Het innovatieplatform bestaat niet meer. Veel adviezen zijn door de regering over genomen. Heeft het zin gehad of kunnen we met een nieuwe regering zonder?
"Het Innovatieplatform heeft goed werk verricht", is een veelgehoorde reactie op de vraag of het zin heeft om deze club opnieuw aan het werk te zetten met de installatie van een nieuwe regering. Innovatie staat op de kaart, sleutelgebieden zijn aangewezen en draagvlak voor Nederland kennisland is gecreëerd. Woordvoerder Len Middelbeek is trots op de bereikte resultaten. "Met sleutelfiguren uit de Nederlandse politiek, bedrijfsleven en onderwijsinstellingen hebben we adviezen uitgebracht die innovatie bevorderen. Vele daarvan zijn in korte periode ten uitvoer gebracht zoals de innovatievouchers, de versnelde asielprocedure voor kenniswerkers en het Centrum voor Sociale Innovatie. Een ander speerpunt is het toegankelijk maken van wetenschappelijke kennis voor het bedrijfsleven."
In de tijd dat het Innovatieplatform actief was, is Nederland sterk gestegen naar een 9e plaats op de lijst van het World Economic Forum. Volgens woordvoerder Len Middelbeek is dat niet alleen de verdienste van het Innovatieplatform maar heeft de organisatie er wel toe bijgedragen. "Er is meer bewustwording dat Nederland de concurrentie op prijs niet aan kan, maar wel op technologie." In welke vorm een vervolg moet worden gegeven aan het werk van het Innovatieplatform is niet duidelijk, maar men is het erover eens dat de nieuwe regering innovatie even hoog op de agenda moet plaatsen als de huidige.
Overheid als katalysator
Michiel van Schie, woordvoerder van ICT~Office. "70 procent van alle innovaties zijn ict-gerelateerd. Als Nederland een concurrerende positie wil blijven houden in de Europese economie dan zijn ict- investeringen onontbeerlijk. Er is nog veel te doen op het gebied van onderwijs, gezondheidszorg en dienstverlening. Deze innovaties zullen er hoe dan ook wel komen, maar het gaat er om wanneer. Hobbelen we straks achter de feiten aan? Of zetten we Nederland op de kaart? Uiteraard pleiten wij voor het laatste en dan speelt de overheid een belangrijke rol als initiator en katalysator." Ook Jan Piet Barthel, hoofd bureau van Ict-Regie, pleit voor een grote betrokkenheid van de overheid. "Het Innovatieplatform heeft een belangrijke erfenis achtergelaten in de vorm van de kennisinvesteringsagenda." Hierin staat dat de komende tien jaar de overheidsinvesteringen in kennis en innovatie moeten toegroeien naar ruim zeven miljard op jaarbasis. Dat is zes miljard euro hoger dan nu. Van het bedrijfsleven wordt een soortgelijke inspanning verwacht. Barthel. "Wij hopen dat de nieuwe regering de conclusies van deze agenda serieus neemt en alle partijen die een handtekening hebben gezet, houdt aan de afspraken."
Bij de basis beginnen
Ook Walter Dresscher van de Algemene Onderwijsbond zette een handtekening onder dit plan, hoewel hij aanvankelijk de werkzaamheden van het platform met argusogen volgde. "In eerste instantie vond ik de plannen van het Innovatieplatform nogal elitair, maar sinds ze onderkennen dat we bij de basis moeten beginnen om van Nederland een kenniseconomie te maken, kan ik me scharen achter de doelstellingen. Het is van belang dat het onderwijsniveau omhoog gaat en daarvoor is een flinke financiële injectie nodig. Vaak wordt vergeten dat onderwijs een ontzettend lange omlooptijd heeft. Als we nu een kapitale fout maken, heeft dat pas over tientallen jaren consequenties."