De inzet van thin clients bleef tot voor kort beperkt tot de klassieke terminalwerkplekken. Met het volwassen worden van de apparatuur en de protocollen, en de ruime beschikbaarheid van bandbreedte hebben de verkopen inmiddels een sterke groei ingezet.
Het idee van thin clients is bepaald niet nieuw. Larry Ellison en Scott McNealy liepen er tien jaar geleden al mee te leuren. Van hun ideeën is destijds niets terechtgekomen. Vooral omdat zij die uitsluitend, vergezeld van een hoop retoriek, tegenover de pc’s van Microsoft positioneerden. De inzet van thin clients bleef tot voor kort dan ook beperkt tot de klassieke terminalwerkplekken: op balies en voor transactie-invoer, bijvoorbeeld in ziekenhuizen en bij banken. Vergelijkbaar met de oude terminal, maar dan met meer flexibiliteit en een grotere hoeveelheid applicaties.
De afgelopen tijd heeft de thin client echter een sterke groei doorgemaakt. Behalve aan het volwassen worden van de apparatuur en de protocollen zelf, is die ook te danken aan ontwikkelingen op andere gebieden: de beschikbaarheid van voldoende bandbreedte, virtualisatie, software as a service (saas) en het uitkomen van Vista.
“De thin clients zijn er al lang,” zegt Chris Ingle, hoofd van IDC’s European Systems Group, “maar de verkopen daarvan zien we pas de laatste jaren sterk toenemen. Inmiddels is er zo veel bandbreedte beschikbaar dat je zonder problemen complete applicaties over het netwerk kunt uitvoeren. Op dit moment kunnen mensen op deze manier zelfs thuis werken.”
Opvallend is de grote verscheidenheid aan concepten en uitvoeringen die inmiddels beschikbaar zijn. Server based computing met Terminal Services of Citrix is daarvan wel de bekendste. Daarbij wordt de applicatie via RDP (Remote Desktop Protocol) of ICA (Independent Computing Architecture) naar de eindgebruiker gebracht (screencasting). De toepassing zelf draait op de centrale Windows-server.
Een alternatief is desktopvirtualisatie met VMware. Daarbij draaien de applicaties niet direct op een en dezelfde server, maar in verschillende virtuele machines. “Het voordeel van deze aanpak is dat iedere machine zijn eigen image heeft”, aldus Peter van Caspel, regional sales manager bij Wyse Benelux. “Als een gedeelde server onderuit gaat, ben je gelijk met veertig man uit de lucht. Omdat iedereen nu zijn eigen image heeft, ben je bovendien flexibeler in je applicaties. Nadeel is dat het beheer van die images wel intensiever is.”
Multimedia
Beide concepten hebben als minpunt dat zij door het gebruik van RDP en ICA als screencasting-protocollen beperkt zijn in hun weergave van multimedia. Wyse biedt daarom ook een streaming variant aan. Daarbij fungeert de niet-zo-thin client, voorzien van 256 Mbyte aan geheugen en een 1 GHz processor, als een pc. Die start via PXE (Preboot Execution Environment) een versie van Windows XP Embedded. “Daaraan hebben we nog een application agent toegevoegd, waarmee ook toepassingen, het register en andere instellingen gestreamd kunnen worden”, vervolgt Van Caspel. “Door mensen lokaal hun browser op te laten starten, kunnen ze bijvoorbeeld wel videofilmpjes bekijken. De doelstelling blijft echter om zo veel mogelijk op Terminal Server te doen.”
HP is de prestatieproblemen van multimediatoepassingen te lijf gegaan met een nieuw screencasting-protocol. “ICA en RDP zijn uitstekend geschikt voor standaardkantoorwerk,” zegt Kees Verton, marketing manager van HP’s Personal Systems Group, “maar voor het oversturen van hoge-resolutie-beelden op hoge snelheid kunnen onze klanten HP Remote Graphics gebruiken. Dat hebben we destijds voor de NASA ontwikkeld om de Mars Pathfinder zijn beelden naar de aarde te kunnen laten sturen.”
Blade Workstations
Een andere oplossing, specifiek voor HP, is de Blade Workstation. Daarbij bevinden de pc’s zich in de vorm van blades in het rekencentrum. De interface wordt naar de client gebracht via RDP of Remote Graphics. Die pc’s draaien direct op de blades. In dit geval kan geen gebruik worden gemaakt van VMware omdat voor de compressie van de beelden de processor van de grafische kaart nodig is. De output daarvan wordt nu echter niet naar het scherm gestuurd maar over het netwerk naar de thin client.
