Groeien, groeien en nog eens groeien. Dat is waar Ordina op inzet. Afgelopen jaar nam de omzet met 30% toe en het personeelsbestand met 20% tot ruim vijfduizend fte’s. Dat zijn forse toenames. Maar de onderneming wil zeker niet alle kanten tegelijk op groeien.
Ordina heeft Franse wortels. Het bedrijf is in 1973 opgericht als dochteronderneming van het Franse SG2 en werd vernoemd naar het Franse woord voor computer: ordinateur. Begin jaren ‘80 vond een management buy-out plaats en werd de Franse navelstreng doorgesneden.
Zoals zoveel it-bedrijven in die periode hield Ordina zich hoofdzakelijk bezig met detachering. Midden jaren ‘90 werd het roer omgegooid en werden consulting en projectmanagement als hoofdactiviteiten toegevoegd, gevolgd door applicatie-outsourcing en infrastructuurservices aan het einde van de jaren ‘90. Zo ontwikkelde Ordina zich tot een full service dienstverlener. Totdat de markt begon te veranderen.
Specialisme
Ceo Ronald Kasteel: “Eind jaren ‘90 was de tijd van de grote outsourcing deals. Organisaties deden hun complete it de deur uit en de dienstverleners stemden hun aanbod daarop af. Inmiddels zien we al een aantal jaren een verandering bij onze klanten. Er wordt meer en meer gedeeltelijk uitbesteed. Het datacenter gaat bijvoorbeeld naar partij A, het desktop management naar partij B en applicatie-ontwikkeling naar partij C. Dat vraagt om een meer specialistische benadering. Dat is ook logisch, want de it-vraagstukken worden steeds complexer. Niemand kan nog overal goed in zijn. Je moet keuzes maken.”
Ordina besloot zich toe te leggen op activiteiten met een hoge toegevoegde waarde en de infrastructurele diensten af te stoten. Het eigen datacenter werd aan Getronics verkocht en de activiteiten op het vlak van het desktop management aan HP.
Er zijn nu vier lines of business: consulting, ict (systeemontwikkeling, testen en implementeren van zowel maatwerk als standaard applicaties), applicatie-outsourcing (het beheren van applicatieportfolio’s van klanten) en business process outsourcing (bpo).
Volgens Kasteel tekent zich inmiddels een tweedeling af binnen de it-branche. “Je ziet bedrijven die zich op de infrastructurele kant toeleggen. Dat deel van de markt wordt gedomineerd door grote Amerikaanse spelers als EDS, IBM en HP. Aan de andere kant zijn er bedrijven die zich specialiseren in value added services. Zij oriënteren zich op de business-kant.”
Acquisities
Business managers stellen andere eisen aan hun it-dienstverlener dan it-managers, constateert Kasteel. “Zij vragen naar je track-record in vergelijkbare situaties en om specifieke schaalgrootte. Dat laatste is van belang vanwege de continuïteit, maar ook omdat er vaak op grote schaal geleverd moet worden. Wij hebben grote organisaties onder onze klanten. Daar heb je voldoende schaalgrootte voor nodig, omdat je anders niet in staat bent hun it-problemen op te lossen. Daarom is groei zo ontzettend belangrijk voor ons.”
Die groei realiseert Ordina op eigen kracht en door middel van acquisities. Afgelopen jaar bedroeg de autonome groei 12% en de groei door overnames 18%. De onderneming zal ook de komende jaren het overnamepad blijven bewandelen, verzekert Kasteel. “De markt is behoorlijk versnipperd. Er zijn voor ons nog heel veel interessante vissen in de vijver.”
Recente geruchten dat hij een oogje heeft op Getronics, dat eerder PinkRoccade inlijfde, verwijst hij naar het land der fabelen. “Getronics heeft een dominante focus op infrastructurele activiteiten en is bovendien sterk internationaal georiënteerd. Dat past niet in onze strategie.”
Rode draad
Ordina wil substantieel marktaandeel winnen door sneller te groeien dan het groeitempo van de markt. Het is de ambitie van het bedrijf om op die manier uiteindelijk de grootste te worden. Niet over de hele linie, maar wel binnen het zelf gekozen strijdperk van de ‘value added services’.
