Een patiënt ondergaat een zware hartoperatie. Er treden complicaties op. De chirurg vraagt om een bloedtransfusie. Een verpleegkundige scant de zak met bloedproduct. Het controlesysteem genereert een geruststellend groen scherm: dit is het juiste product voor de juiste patiënt. Opeens echoot een schrille pieptoon door de operatiekamer, afkomstig van de beademingsmachine. Na twintig seconden stopt het alarm. De machine heeft zichzelf uitgeschakeld. De patiënt wordt niet meer beademd. Hij sterft. Twee weken later lekt uit dat het beademingsapparaat faalde omdat een rfid-lezer interferentie veroorzaakte.
Dit scenario is gelukkig geen werkelijkheid geworden. Dankzij grondig onderzoek door TNO in het Amsterdamse AMC, in opdracht van Capgemini. Tijdens tests, waarbij geen echte patiënten werden gebruikt maar simulatiemodellen, bleek dat rfid stoort op medische apparaten zoals infuuspompen, defibrillators en pacemakers.
De fabrikanten van pacemakers weten dat al. Zij adviseren hun cliënten om niet stil te blijven staan tussen beveiligingspoortjes. Maar ziekenhuizen lijken zich er nog onvoldoende van bewust. Wereldwijd wordt rfid namelijk al in zo’n zeventig ziekenhuizen toegepast (waaronder vier Nederlandse ziekenhuizen), zo ontdekte Capgemini. Nog niet in operatiekamers, maar meestal op verpleegkundige afdelingen, om patiënten te identificeren.
Desondanks heeft nog nooit iemand systematisch onderzocht of rfid stoort op medische apparatuur, zo concludeerde TNO. En dat is wel het geval. Storingen ontstaan vooral als het hoogste zendvermogen wordt gebruikt, de rfid-lezer dichtbij is en via de 868 MHz-frequentie wordt gecommuniceerd.
Dat betekent een aantal dingen. Ziekenhuizen moeten frequentiebeleid ontwikkelen. Fabrikanten van rfid-apparatuur die aan ziekenhuizen leveren moeten hun apparatuur aanpassen. Het maximale zendvermogen moet omlaag en de veelgebruikte 868 MHz-frequentie is taboe in de operatiekamer.
Heel vervelend, want het gaat hierbij nou net om één van die weinige ‘vrije frequenties’. Verder zit het spectrum behoorlijk dichtgespijkerd, ondanks het streven van het Agentschap Telecom naar een flexibel frequentiebeleid. Frequenties zijn geld waard. Dat weten bijvoorbeeld de umts-providers. Andere frequenties worden beschermd, om bijvoorbeeld te voorkomen dat ons astronomisch onderzoek in ruis ten onder gaat.
Toch zou onze Europese overheid een ‘ziekenhuisfrequentie’ moeten overwegen. Want communicatietechnologie kan de patiëntveiligheid wel degelijk verhogen. Als er maar gebruik wordt gemaakt van een frequentie die niet stoort.