Nederlandse bedrijven doen het onverminderd goed in de Computable 100. Toch zijn er veel zorgen over het innovatieklimaat in Nederland.Onderzoeksinstellingen en bedrijven moeten meer samenwerken en een ministerie van Innovatie zou ook helpen, zegt Martin Rem, directeur van het nationale regieorgaan voor ict-onderzoek en -innovatie (ICT-Regie).
Philips, TomTom en KPN vormen ‘s lands grootste trots op ict-gebied. Alledrie staan ze in de bovenste tien van de Computable 100. Ook uit de rest van de lijst blijkt dat bedrijven van eigen bodem het nog altijd goed doen (ruim eenderde van alle bedrijven in de lijst is Nederlands). Toch zijn er genoeg redenen tot zorg. Gaat Philips met de zoveelste reorganisatie een te kleine speler worden? Valt KPN binnenkort toch in buitenlandse handen? Worden innovatieve bedrijven als TomTom en ASML alsnog onder de voet gelopen door concurrentie uit de Verenigde Staten … Of uit China?
Uit verschillende hoeken viel het afgelopen jaar te horen dat Nederland niet innovatief genoeg is. Te weinig jongeren kiezen voor een technische opleiding en het ondernemersklimaat wordt onvoldoende gestimuleerd, waarschuwt menigeen. Daarom zijn verschillende organisaties in het leven geroepen die de Nederlandse innovatiekracht moeten vergroten. Een van die organisaties is ICT-Regie, dat tot 2010 het ict-onderzoek in Nederland moet versterken en de verbinding tussen onderzoek, onderwijs en toepassing moet verbeteren. Prof. dr. Martin Rem, directeur van ICT-Regie, is overigens niet zo negatief over de innovatiekracht van Nederlandse bedrijven, al vindt hij wel dat het nodige moet veranderen.
Vader Philips
"Als we naar grote, innovatieve Nederlandse ict-bedrijven kijken, zien we dat Philips bij een aantal als het ware als vader heeft gediend. Een van de oprichters van TomTom had al ervaring opgedaan bij Philips Car Systems. In Eindhoven waren ze vijftien jaar geleden al bezig met autonavigatiesystemen. Je had nog een kompas aan boord nodig en de gps-schotel lag op de hoedenplank en de satellieten waren niet erg nauwkeurig, maar het was pionierswerk." Er is altijd veel vrijheid geweest bij het NatLab, de researchafdeling van Philips. "Niet alleen grote namen zijn daaruit voortgekomen, maar ook kleinere bedrijven die het uitstekend doen, zoals de microscopenbouwer FEI of recentelijk iRex, dat elektronisch papier maakt." Het bekendste voorbeeld is ASML, de nummer 13 in de Computable 100. Martin Rem over dit bedrijf, dat ooit onderdeel van Philips was: "Ze maken de beste machines ter wereld. In Veldhoven wordt alles geproduceerd en ook de toeleveranciers zitten in de buurt. De ‘embedded software’ in de chipmachines is in staat heel flexibel met fouten om te gaan. Het bedrijf stelt hoge eisen aan zijn toeleveranciers, onder andere dat ze voor hooguit 50 procent voor ASML werken. De chipmarkt is grillig en de toeleveranciers mogen niet omvallen." Rem ziet vooral een toekomst voor dit soort netwerkorganisaties. Vaak zijn het erg technische bedrijven, maar dat heeft ook zijn voordelen. "Martin van den Brink is bijvoorbeeld zowel technisch directeur als hoofd marketing en strategie."
Er wordt wel eens gesproken van de tragiek van Philips: het bedrijf ontwikkelt vaak het kwalitatief beste product, maar ziet de buitenlandse concurrentie ermee vandoor gaan. Martin Rem: "Misschien gold dat voor het videosysteem in de jaren tachtig, en er zijn nog wel wat andere voorbeelden. Zo werd Philips Hearing Systems ooit overgenomen door Beltone. Zij verkochten het weer aan een Deens bedrijf, dat besloot de Nederlandse vestiging te sluiten. Als ze in Eindhoven twintig jaar geleden hadden besloten de werkzaamheden in Nederland te staken, had ik inderdaad beaamd dat er sprake was van tragiek. Er is altijd veel kritiek geweest op de afslanking, maar het bedrijf bestaat nog steeds en blijft innovatieve producten leveren. NXP (de nieuwe naam voor de chipdivisie, red.) is nummer twee in Europa. De productie vindt veelal in Azië plaats, maar de technische kennis zit nog hier. In meer dan de helft van de mobieltjes zit bijvoorbeeld een chip van NXP. Dit kan mogelijk een nieuw Nederlands succesverhaal worden."
Dienstverleners
Nederland staat bekend als dienstenland. Des te opvallender is het dat de best scorende Nederlandse bedrijven vooral scoren met hun producten. Het eerste bedrijf dat echt als pure ict-dienstverlener te boek staat, komen we pas tegen op plek 15: Ordina. Martin Rem verwacht de komende jaren veel veranderingen bij dit type organisaties. “Met ‘software as a service’ zal een heel nieuwe vorm van dienstverlening ontstaan op basis van nieuwe technieken. Verder wordt er bij dit soort bedrijven van oudsher weinig aan onderzoek gedaan. In de toekomst zullen zij samen moeten werken met kennisinstellingen, en dat past niet goed bij de traditie waarin deze bedrijven anderen niet zo graag een kijkje in hun keuken gunnen. Door meer samen te werken, zullen ze de strijd echter beter aankunnen. Een goed voorbeeld zie je bij IBM, dat met het initiatief ‘Service as a Science’ kennis en dienstverlening bij elkaar brengt.” Rem verwacht dat de fusiegolf die bij ict-dienstverleners de laatste jaren speelde nog wel even door zal zetten. “Hopelijk houdt Nederland in deze markt een aardige positie.”