Focus is daarbij cruciaal, onderstreept Kasteel. “Focus is een rode draad in onze geschiedenis. We bepalen zelf het speelveld. In geografisch opzicht ging en gaat het om Nederland en België. Wij hebben geen internationale uitbreidingsplannen. Verder concentreren we ons op een beperkt aantal speerpuntmarkten. Dat zijn bovenal de financiële sector en de overheid. Focus is er ook met betrekking tot onze klanten. We willen onze aandacht niet te veel versnipperen. Daarom kiezen we voor een beperkte set aan grote klanten. Ons streven is dat de top-40 van onze klantenlijst driekwart van de omzet vertegenwoordigt. Nu zitten we op 68%. Daarmee bereiken we enerzijds voldoende spreiding, maar blijven we anderzijds toch geconcentreerd. En tenslotte focussen we binnen onze bpo-portfolio op de financiële wereld. ”
Backofficefabriek
Ordina zette de eerste stappen op het bpo-pad in 2004 toen een contract met Staal Bankiers werd afgesloten. Spoedig gevolgd door deals met Insinger de Beaufort, de Nederlandse Waterschapsbank, BlackRock (Meryll Lynch) en Robeco Direct. Met Reaal Verzekeringen en de Bank Nederlandse Gemeenten zijn onlangs principeovereenkomsten gesloten en met de Rabobank werd een zevenjarig contract overeengekomen voor het ontwikkelen, testen, beheren en onderhouden van bancaire applicaties. Tweehonderd Rabo-medewerkers gaan daardoor over naar Ordina en ruim driehonderd externen worden ‘zo snel mogelijk’ vervangen, aldus Kasteel.
De leiding van Ordina verwacht dat deze bpo-markt de komende jaren zeer sterk zal gaan groeien en doet met het oog daarop forse investeringen. Zo ontwikkelt de onderneming een ‘administratieve fabriek’, die een aantal zeer it-intensieve backofficeprocessen, zoals betalen, sparen, effectentransacties en hypotheekadministraties kan uitvoeren ten behoeve van klanten in de financiële sector.
Ronald Kasteel: “Dergelijke processen ondersteunen de kerntaken van onze klanten, maar hebben in zichzelf geen onderscheidend vermogen. Daarom zoeken zij naar een partner met voldoende schaalgrootte en kennis van die processen. En er moet natuurlijk een groot vertrouwen bestaan, anders besteed je zulke bedrijfskritische processen niet uit.”
Stabiliteit
Deze contracten zijn allemaal langlopend. Minimaal zeven jaar en soms langer, zoals in het geval van Robeco Direct waar de looptijd tien jaar bedraagt. Ordina hoopt op deze manier minder conjunctuurgevoelig te worden. De marge op deze contracten is weliswaar lager, maar daar staat tegenover dat toekomstige recessiedalen er minder diep van worden. In zijn totaliteit, over de hele cyclus heen, zal dit tot een hogere winst leiden, verzekert Kasteel.
Angst dat personeelstekorten roet in het eten zullen gooien heeft hij nauwelijks. Hij weet zich gesterkt door de strategische samenwerking met zijn Amerikaans/Indiase partner Cognizant, die 28.000 medewerkers telt, waarvan 80% in India en waarbij hij systeemontwikkeling, beheer en onderhoud van systemen kan onderbrengen. Verder zijn er de ‘gewone’ overnames en outsourcingsdeals, waarbij personeel overgaat naar Ordina en streeft de onderneming er naar om de bpo-activiteiten minder ‘mensintensief’ te maken, lees: ze zoveel mogelijk te automatiseren. Daarnaast wil Ordina heel actief blijven werven.
We leggen Kasteel nog een gewetensvraag voor. Als hij alles afweegt, waar kiest hij dan voor: de grootste zijn, de beste of de meest winstgevende?
Het blijkt een vraag waar hij even over na moet denken, maar dan volgt een uiterst pragmatisch antwoord: “Tja, het is moeilijk om daar zo uit te kiezen, maar ik ga toch voor de grootste. Je kunt alleen de grootste worden als je kwalitatief top bent. En als je de grootste en de beste bent, dan zit het ook wel goed met de winst.”