Trends en ontwikkelingen herkennen, de grote lijnen in de gaten houden. Dat is wat journalisten behoren te doen. Eenvoudig is dat echter niet. Het is in de sportjournalistiek bijvoorbeeld heel gewoon om binnen een week van ‘Kreupel Ajax in diepe crisis’ te gaan naar ‘Magistraal Ajax vernedert PSV’.
Toen vorige week het bericht kwam dat de ict-beurs TINE op de valreep werd afgelast, concludeerden diverse vakgenoten onmiddellijk dat ict-beurzen hun tijd hebben gehad. Welk bedrijf gebruikt tegenwoordig immers nog een ict-beurs voor een presentatie of bekendmaking? Waarom zou je nog een dure stand op een beurs nemen als er zoveel andere manieren zijn om contact te hebben met je (potentiële) klanten? En wat heb je als ict’er op een beurs te zoeken als je alle informatie ook online kunt vinden? De pen werd al in de azijn gedoopt teneinde het overlijdensbericht van ‘De Ict-beurs’ te schrijven.
Maar nog diezelfde dag werd bekend dat het bezoekersaantal van de CeBIT dit jaar tien procent hoger lag dan in 2006. Zo’n half miljoen mensen bezochten dit jaar de beurs. Ik was er ook, voor het eerst. Gedurende een lange dag heb ik een fractie van de ruim zesduizend stands uit bijna tachtig landen kunnen zien. Voor een stervende beurs was het er best levendig.
In Nederland hebben we beurzen als Bouw & ICT, Zorg & ICT, Overheid & ICT en de combinatiebeurs Infosecurity/Storage Expo/Linuxworld. Volgens Pieter Simons, organisator van deze beurzen, groeien de bezoekersaantallen nog jaarlijks en heeft hij niets te klagen.
Misschien dat ict-beurzen in de toekomst inderdaad zullen verdwijnen. Maar die conclusie kan nog niet getrokken worden, omdat één zwakke broeder is omgevallen.