FHI, de federatie van technologiebranches, luidt de noodklok. Het gebrek aan in- en uitstroom van het technologie-onderwijs is zo groot geworden dat de FHI actie gaat ondernemen.
"Het gaat niet persé om meer geld voor onderwijs, maar vooral om meer passie van alle betrokkenen", zegt FHI-voorzitter Marcel van den Broek. "Onze netwerken staan open en de motivatie om kennis in te brengen en sturing te geven is groot. Nu moet het onderwijsveld en de overheid daarachter die motivatie gaan verzilveren."
De federatie heeft vier thema's gedefinieerd die de komende tijd priorieit krijgen binnen het beleid: onderwijs en arbeidsmarkt, innovatie in wetenschap en bedrijfsleven, rationalisering van openbaar aanbesteden en inperking van inkoopmacht, industriebeleid en concurrentiekracht.
In het innovatietraject gaat het de federatie vooral om technologische innovatie. De samenwerking tussen de branches en het ministerie van Economische Zaken is snel groeiend en werpt vruchten af. Toch is er nog veel verbetering mogelijk in de wisselwerking tussen wetenschap en het bedrijfsleven. "Wetenschappers zijn vaak van goede wil, maar kennen en begrijpen de mechanismen niet: commercie is geen kwestie van uitbuiten, maar vooral van gunnen en respecteren. En dat bedrijven soms betere en vaak goedkopere oplossingen bieden dan universiteiten, daaraan kunnen hoogleraren en hun vakgroepen niet altijd evne makkelijk wennen", zegt FHI-directeur Kees Groeneveld.
In het kader van het nieuwe beleid maakt het FHI zich samen met andere organisaties sterk om procedures ten aanzien van de verplichtingen rond openbaar aanbesteden werkbaar te maken en te voorkomen dat de regelgeving de invoering van technologie gaat belemmeren. Daarnaast wil het FHI ongewernste marktverstoring van inkoopmonopolies gaan bestrijden.