De VEB (Vereniging van Effectenbezitters) deelt mee dat een verzoek is ingediend bij de Rechtbank te Den Haag om een voorlopig getuigenverhoor te houden inzake KPNQwest.
De indiening van het verzoek heeft plaatsgevonden door de Stichting VEB-actie KPNQwest en een individuele aandeelhouder in KPNQwest. Doel van het voorlopig getuigenverhoor is om informatie te verkrijgen over de gebeurtenissen die hebben geleid tot het faillissement van KPNQwest op 31 mei 2002. De VEB wenst in dit kader de voormalig bestuurder en commissarissen van KPNQwest te horen, alsmede functionarissen van grootaandeelhouders Qwest en KPN die betrokken waren bij KPNQwest. De VEB heeft redenen om aan te nemen dat er sprake is van onrechtmatig handelen.
Op 9 november 1999 vond de beursgang plaats van KPNQwest. De aandelen werden geplaatst tegen 20 euro per aandeel. Tweeënhalf jaar na de beursgang, op 23 mei 2002, werd surséance van betaling aangevraagd. Een week later – op 31 mei – werd KPNQwest failliet verklaard. Hiermee verdampte een beurswaarde van ruim 3 miljard euro. Voor de financiële markt kwam de ondergang van KPNQwest volslagen onverwacht. Op 12 februari 2002 bracht de onderneming namelijk nog een bericht uit met daarin haar vierde kwartaal cijfers. De kaspositie van KPNQwest leek, met 310 miljoen euro in kas, ruimschoots voldoende. Eind maart 2002 berichtte de onderneming zelfs nog dat zij tot eind 2003 volledig gefinancierd was voor al haar werkkapitaalbehoeften. De geruchten dat KPNQwest plannen zou hebben voor een schuldconversie werden door een woordvoerder van KPNQwest afgedaan als pure speculatie. Nog geen twee maanden later ging de onderneming failliet.
De Stichting VEB-actie KPNQwest is van mening dat door KPNQwest, haar bestuurder, commissarissen en grootaandeelhouders ten onrechte de schijn van kredietwaardigheid is gewekt. Daarmee hebben zij onrechtmatig gehandeld tegenover de aandeelhouders. Inmiddels is er ruim vier jaar voorbij en nog steeds is er geen duidelijkheid over de oorzaken van het faillissement. Daarbij is tevens onduidelijk welke personen en instanties een rol hebben gespeeld bij het oppompen van de omzet van KPNQwest. Om meer duidelijkheid te krijgen over de rol van betrokkenen bij de gebeurtenissen die hebben geleid tot het faillissement van KPNQwest heeft de Stichting VEB-Actie KPNQwest een verzoek ingediend bij de rechtbank om de direct betrokkenen onder ede te kunnen horen. Afhankelijk van de uitkomsten van het voorlopig getuigenverhoor zal de Stichting VEB-actie KPNQwest besluiten of een schadevergoedingsactie zal worden gestart.