Ook Sun heeft iets bijzonders: de Desktop System Architecture. Met hun Secure Global Desktop (voorheen Tarantella) en Sun Ray Server Software kunnen ze alle besturingssystemen en applicaties voor alle soorten devices ontsluiten. Hoewel de tweede specifiek voor Sun Ray clients is, doen deze pakketten conceptueel hetzelfde. Tussen de client en de server wordt het display-protocol gesproken. Voor de Sun Rays is dat ALP (Appliance Link Protocol), voor Tarantella is dat AIP (Adaptive Internet Protocol). Tussen de server en de achterliggende native server wordt gecommuniceerd in ICA, RDP of X. De gateway server beheert de sessies en zorgt voor de vertaling naar het juiste client-protocol. Dat betekent dat je vanaf ieder apparaat, niet alleen een thin client, maar ook een pda, pc of laptop, toegang hebt tot elk type back-end. Zo kun je een sessie op kantoor later via het netwerk thuis op de pc weer oppakken, en het mailtje waar je op je werk aan begon ‘s avonds na de prak afmaken.
Licenties
Welk van al deze verschillende concepten de beste is, is niet te zeggen. “Dat hangt heel erg af van de situatie”, zegt Verton. “De thin client is niet per se ideaal. Dat is sterk afhankelijk van de organisatie, van de gebruikers, van het soort applicaties, van de diversiteit van de toepassingen en de licentiekosten. Er kunnen bijvoorbeeld grote verschillen zitten in licenties die per gebruiker, per processor of per simultane gebruiker worden afgerekend.”
“We zien wel dat veel clients XP Embedded gebruiken, omdat ze dan lokaal een versie van Internet Explorer beschikbaar hebben. Dat is voor veel toepassingen erg praktisch. Heb je maar een paar applicaties nodig, dan kun je naar andere oplossingen kijken.”
Als het gaat om kantoorautomatisering, dan ziet Van Caspel Terminal Server, eventueel in combinatie met Citrix, het meest worden ingezet. “We komen VMware wel veel tegen, maar dan meestal aan de serverkant. Virtualisatie van de desktop zien we veel minder. De eerste successen op dat gebied worden geboekt bij educatieve instellingen. Daar biedt men leerlingen steeds hetzelfde image aan. Zodra de student klaar is, is alles direct weer weg en schoon. In het algemeen gaan onze klanten toch vaker met Terminal Server aan de slag.”
Beheer en beveiliging
De belangrijkste argumenten om naar thin clients over te stappen zijn beheer en beveiliging. “We zien dat een heleboel apparaten worden gestolen”, zegt Ingle. “Bij het gebruik van thin clients staat alle data op de servers in plaats van op de afzonderlijke apparaten.” “Als iemand je Sun Ray steelt, dan heeft hij daar niks aan”, aldus Verton.
Beheer is volgens Ingle vooral belangrijk voor bijkantoren. “Daar hebben ze immers geen eigen it-afdeling. Hoewel de kosten voor een pc-gebaseerde kantoorwerkplek de afgelopen jaren sterk zijn gedaald, maakt het totale beheer daar nog steeds een belangrijk deel van uit.”
“De beheerkosten voor een thin client zijn veel lager”, zegt Verton. “Dat kan door thin clients te nemen die uitermate dom zijn, de zogenaamde stateless oplossing. Of door te zorgen dat je goede tools hebt om de thin clients vanuit een centrale omgeving te beheren. Wij leveren daarvoor standaard Altiris of OpenView mee, maar we kunnen ook een upgrade doen via een usb-drive.”
Voor Sun is de stateless client de enige optie. “Andere fabrikanten leveren allemaal apparaten met software, zegt Romers, “een Embedded Windows-versie of een gestripte Linux-variant. Die bevatten nog steeds drivers en een RDP- of ICA-client. Die moet je nog steeds beheren. Als daar patches voor zijn, moet je die nog steeds installeren.”
Erik Burghoorn, eigenaar van de Cards groep, Principal Partner van Sun, ziet bovendien steeds meer geheugen en verwerkingskracht in de thin clients verschijnen. “Dat is niet de bedoeling. Het moet de ultieme lege doos zijn. Klanten maken zich daar zorgen over. Die zien steeds meer op de thin client komen: Windows CE of Embedded Windows. Zij wilden juist af van het lokale beheer. Bovendien heeft dit gevolgen voor de veiligheid; er zijn ook virussen voor CE en Embedded.”
