Middelbaar, hoger en universitair onderwijs leveren veel te weinig technische studenten af. Dit vormt een directe bedreiging voor de Nederlandse kenniseconomie.
Dat bleek uit het debat tussen vijf kandidaten voor de Tweede Kamerverkiezingen die plaatsvond tijdens Het Instrument in Utrecht. Het tekort aan hoogwaardig technisch geschool personeel kreeg tijdens het debat de meeste aandacht. De omvang van het probleem is zodanig dat het de internationale concurrentiepositie van het Nederlandse technologische bedrijfsleven serieus bedreigt.
Daarnaast kent de aansluiting tussen opleidingsinsituten en het technische bedrijfsleven problemen. De organisator van het debad, de federatie van technologiebranches FHI, confronteerde de politici ook met de scheefgroei in de relatie tussen onderwijs- en onderzoeksinstellingen aan de ene kant en, vooral de kleinere, technologische bedrijven aan de andere kant. Veel goedbedoelde politieke initiatieven om die relatie te verbeteren blijken volgens de bedrijven en hun organisatie te ontaarden in ordinaire pogingen van onderwijs- en onderzoeksinstituten om extra geld binnen te halen, zonder echte belangstelling voor de belangen van de bedrijven.
De deelnemers aan het debat waren Loek Hermans (voorzitter MKB-Nederland), Karien van Gennip (CDA – staatssecretaris van Economische Zaken) en de technologiewoordvoerders Martijn van Dam (PvdA), Charlie Aptroot (VVD), Ewout Irrgang (SP) en Arie Slob (ChristenUnie).