Linux krijgt ondersteuning voor virtualisatie ingebouwd op het niveau van de kernel. De proefversie voor de volgende kernelversie 2.6.20 heeft virtualisatie ingebouwd voor computers met x86-processoren. Deze Kernel-based Virtual Machine-technologie (KVM) is ontwikkeld voor volledige virtualisatie.
Dit is compleet anders dan zogeheten paravirtualisatie, waarbij de te draaien besturingssystemen op de virtuele machines aangepast moeten worden voor deze vorm van virtualisatie. Xen is een technologie die deze aanpak benut. KVM biedt dus de mogelijkheid ongewijzigde x86-besturingssystemen te draaien, zoals standaard Linux en Windows. Qua hardware is wel een Intel- of AMD-processor met ingebouwde virtualisatie-ondersteuning nodig (respectievelijk VT en SVM).
De open source software voor KVM is grotendeels ontwikkeld door het startersbedrijf Quamranet. De software is nu stabiel, maar voor serieus servergebruik wordt nog gewerkt aan optimalisatie van het geheugenbeheer (MMU, Memory Management Unit) voor de virtueel draaiende besturingssystemen.
Lijkt me interessant, want in dit geval is het de kernel die rechtstreeks virtualisatie doet. Dit zou een enorme performancewinst betekenen. Het beste is dan om de computer helemaal als Linux-PC in te delen en het te testen besturingssysteem als toepassing te gebruiken. Dit is vl beter dan dual of triple booting waarmee GRUB zo nu en dan in de problem kan raken als tijdens het partitioneren een (denk)fout wordt gemaakt.
het artikel is niet geheel correct, Xen kan dit namelijk al op Intel-VT en AMD-V systemen.