Tenslotte is de thin client hardware ook nog goedkoper, zowel in de aanschaf als in het gebruik. “De technische levensduur is veel langer”, zegt Verton. “Er zitten geen bewegende onderdelen in: geen optische disk, geen harde schijf en geen ventilator. Dat betekent dat het een zogenaamd solid-state apparaat is, met een heel laag uitvalpercentage. Je ziet wel dat ze op een gegeven moment vervangen worden, maar niet omdat ze stuk zijn, maar omdat meer performance nodig is. De economische levensduur is dus een stuk langer.”
Romers merkt bovendien dat het stroomverbruik een belangrijk argument is. “De Sun Ray verbruikt vier watt. Een klant die dat had doorgerekend, kwam voor vijfduizend kantoorwerkplekken op een besparing van 250 duizend euro per jaar. Dat is vijftig euro per werkplek. Dat is een mooi begin van je business case.”
Mobiele clients
Een relatief nieuw argument om met thin clients aan de slag te gaan is om de mobiele gebruiker te faciliteren. “Je ziet de prijzen van mobiel dataverkeer nu snel dalen”, zegt Ingle. “Bovendien zijn gebruikers bereid om met een mobiele thin client te werken omdat zij dat model al kennen van hun werkplek.” Accutech levert bijvoorbeeld al een laptop gebaseerd op de Sun Ray client.
“De Sun Ray kan niet alleen worden ingezet op het kantoor, maar ook op bijkantoren en thuis”, aldus Romers. “We werken nu met partners aan een dienst voor kleine bedrijven met een handvol werkplekken. Denk dan bijvoorbeeld aan advocatenkantoren, huisartsen en apotheken, die het beheer van hun werkplek uitbesteden aan een service provider. Cards is bezig in de gezondheidszorg en Raywyse biedt dit concept nu al aan voor de financiële wereld.”
“Bij Sun zelf werken we ook op deze manier”, vervolgt Romers. “We hebben ons kantoor in Amersfoort, maar ook een drop-in centrum in Amsterdam. Daar zijn twintig werkplekken met Sun Rays.”
Belangrijkste factor voor de verdere groei in thin clients is volgens Ingle de bewustwording. Dat ziet hij bijvoorbeeld aan de reactie van de managers die hij een thin client heeft laten zien. “Die zeggen: ‘Ik ben de baas, dus wil ik op een mooie notebook werken, niet op zo’n rare thin client.’ Wij raden bedrijven dan ook aan hun gebruikers in groepen onder te verdelen. Niet iedereen moet morgen per se aan de thin client. Er is een aantal werkplekken waar dat heel voor de hand ligt. Daar moet je beginnen, en dan kun je vervolgens naar de andere plekken kijken. Maar dat geldt niet alleen voor de gebruikers. Sommige it-afdelingen zijn niet goed bekend met de mogelijkheden van thin clients. Dan wordt het wel heel erg lastig. Want voor de gebruikers is het een nog veel grotere verandering. Die vragen zich af waar hun data wordt opgeslagen, wat er met hun laptop gebeurt.”
Saas en virtualisatie kunnen deze bewustwording op gang helpen. “Mensen raken zo gewend aan applicaties die zich op internet of een virtuele machine bevinden. Dan zal men zich eerder afvragen waarom ze hun pc nog nodig hebben.”
Ook Vista zou een gelegenheid kunnen zijn om de overstap naar thin clients te maken, al is Ingle daar sceptisch over. “Probleem is dat resellers hier niet klaar voor zijn. Die verkopen immers liever een complete pc met alles erop en eraan dan een kale thin client. Ze zouden op termijn echter meer geld kunnen verdienen aan de diensten rondom de thin client.”
Uit het artikel lijkt naar voren te komen dat een PC netwerk dus alleen maar nadelen kent. Misschien dat daar ook de voor en nadelen van opgesomd kunnen worden?
Thin client is tenslotte maar een van de mogelijkheden.
W ter Horst,
Dat is waar maar wil je echt een volledig beeld geven moet je een gedegen onderzoek doen.
Eigenlijk zijn de nadelen van thinclients (multimedia) de voordelen van phat clients… en dit zal veranderen op het moment dat de protocollen hier geschikt voor worden