Virtualisatie is in en Linux is in. Sommige oudere, nog altijd veelgebruikte platformen zijn echter minder hip. Combineer die drie en je hebt technologisch, maar mogelijk ook markttechnisch een succesnummer.
IBM komt met virtualisatie voor zijn Unix-variant AIX waarmee de bijbehorende System p-servers Linux draaien. En wel de variant van het open source besturingssysteem voor x86-processoren. Linux bestaat immers ook voor de Power-processoren die dienst doen in IBM’s System p-machines. Applicaties voor x86-Linux kunnen hiermee ongewijzigd draaien op de Unix-machines van IBM.
De computerleverancier heeft nu een openbare bèta uitgebracht van die virtualisatiesoftware, Application Virtual Environment (AVE) geheten. Het grootste voordeel van AVE is volgens IBM de mogelijkheid van consolidatie van x86-servers met Linux-applicaties naar Power-servers. Dit levert besparingen op in energieverbruik, koeling en natuurlijk ook ruimte in het datacenter. De System p-computers zijn ook verkrijgbaar in blade-vorm. AVE moet in de tweede helft van dit jaar uitkomen.
A la Mac OS
De opzet van AVE lijkt sterk op de aanpak die Apple heeft gebruikt voor eerst de overgang van Mac OS 9 naar X en toen van PowerPC- naar Intel-chips. Eerstgenoemde is de Classic-omgeving in Mac OS X, het tweede de Rosetta-vertaallaag voor processorinstructies. De gelijkenis met Rosetta is geen toeval; die technologie van Transitive is door zowel Apple als IBM in licentie genomen.
Bij het starten van een applicatie ziet het besturingssysteem, AIX in het geval van AVE, om wat voor applicatie het gaat en start vervolgens de daarvoor benodigde omgeving. De instructies en systeem-calls van de Linux-software worden dan dynamisch vertaald en omgezet naar de tegenhangers op Power-processoren. Daarbij worden veelgebruikte instructies en calls bewaard in een cache, zodat het prestatieniveau van de x86-Linux-applicatie na verloop van tijd hoger kan zijn dan direct na het starten ervan.