De aanpak van ‘spamwaakhond’ OPTA leidde in een paar jaar tijd tot een afname van Nederlandse spam met 85 procent. Volgens de Europese Commissie is het een goed voorbeeld voor andere landen.
Vorige maand legde OPTA, belast met de naleving van het spamverbod, een boete van maar liefst 75.000 euro op aan een individuele Nederlandse spammer. Het was de hoogste boete die ze ooit hiervoor oplegde. Sinds in mei 2004 spammen wettelijk is verboden, deelde de waakhond dertien boetes uit.
De OPTA zoekt actief naar de herkomst van spammers. De organisatie spoort consumenten en bedrijven aan om op de site spamklacht.nl ongewenst e-mailverkeer te melden. Eind 2006 waren er al meer dan twintigduizend klachten binnengekomen. Van alle tips probeert de OPTA de spammende afzender en zijn opdrachtgever te achterhalen. Ze kijken hierbij naar het gebruikte ip-adres, eventuele verwijzingen in de content en verborgen informatie in de berichtheader.
Naast de site spamklacht.nl zet OPTA ook proxybots in, computers die expres vatbaar zijn voor aanvallen van buitenaf. Nadat spammers hun slag hebben geslagen, probeert OPTA hun herkomst te traceren. Niet gemakkelijk, omdat spammers vaak ‘zombienetwerken' gebruiken die de zoektocht frustreren. Als uit de inspanningen blijkt dat de spam vanuit Nederland is verstuurd, dient OPTA een aanklacht in tegen de overtreder. Door deze aanpak is de hoeveelheid Nederlandse spam afgenomen met 85 procent.
Volgens Cynthia Heijne van OPTA doen buitenlandse instanties vaak minder aan opsporing en handhaving. "De Deense autoriteiten zijn net zo actief als wij in Nederland, maar als je naar Groot-Brittannië kijkt, zie je dat daar de Office of Fair Trading, belast met het spamverbod, nog vrijwel niets doet."
Dat is ook de Europese Commissie een doorn in het oog. Brussel is goed te spreken over de behaalde resultaten in Nederland en ziet graag dat andere landen het voorbeeld volgen.
Heijne: "De Nederlandse aanpak werkt: het is mogelijk om spam terug te dringen. Daarom geeft OPTA tegenwoordig workshops aan buitenlandse instanties, zoals openbare ministeries, commissies ter bescherming van persoonsgegevens, enzovoort. Zij moeten er voor zorgen dat prioriteit wordt gegeven aan spambestrijding."
OPTA zoekt incidenteel ook samenwerking met Nederlandse internetproviders. Zo wisselen ze verdachte of geblokkeerde ip-adressen uit. Heijne: "In verband met privacywetgeving mogen we niet meer dan het ip-adres delen." Het zijn vooral de grote isp's die vanuit de branche het voortouw nemen in de spambestrijding. Sommigen gebruiken blacklists, lijsten van ip-adressen die werden afgesloten nadat er bulkmailings op waren geconstateerd. Simon Hania, technisch directeur van XS4All, bevestigt dat deze zwarte lijsten soms worden gedeeld met andere providers en met OPTA. Van reguliere uitwisseling of overleg is echter geen sprake.
Andere providers houden de lijsten liever voor zichzelf. Laurens Lijding, directeur van IS Interned Services: "In combinatie met content filtering houdt onze blacklisting zo'n 95 procent van de ongewenste e-mail tegen. Hiermee willen wij ons onderscheiden van andere aanbieders en dat willen we zo houden. Wij delen onze gegevens dus liever niet met de rest."
Big Brother gaat ervoor zorgen dat mijn mailbox schoon blijft d.m.v. contentfilters en blacklists. Dat lijkt me een uitermate goed initatief. Spam aanpakken bij de Bron, ben ik helemaal voor!
Tegelijkertijd vraag ik mezelf af hoever deze (overheids content) controle zal gaan in de toekomst “in het licht van een mogelijk terroristische aanslag”. Zero Privacy??
Ik hoop dat daar ook openheid van zaken in wordt gegeven, anders wordt het tijd voor 1024-bits VPN gecryptografeerd email verkeer..