Oracle-topman Larry Ellison is verwikkeld in een partij vrij worstelen op de markt van bedrijfsapplicaties met aartsvijand SAP. Ook duikt een schim uit het verleden op, Ingres, dat probeert te schieten onder Oracles duiven in de databankwereld.
In de jaren negentig prijkten de tronies van de ict-bovenbazen regelmatig op de omslagen van de internationale financiële tijdschriften. De ceo’s, coo’s, cio’s en cto’s van de ict verwierven in de hoogtijdagen van de internethausse een status die leek op die van de supersterren uit de sport- en filmwereld. Die tijden zijn voorbij. De voormalige helden proberen zich nu aan de luwzijde van de publiciteit bezig te houden met het bedrijven van liefdadigheid (Bill Gates), het geven van speeches (Andy Grove) of het uitleggen waarom er nog meer mensen moeten worden ontslagen (Suns Scott McNealy). Ze worden opgevolgd door mensen van wie niemand de namen kent. De enige persoonlijkheidscultus die doorgaat alsof de jaren negentig nog in volle gang zijn, is die rondom Oracles chief executive officer en grootaandeelhouder Larry Ellison.
Kleurrijk
Het is opvallend dat juist Oracle, een bedrijf met een technologie die voor de meeste mensen net zo opwindend is als voorverpakt brood, geleid wordt door de meest kleurrijke ceo in de softwaresector. Geen wonder dat Larry zich altijd heeft proberen te bewijzen in het vliegen van straaljagers, zeezeilen, het versieren van vrouwen en andere activiteiten die meer tot de verbeelding spreken dan databasetechnologie. In navolging van de ceo heeft ook Oracle zich regelmatig met dramatische initiatieven (wie herinnert zich niet video-on-demand en de network computer) proberen te manifesteren in markten die meer stof doen opwaaien dan databanken. Het succes van deze initiatieven is mager gebleven: anno 2006 komt 74 procent van de inkomsten van Oracle nog steeds uit de databasebusiness.
Bij Oracle weet men al lang dat de afhankelijkheid van de databasemarkt het bedrijf kwetsbaar maakt. Volgens cijfers van Citygroup groeit deze markt nog maar met 3 procent per jaar. Het probleem is dat alle grote bedrijven die een databank nodig hebben er al een hebben. Deze bedrijven kijken dus eerder of het goedkoper kan. Gezien de forse bedragen die Oracle berekent voor updates en ondersteuning is dat inderdaad mogelijk. De cio’s van bedrijven loeren vooral naar de open source alternatieven van bedrijven als Ingres (zie kader op pagina 21) en MySQL. Open source heeft een lage financiële drempel en volgens een onderzoek van de Independent Oracle Users Group gebruikt inmiddels 37 procent van de Oracle-sites naast Oracle ook een open source databank.
Ellison op overnamepad
Oracle heeft al sinds het midden van de jaren negentig een strategie waarbij business applications zich moeten ontwikkelen tot een belangrijke poot van het bedrijf. Oracle wil zichzelf renoveren van louter een leverancier van infrastructuurtechnologie tot een applications provider. De pogingen van Oracle om zelf in de afgelopen twaalf jaar succesvolle business applications te ontwikkelen zijn weinig succesvol gebleken. Het Amerikaanse tijdschrift Forbes omschrijft de business applications die Oracle in de markt heeft gezet als ‘gebruiksonvriendelijk’ en ‘doorzeefd met bugs’.
Toen het niet wilde vlotten met de ontwikkeling van eigen business applicaties ging Larry’s overtuiging dat overnames een verspilling van geld zijn radicaal overboord. Oracle ging op overnamepad alsof de hele softwarebusiness in de uitverkoop was. In de afgelopen drie jaar heeft Oracle bijna 20 miljard dollar uitgegeven voor de overname van 21 softwarebedrijven. De grootste hap was wel de overname van het heftig tegenspartelende PeopleSoft, dat voor 11 miljard dollar werd ingelijfd om zijn veelgebruikte human resources applicaties in handen te krijgen. De op een na grootste brok was de overname van Siebel Systems, de kwakkelende marktleider in customer relationship management (crm)-applicaties. Siebel was ooit het snelstgroeiende bedrijf in de ict, maar kwam in de problemen toen zijn klanten ontdekten dat de prijzige crm-software weinig meer ophoestte dan wat een goede verkoper al in zijn hoofd heeft zitten.
