Een herstart van het Nationaal High Tech Crime Center (NHTCC) is een belangrijke stap om digitale criminaliteit beter te bestrijden.
De SP heeft veel kritiek op de aanpak van internetcriminaliteit. Kamerlid Arda Gerkens: "Kennis over digitale criminaliteit is nu teveel verdeeld over verschillende korpsen, de daadkracht is verdwenen." De politica zei dit tijdens een werkbezoek aan forensisch onderzoeksbureau Fox-IT in Delft. Sinds de opheffing van het Nationaal High Tech Crime Center in 2006 maakt Gerkens zich hard voor herinvoering van het samenwerkingsproject tussen de ministeries van Justitie, Binnenlandse Zaken, Economische Zaken en het Korps Landelijke Politie Diensten en gespecialiseerde ict-bedrijven. De opsporing van computercriminelen is vanaf dit jaar ondergebracht bij het Korps Landelijke Politiediensten (KLPD). Voor de aanpak van digitale criminaliteit zijn regionale korpsen samengevoegd tot clusters. Ieder cluster heeft een cyberexpert. Voor de grote en internationale zaken is het High Tech Crime Team ondergebracht bij de nationale recherche. Gerkens vindt dat kennis over digitale criminaliteitsbestrijding teveel is versnipperd over de verschillende korpsen. Volgens haar is de oude situatie beter omdat dit een samenwerking was tussen alle betrokken partijen en omdat informatie meer toegankelijk was. "Het is nu vooral een opsporingsapparaat, terwijl die overdracht van kennis juist zo belangrijk is om digitale criminaliteit te voorkomen en aan te pakken."
De KLPD ziet weinig in de plannen van Gerkens: "Het was van te voren duidelijk dat het NHTCC een tijdelijk project was. Bovendien werkt de manier waarop we nu digitale criminaliteit aanpakken erg goed", aldus een woordvoerder.
Gerkens mist ook de samenwerking tussen politie en bedrijfsleven. Opsporingsdiensten zouden volgens haar meer moeten samenwerken met ict-bedrijven die gespecialiseerd zijn in cybercrime. "Zij hebben veel specifieke kennis. Waarom zouden we die dan niet gebruiken?"
Roland Vergeer van Fox-IT denkt dat bedrijven de opsporingsdiensten van de overheid goed kunnen aanvullen: "Specialistisch onderzoek, encryptie of onderzoek bij enorme datanetwerken waar veel manuren in gaat zitten leidt bij de politie vaak tot personele problemen. De politie zou best vaker een beroep kunnen doen op bedrijven. Bedrijven kunnen in het algemeen sneller reageren. Bij de overheid duurt dat vaak langer, omdat het overleg over meerdere schijven gaat."
Ook op Europees niveau ligt de aanpak van cybercrime ter discussie. De Europese Commissie pleit voor een meer internationale aanpak (samenwerking EU-landen en landen buiten Europa) en samenwerking met het bedrijfsleven om de groeiende digitale criminaliteit de kop in te drukken.
Het is van uitermate belang dat we meer gaan doen vanuit de ‘Overheid’ op dit gebied. Opsporing en Vervolging van deze nieuwe criminelen staat op zeer laag pitje en we lopen meer en meer achter de feiten aan. Dit moet echter wel ook worden gedaan vanuit een Internationale Samenwerking omdat deze criminelen veelal vanuit verschillende landen samenwerken en dus er verschillende opsporings en politie-diensten mee te maken hebben. Het begin hiervan is wel de Nederlandse Politiek, die moet beseffen dat dit een grote bedreiging is voor de ‘Digitale Wereld’ van zakendoen. Naar mijn idee zijn de meeste politici zich bijna niet bewust van de gevaren die er spelen in deze on-line wereld. Daar zal moeten worden begonnen!