Bij juist gebruik kan rfid de patiëntveiligheid in ziekenhuizen verhogen, de kosten verlagen en de logistiek verbeteren.
Dat blijkt uit een onderzoek door Capgemini, Geodan, Oracle, Intel, TNO en het Amsterdams Medisch Centrum (AMC) in opdracht van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, gesubsidieerd door het Ministerie van Economische Zaken. In het onderzoek werd rfid zowel gebruikt om patiënten, wegwerpmaterialen als bloedproducten te volgen. Ook werd het gebruik van deze draadloze identificatietechniek voor het eerst in en rond de operatiekamer onderzocht.
Via rfid werd bijgehouden wanneer de patiënt van de verpleegafdeling naar de verkoeverafdeling werd gebracht om voorbereid te worden op een operatie, wanneer naar de operatiekamer en wanneer eventueel naar de intensive care. Ook bloedproducten werden gevolgd vanaf het moment van uitgifte door het transfusielab, tot aan het moment van toediening in de operatiekamer tot eventueel op de intensive care.
In de operatiekamer werd rfid gebruikt om te controleren of elke patiënt het juiste bloedproduct toegediend kreeg. Daarnaast werd via rfid de temperatuur van het bloedproduct continu in de gaten gehouden. Tot slot werden een aantal wegwerpmaterialen van een rfid-tag voorzien. Zo kon worden geanalyseerd of de logistieke stroom van goederen in het ziekenhuis kon worden verbeterd, met mogelijk kostenbesparingen tot gevolg.
Interferentieproblemen
Uit een inventarisatie door Capgemini blijkt dat wereldwijd rfid al in zo'n zeventig ziekenhuizen wordt toegepast. Daarbij gaat het in de meeste gevallen om het identificeren van patiënten aan de hand van polsbandjes en het lokaliseren van kostbare medische apparatuur. Er zijn volgens Capgemini geen gevallen bekend waarbij rfid wordt gebruikt in de operatiekamer, zoals dat wel gebeurde in de pilot in het AMC.
Ook is dit de eerste keer dat onderzoek werd gedaan naar mogelijke interferentie tussen rfid- en medische apparatuur, zo blijkt uit literatuuronderzoek door TNO. Tijdens het onderzoek ondervonden essentiële medische apparaten zoals beademingsmachines en infusiepompen storingen als gevolg van interferentie met rfid-lezers. De mate van storing verschilde, afhankelijk van de vraag of de rfid-tag passief of actief was, de gebruikte frequentie, het gebruikte zendvermogen en de afstand tussen rfid-lezer en apparaat. De ergste interferentie ontstond bij een frequentie van 868 MHz. Meer dan de helft van de in het onderzoek gebruikte medische apparaten raakte in meerdere of mindere mate van slag bij deze frequentie, tot op een afstand van zes meter, tenminste wanneer de zender op vol vermogen werd gebruikt. Wanneer deze zender op het laagste vermogen gebruikt werd, ondervond nog slechts één medisch apparaat storingsproblemen.