Ellison kocht PeopleSoft en Siebel met het doel de nummer twee in software applications te worden. Let wel, dat is een tijdelijk doel. ‘De op een na beste is nog steeds een verliezer’, is een mantra van Ellison. Uiteraard wil Oracle SAP verdringen als de marktleider. “SAP is een formidabel bedrijf, maar we hebben zeker de kans hen te pakken te krijgen”, zei Ellison in april 2005 in Business Week. Volgens insiders zal dit meer via het pad van de overnamen en de financiële transacties moeten gebeuren dan via de ontwikkeling van opzienbarende nieuwe producten. Het dagelijkse beheer bij Oracle is niet voor niets in handen van Safra Catz en Charles Phillips, talentvolle leiders die beide gepokt en gemazeld zijn in de wereld van Wall Streets investeringsbanken.
Ellison laat af en toe doorschemeren dat het nog niet gedaan is met zijn aankopen. Dat veroorzaakt speculaties dat bedrijven als Business Objects, Cognos, Hyperion Solutions en zelfs Salesforce.com op het verlanglijstje van Oracle staan. Het verspreiden van geruchten en onjuiste informatie hoort ook bij de fud-strategie (fear, uncertainty and deception) die Oracle eerder hanteerde om vijanden in de markt van databasetechnologie op de knieën te krijgen. De verklaring van Ellison dat Oracle overweegt een eigen Linux te ontwikkelen kan gezien worden als zo’n poging om onzekerheid te zaaien onder vijanden en vrienden.
Succesvolle integratie
Een heel legioen Ellison-haters joelde na de overnames dat Oracle zijn nieuwe klanten-tegen-wil-en-dank zou frustreren door de applicaties van PeopleSoft en Siebel onvoldoende te ondersteunen. Bovendien, zo speculeerden veel analisten, zal Oracle zich compleet verslikken in de integratie van 21 nieuwe bedrijven. Verder menen sommige analisten dat Project Fusion (Oracles gigantische onderneming om al zijn business applications met een hutspot van codes onder te brengen in één database/middelware/applicaties-platform) te ambitieus is en daarom gedoemd is te mislukken.
Tot nu toe krijgen de zwartkijkers geen gelijk. Oracle publiceerde dit jaar indrukwekkende kwartaalcijfers, waaruit op te maken valt dat de inkomsten uit applicaties met tientallen procenten zijn gestegen. Begint Oracle te knabbelen aan de dominante positie van SAP? SAP noemde de resultaten van Oracle in de applications-markt ‘onhoudbaar’ en ‘louter gebaseerd op recente overnames die bedoeld zijn om een groter martkaandeel te verwerven.’ Jesper Andersen, Oracles vice-president Applications Strategy, sprak echter van een ‘momentum shift’. Misschien zijn die 20 miljard dollar dan toch goed besteed.
Volgens marktonderzoeker AMR Research heeft Oracle uitstekend gescoord met het behouden van klanten die overkwamen van PeopleSoft en met het aantrekken van nieuwe klanten voor de pas verworven applicaties. Oracle verkocht in 2004 voor 324 miljoen en PeopleSoft voor 864 miljoen dollar aan hcm (human capital management). Volgens AMR verkocht Oracle in 2005 voor in totaal 1,4 miljard dollar aan hcm. Wie dit narekent, ziet dat de hcm-verkoop van Oracle over 2005 fors hoger ligt dan de verkoop die Oracle en PeopleSoft samen in 2004 hadden. Oracle is nu met een aandeel van 25 procent marktleider in deze snelgroeiende markt waarin het op de hielen wordt gevolgd door SAP, dat een aandeel van 23 procent heeft.
In de crm-markt, die samen met de hcm-markt 29 procent van de markt voor business applications vormt, zijn de cijfers over 2005 minder indrukwekkend, maar de overname van Siebel is in die cijfers nog niet verwerkt. Op eigen kracht steeg Oracle in 2005 van de zesde naar de derde plaats in de verkoop van crm-software. AMR Research verwacht dat Oracle over 2006, dus inclusief Siebel, de tweede plaats zal innemen in deze markt met een aandeel van 14 procent. SAP is marktleider met een aandeel van 17 procent. De oorlog tussen de beide zwaargewichten om de ict-budgets van het bedrijfsleven is in alle hevigheid losgebarsten en de eerste slag is voor Oracle.
