De entertainmentbelofte voor het komende decennium is interactieve tv. Het gaat een flinke stap verder dan triple play en biedt talloze mogelijkheden. Techniek kan een bottleneck zijn: alle bouwstenen zijn er, maar hoe zorgen we dat het gaat werken?
Daarvoor kan het wel eens nodig zijn dat serviceproviders hun diensten verder leveren dan de voordeur, aldus Harold Balemans van Lucent. Hij is een van de deelnemers in het B@home-project (waarbij de B staat voor Breedband), waarin wordt onderzocht hoe de Nederlandse bandbreedterijkdom voor nieuwe toepassingen kan worden ingezet. Tijdens een seminar bij TNO Informatie en Communicatie presenteerde een aantal onderzoekers hun bevindingen over nieuwe applicaties, zoals interactieve tv. Qua bandbreedte heel goed mogelijk, qua techniek ook. De kneep zit hem in het aan elkaar knopen van diensten, netwerken, systemen, en technologie. “Aanbieders van diensten zijn gewend hun service te garanderen tot aan de spreekwoordelijke voordeur, waarmee we dan in feite de ‘residential gateway’ bedoelen, het kabel- of adsl-modem”, legt Balemans uit. “Tot aan die voordeur hebben ze te maken met het publieke netwerk, een betrouwbaar, door professionals beheerd en onderhouden netwerk dat bovendien altijd aan is.” Achter die voordeur is dat niet het geval: wlan, ethernet, bluetooth: het kan een warboel zijn van al dan niet met elkaar verbonden apparaten en netwerken, en het beheer ervan is op zijn zachtst gezegd niet vaak in professionele handen. “Om betrouwbare end-to-end diensten te leveren, moet het management zich uitstrekken tot in het huis: installatie, configuratie en beheer moet de gebruikers uit handen worden genomen.”
Remote service management
De onderzoekers van B@home zijn ervan overtuigd dat succesvolle toepassing van interactieve tv alleen mogelijk is door remote service management, waarbij de dienstenleverancier het thuisnet kan zien en beheren. Service management is dan ook een belangrijk aandachtspunt in B@home. Hoe kan de dienstenleverancier bijvoorbeeld ontdekken welke apparaten zich in het thuisnetwerk bevinden, en hoe krijgt hij daar toegang toe? Hoe wijs je functies toe aan apparaten? Een telefoon kun je beschouwen als geluidsapparatuur, maar voor het afspelen van het geluid van een Video-on-Demand kan het systeem beter de Dolby-surroundset kiezen.
Apparaten kunnen worden ontrafeld in basale mogelijkheden. Als de televisie gebruikt wordt door gezinslid 1, moet dat geregistreerd worden, zodat een dienst van gezinslid 2 daar niet overheengaat. Bepaalde diensten kunnen juist wél gecombineerd worden: je kunt bijvoorbeeld een telefoontje aannemen via de tv. Cruciaal in dit proces is de RGW (residential gateway), als schakel tussen het thuisnetwerk en het publieke netwerk. ‘Advertisement’ noemt Balemans het proces waarbij een apparaat zich via de RGW aan een provider bekendmaakt: ik ben hier in huis, je kunt je dienst aanbieden. “Op die manier krijgt de consument automatisch de optimale diensten aangeboden, en heeft de service provider een perfect beeld van de doelgroep”. Dat vraagt tegelijkertijd een ‘beveiliging tot in de haarvaten van je huishouden’, zoals iemand in de zaal opmerkt.
Wie krijgt de controle?
Een andere kwestie is de ‘controle’ over de RGW. Wie krijgt die in handen? Kan het zo zijn (zoals met het telefonienetwerk) dat een partij daar de macht over krijgt en vervolgens andere partijen verhindert hun diensten over dat netwerk aan te bieden? Het zijn zaken die binnen B@home gesignaleerd zijn, maar waar nog geen pasklaar antwoord voor is. “Eerst moeten we zorgen dat de technologie klaar is en dan moeten we de vraag beantwoorden hoe we die zo goed mogelijk gebruiken”.
Om de mogelijkheden concreet in beeld te brengen tonen de B@home-onderzoekers twee demo’s: iTV, interactieve tv, waarin de kijker thuis meedoet aan een spelshow en ConnecTV, tv kijken met een community-component. Het zijn geen kant-en-klare diensten, maar het zijn wel voorbeelden van de mogelijkheden. Interactieve tv is er al lang in elementaire vorm: via de ouderwetse briefkaart vroeger tot sms en e-mail nu worden kijkers uitgenodigd te reageren of deel te nemen. Met iTV kan de kijker thuis echter live-deelnemer worden aan een tv-quiz. Met een webcam kan de winnaar in zijn of haar huiskamer in beeld worden gebracht. Een rfid-lezer aan een set-topbox zorgt voor extra mogelijkheden: bedrijven kunnen een rfid-tag als reclame-item toevoegen aan hun producten. Zo’n tag geeft dan bijvoorbeeld de mogelijkheid aan een spel deel te nemen. Vervolgens kan de deelnemer in de winkel zijn prijs ophalen: echt een klantenbindertje dus.
ConnecTV sluit prachtig aan bij de gezelligheid die ‘vroeger’ aan de tv kleefde: toen tv’s nog zeldzaam waren, keek men samen naar belangwekkende uitzendingen; wat later keek men in ieder geval nog meestal naar dezelfde programma’s (er waren maar twee netten) en was dat het gesprek van de volgende dag. ConnecTV biedt de mogelijkheid een buddy-list te maken. Je tv signaleert dan waar je vriend, zus en buurman naar kijken. Je kunt over en weer programma’s aanbevelen, ook als je ‘buddy’ de tv niet ingeschakeld heeft: het programma wordt dan meteen bewaard. Zet de vriend zijn tv aan dan krijgt hij daar een melding van. Zo kun je ook eigen content delen: nodig Piet of Annie uit om samen de film die je maakte van je skivakantie te bekijken.
Businessmodellen
Irma Borst van LogicaCMG: “De industrie verandert en strategische innovatie is net zo noodzakelijk als technologische innovatie. Kijk naar start-ups als Skype die een gratis dienst leveren. Een traditioneel business model voldoet dan niet meer. Recent kwam MTV met de digitale scout. Zij laten gebruikers nieuwe diensten verzinnen: user generated content. Een ander nieuw model is personalisatie van diensten. Het enorme succes van ‘uitzending gemist’ kan uitgebreid worden door bijvoorbeeld ratings of alerts. Google maakt in de samenwerking met MySpace handig gebruik van communities en virale marketing door MySpace-leden de Google-toolbar te laten overnemen.”
B@home
Het B@home-project maakt deel uit van het landelijke onderzoeksprogramma Freeband. B@home kijkt, met als uitgangspunt de unieke kabel- en breedbanddichtheid van Nederland, naar nieuwe multimedia services, zoals infotainment, educatie of toepassingen op het gebied van werk of zorg. Europa zet in op breedband als aanjager van productiviteit en verbetering van de levensstandaard. In de Breedbandnota van 2004 heeft de Nederlandse overheid nieuw beleid vastgesteld met de focus op applicaties. In Bhome werken TNO, LogicaCMG, Philips, TU/e, Erasmus Universiteit en Lucent Technologies samen.