Het beheer en de ontsluiting van webcontent is als specialisme volop in beweging. In het Java-domein duiken de eerste standaarden op om content management systemen op een eenvormige manier te ontsluiten. Of het echt wat wordt, hangt af van de eindgebruikers.
De meeste content management systemen zijn van een eigen repository voorzien, die ieder hun eigen implementatie kennen van typische repository-functies als versiebeheer en het gebruik van metadata. De Java-standaard voor content repositories JSR-170 is een voorbeeld van een standaard die het ontsluiten en hergebruiken van repositories op een standaard manier regelt.
"Als content management applicaties zich aan deze JSR-170 standaard conformeren krijg je op den duur een scheiding van repository (infrastructuur en applicaties – lees software) die deze poel van informatie gebruiken", zegt de Deense ecm-specialist Janus Boye. Het voordeel van deze scheiding tussen infrastructuur en software is dat ict-afdelingen het beheer van zo'n repository verregaand kunnen rationaliseren, net zoals dat gebeurd is met andere ict-middelen die gemeengoed geworden zijn, zoals Java applicatieservers en besturingssystemen voor servers.
Zover is het alleen nog lang niet. Veel content management systemen ondersteunen JSR-170 nog niet. Belangrijke reden daarvoor is dat zij de standaard niet zien zitten. Volgens Otto de Graaf, director of business development bij Tridion zijn standaarden zeker handig. Toch ondersteunt Tridion JSR-170 niet. "Bedrijven hebben een grote behoefte om op een gemakkelijke manier informatie uit een repository te sluizen. Een voorbeeld daarvan is ABN Amro die bepaalde teksten hergebruikt in zijn applicatie voor elektronisch bankieren. Naast deze Java-standaard voor repositories zijn er ook mogelijkheden om deze informatie via webservices te ontsluiten. Voordeel van deze aanpak is dat ook niet Java-systemen mee te nemen zijn. Nadeel is dat iedere applicatie apart ontsloten moet worden", aldus De Graaf.
De Graaf verwacht meer van de opvolger van JSR-170, de JSR-283 die ook repositories met rijkere functionaliteit aan moeten kunnen. "Je ziet nu al dat bedrijven die zich specialiseren in webinfrastructuur zoals BEA en IBM boven op de JSR-170 zit. Voor Tridion is dit lastig, omdat belangrijke functionaliteit zoals multisite management voor het lokaliseren van informatie niet ondersteund wordt in de standaard JSR-170 repository", zegt De Graaf. Volgens hem is de acceptatie van deze standaard op dit moment nog relatief laag. De repository van de Apache JackRabbit is één van de bekendste voorbeelden.
Wellicht is er over tien jaar eenzelfde soort standaard voor repositories net zoals Odbc de lijn bepaalt in de databasewereld. Alleen gebruikers moeten deze standaarden ook daadwerkelijk invoeren, anders wordt het niks. Wie herinnert zich bijvoorbeeld de ICE-standaard van Vignette zes jaar geleden nog. Deze standaard zou het helemaal gaan maken, maar is nu met een dikke laag stof bedekt. Wat dat betreft moet je altijd goed afwegen welke standaarden je als leverancier daadwerkelijk invoert", aldus De Graaf. Tridion heeft wel JSR-168 omarmd, waardoor dezelfde portlets binnen verschillende portal-infrastructuren kunnen functioneren.
Uitstekend artikel over web content management. Een andere Nederlandse cms-leverancier uit het topsegment, GX, gaat JSR 283 wél helemaal omarmen; de cto is zelfs lid van de expert group die deze standaard verder ontwikkeld: http://www.jcp.org/en/jsr/detail?id=283.
Analisten als Gartner en Forrester zijn zeer positief over de adoptie van deze standaard.