Ingress, de bende van vijf
Een bedrijf dat probeert te schieten onder Oracles duiven in de databankmarkt is Ingres. Dit bedrijf opereert met een open source databasetechnologie die ontwikkeld is aan Berkeley, University of California in een tijd (het begin van de jaren zeventig) waarin de laatste hippie daar nog experimenteerde met vrije liefde en LSD. Het project Ingres (van: INteractive Graphics REtrieval System) heeft onder andere de basis gelegd voor Sybase, Microsoft SQL Server en NonStop SQL. Het bedrijf Ingres werd in 1994 opgekocht door slokop Computer Associates die de technologie onder namen als OpenIngres, Ingres II en Advantage Ingres aanbood.
Terence Garnett, nog zo’n Oracle-veteraan die na een conflict met Ellison zijn biezen kon pakken, kocht in november 2005 samen met David Helfrich voor 35 miljoen dollar een aandeel van 80 procent in Ingres van Computer Associates. Ingres heeft een jaaromzet van ongeveer 50 miljoen dollar. Voor Oracle is dat natuurlijk peanuts, maar ceo Garnett heeft inmiddels een kwartet oudgedienden van Oracle in dienst genomen. Deze bende van vijf moet Ingres nu nieuw leven inblazen door onder de prijzen van Oracle te duiken en iedereen weet dat daar ruimte ligt. Er zijn wereldwijd zo’n tienduizend bedrijven die de (open source) database van Ingres gebruiken. Garnett zal heel wat bedrijven moeten overtuigen om Oracle te dumpen in ruil voor Ingres. Het is natuurlijk de vraag of hij zal slagen waar Computer Associates weinig succes had.
Garnett is realist genoeg om te begrijpen dat zijn bedrijf Oracle nog niet eens aan het niezen kan krijgen waar het om omzet gaat. Hij ziet echter ruime mogelijkheden om onder de winstmarges van Oracle te bewegen en toch zeer lucratief te opereren. Oracles grootste bron van winst zijn de ‘fees’ die het zijn klanten berekent voor updates en ondersteuning. Deze vormen samen 59 procent van de 8,7 miljard dollar die Oracle jaarlijks heeft in database sales. Garnett beweert dat Ingres net zo’n goed product kan leveren voor een veel lagere prijs. Ingres zou onder andere mikken op klanten die nu nog Oracle gebruiken als back-end voor de enterprise resource planning (erp)-software van SAP.
Larry Ellison zegt in Forbes: “Ingres heeft in de afgelopen tien jaar geen noemenswaardige investeringen gedaan in nieuwe ontwikkeling. Het is voor hen onmogelijk om ons in te halen.” Inhalen? Dave Dargo, de cto van Ingres, zegt dat Oracle en Ingres niet in dezelfde race lopen. “Wij zijn bij Ingres gericht op het ontwikkelen van software die betaalbaar, betrouwbaar en open is”, zo schrijft Dargo op zijn blog. Oracle heeft volgens Dargo een ondernemingsmodel dat gebaseerd is op de bereidheid van klanten om eindeloos license fees te betalen voor software met veel toeters en bellen die de meeste gebruikers niet nodig hebben. Het verkooppraatje van Ingres: waarom zou je in een dure Cadillac rijden wanneer een goedkope Honda Civic aan al je eisen voldoet?
Ellison of Kim Jong Il?
Omdat Larry Ellison op 17 augustus jl. 62 jaar oud werd, wijdde het blad Forbes een omslagverhaal aan zijn opvolging. In de afgelopen jaren zijn verschillende talentvolle opvolgers omhooggeperst naar de topregionen van Oracle. Mensen als Ray Laine, Gary Bloom en Marc Benioff werden afgeschilderd als gedoodverfde opvolgers van Ellison. Alle troonpretendenten werden vroeger of later (meestal door Ellison zelf) de deur uitgewerkt omdat er naast Ellison onvoldoende ruimte was voor andere ego’s. Marc Benioff is nu de drijvende kracht achter Salesforce.com, een bedrijf dat business applicaties via internet, ook wel crm-on-demand, aanbiedt als diensten. Volgens Forbes zijn Safra Catz en Charles Phillips, na Larry de machtigste personen binnen Oracle, om verschillende redenen ‘ongeschikt’ voor de toppositie bij Oracle. Gaat Larry ooit weg? Scott McNealy gaf ooit een rake karakterisering van Ellison: “Larry is in wezen een onzeker mens en hij moet zichzelf dan ook keer op keer opnieuw bewijzen dat hij succesvol kan zijn.” Als dat waar is, dan zal Kim Jong Il eerder aftreden als de ‘supreme leader’ van Noord Korea dan dat Larry Ellison het roer bij Oracle uit handen geeft.