In zijn column in de uitgave Computable Overheid 4 grijpt Robert van Vliet terug naar zijn arbeidsverleden.
Ongemerkt heb ik recent een mijlpaal bereikt. Per 1 oktober 2006 ben ik al 25 jaar werkzaam. Weliswaar niet altijd bij dezelfde werkgever, maar toch.
Als jochie van 17 jaar begon ik op 1 oktober 1981 op de postkamer van Centraal betaalkantoor rijksbelastingen. Vervolgens heb ik zo’n beetje alle belastingkantoren gezien in Apeldoorn, waar de leverancier van de blauwe enveloppen de grootste werkgever is. Na 16 jaar stapte ik over naar de gemeente Apeldoorn, waar ik het bijna drie jaar volhield. In het millenniumjaar begon mijn carrière als ondernemer.
Ik dacht hieraan terug toen ik afgelopen week mijn postbak opborg in de kantoorkluis en uit het raam keek van een totaal gerenoveerd kantoorgebouw waar recentelijk een nieuw kantoorconcept was geïntroduceerd.
Ook al is roken de laatste jaren al niet meer done in de meeste kantoren, hier speelt al gelijk mijn onderbuikgevoel op wanneer ik buiten bij de achteringang van dit gebouw een groepje mensen (’n beetje zielig) buiten zie staan bij de achteruitgang. Waar is toch die tijd gebleven dat collega Flip Bolhoeve de hele dag met zijn sigaar in zijn hoofd op de afdeling rondliep, aan het eind van de dag een blauwe zweem van rook hing op de werkplek en je dit nog gezellig vond ook. En dan kennen we ook nog allemaal het tafereel dat afdelingschef Gerrit Oosterhuis in de hoek van de zaal zat, zijn bureau een beetje scheefgezet zodat hij alle medewerkers in het oog had. Toentertijd ervoer ik het als controle, wellicht was het betrokkenheid. Tegenwoordig gaat het er namelijk heel anders aan toe. Neem de afdelingsmanager in het nieuwe kantoorconcept. Die loopt de hele dag het meerdere verdiepingen tellende pand af om z’n medewerkers te zoeken. Je kunt namelijk overal inloggen en je mag ook op iedere werkplek in het gebouw plaatsnemen. Als je ’s ochtend het kantoor binnenkomt loop je eerst een tijd door het gebouw te zwerven voor je een werkplek hebt. De meest gestelde vraag aan de telefoon is: “Waar zit je?” Een andere dagtaak is om je iedere dag opnieuw voor te stellen aan je collega’s.
Als je hier rondloopt verlang ik ter plekke terug naar Debiteuren-Crediteuren. Sociale structuren zijn volledig verdwenen in het nieuwe kantoorconcept. Zag je vroeger al snel aan je collega als ie weer eens een avond had doorgehaald, of een persoonlijk probleem had. Dat heb je nu niet meer in de gaten. Dit geldt ook voor inwerken. Vroeger had je bij je nieuwe collega op de kamer, door de gesprekken, snel je werk onder de knie. Tegenwoordig moet je met iedereen apart een afspraak maken. Je spullen moet je opbergen in een kluis en eens lekker een paar flip-overvellen ophangen voor het overzicht is al helemaal verboden. Voordeel is dat je veel nieuwe mensen leert kennen, maar of dat te allen tijde zinvol is….
In het nieuwe kantoorconcept heeft ook iedereen een draagbare telefoon. Er wordt niet meer doorgeschakeld naar het secretariaat. Er zit immers voicemail op de telefoon. De organisatie is nog nooit zo slecht bereikbaar geweest.
Het enige waar ik enthousiast over ben is het bedrijfsrestaurant. Gesitueerd op de begane grond, een perfecte plek, want de meeste kantoorgebouwen hebben hun kantine op de bovenste etage gevestigd. Samen eten blijkt voor de meeste mensen in dit (sociaal arme) kantoorconcept steeds belangrijker te worden. Je ziet elkaar namelijk steeds minder. Daar tegenover staat dat het interieur er picobello uitziet. Werkplekken worden zelfs coupés genoemd, wellicht om het doorwerken voor de per trein reizende forens te stimuleren.
Heb wel ff getwijfeld of het nu aan mij ligt dat ik ’n beetje dwars reageer op dit kantoorconcept. Word ik dan toch zelf ook een dagje ouder? De vergelijking met je oudere collega’s die in de jaren 80 geïrriteerd reageerden op de eerste pc’s lijkt op het eerste gezicht voor de hand te liggen. Toch werd in die tijd juist om meer pc’s gevraagd in plaats dat medewerkers er zich tegen verzetten.
Ik verwacht dat een groot deel van het kantoorconcept aangepast zal worden. De modernisering is hier zo doorgeslagen dat het personeel zich niet meer met de organisatie en elkaar verbonden voelt. Gelukkig kan ik in ons compacte bedrijf de betrokkenheid bij mij mensen op kantoor nog stimuleren. Regelmatig vinden daar nog Debiteuren-crediteuren-scènes plaats. En wat betreft die clean desk policy… voor sommige van mijn medewerkers zou het nieuwe concept een uitkomst zijn.
Robert van Vliet