plaatsvindt in het Schotse Edinburgh.
twee opmerkingen:
1. het valt me steeds weer op dat in veel internationale vergelijkingen op ICT-gebied Nederland wel en Belgie helemaal niet vermeld wordt. Blijkbaar weten Nederlanders zich nog steeds beter te verkopen.
2. Ironisch dat juist Europa achter loopt, daar waar wij waarschijnlijk het meest van alle continenten geconfronteerd worden met multi-language / multi-country / multi-culture situaties en -bedrijfsomgevingen. Eigenlijk zouden we dus (op het kostennadeel na uiteraard) goed gepositioneerd moeten zijn voor internationale projecten en support.