Volgens Martin Rem moet Nederland ook zeker niet uit het oog verliezen dat het ook goed is in het maken van producten. “Snelle groeiers als TomTom bewijzen dat je snel de wereld kunt veroveren met ict-gerelateerde producten, maar dit bedrijf zal zijn productaanbod wel moeten verbreden om te kunnen blijven groeien, bijvoorbeeld in de wereld van ‘location based services’. Er komt concurrentie uit het buitenland en het aantal leveranciers neemt nog steeds toe.”
Finland
Niet iedereen staat erbij stil dat ict echt een aanjager voor de economie van een land kan zijn. “Kijk naar Finland, dat in alle innovatiestatistieken bovenaan staat. Dat is voor het grootste deel te danken aan Nokia, een bedrijf dat zich ooit op het malen van houtpulp en het maken van rubber richtte. De flexibiliteit om in te spelen op trends, heeft het bedrijf tot marktleider gemaakt en de Finse economie een oppepper gegeven. Twintig jaar geleden was Finland nog het lachertje van Europa.
Helaas is het streven naar innovatie iets waarover vooral wordt gepraat. En zelfs dát al nauwelijks meer. In geen enkel verkiezingsprogramma van de grote partijen wordt bijvoorbeeld over innovatie gerept. Als je ervan uitgaat dat partijen luisteren naar wat er in de samenleving speelt, kun je concluderen dat het onder de Nederlandse bevolking niet echt leeft. Veel mensen denken misschien dat we al klaar zijn: iedereen heeft toch internet en een pc kost nog maar 500 euro.”
Toch is in Nederland een groot scala aan organisaties die zich met ict-innovatie bezighouden. Rem wijst op de zogeheten ict-kaart van Nederland, die zijn werkkamer siert. Het betreft een schema met ongeveer vijftig organisaties en de dwarsverbanden daartussen. Hij noemt het zelf een warboel, waar ICT-Regie enige orde in hoopt te scheppen. “Er zijn de afgelopen jaren misschien wel erg veel pilots uitgevoerd zonder dat men zich afvroeg waar het goed voor was. Dat er zoveel organisaties zijn die zich ermee bemoeien, wil overigens wel zeggen dat we iets kunnen in Nederland. Wat ons eigen regieorgaan betreft, is het soms lastig dat het onder twee ministeries valt. Er wordt al lang gepraat over een ict-departement, ik zou al heel tevreden zijn met een ministerie voor Innovatie.”
Toekomst
Hoe denkt Martin Rem dat Nederlandse bedrijven het over vijf jaar in de Computable 100 zullen doen? “Aan de dienstverlenende kant zullen waarschijnlijk minder spelers actief zijn. Ik hoop op meer bedrijven à la TomTom en ASML.” Gelukkig zijn er voldoende initiatieven. Rem noemt als voorbeeld Ambient Systems in Enschede, dat sensornetwerken maakt. “Zo’n bedrijf kan binnen vijf jaar verdwenen zijn, maar het kan ook tot een groot succes uitgroeien, bijvoorbeeld in de markt voor domotica (elektronicatoepassingen in huis) of beveiliging.” Innovatie kan van universiteiten komen, maar ook van NatLab-achtige instellingen. Denk aan Handshake Solutions, een bedrijf dat chips ontwerpt die minder stroom gebruiken en efficiënter werken. Deze chips zijn onder andere gebruikt in de toegangskaarten voor het WK in Duitsland.
Daarnaast is het interessant om te kijken naar ondernemingen die ict niet als product of dienst leven, maar het wel inzetten. Océ zagen we twintig jaar geleden ook als fabrikant van kantoormachines, maar die staan nu wel in de lijst. Er zijn bedrijven die logistieke systemen ontwerpen, bijvoorbeeld Vanderlande in Veghel dat systemen voor bagageafhandeling maakt. Deze zouden met recht een plaats in de Computable 100 kunnen claimen, al was het maar omdat een groot deel van het personeelsbestand uit software-engineers bestaat.
We moeten wel zorgen dat we de relevante kennis in Nederland houden. Er verdwijnt veel werk naar goedkopere landen. Silicon Valley is echter bijvoorbeeld niet goedkoop, de grondprijzen zijn er niet laag en toch wil iedereen er werken. Daar zitten al decennia lang de denktanks, terwijl de productie elders plaatsvindt. Veel werk dat aan India wordt uitbesteed, is nog routinewerk, maar de wereld gaat open en Nederland moet wel mee blijven doen.”
Wat zou er aan het onderwijs moeten veranderen om Nederland innovatiever te maken? “Het is vaak ook een stukje ondernemerszin dat ontbreekt, maar ict-gerelateerde studies zouden breder moeten. Een ideale student heeft in mijn optiek bijvoorbeeld een bachelor informatica en een master in een van de toepassingen, bijvoorbeeld gezondheidszorg.” Rem is er geen voorstander van dat informatica te makkelijk of te populair wordt gemaakt. “Je moet studies ook weer niet te leuk maken.”
ICT-Regie
Het Nationale Regieorgaan voor ict-onderzoek en -innovatie, kortweg ICT-Regie, is een onafhankelijke organisatie onder politieke verantwoordelijkheid van de ministeries van Economische Zaken en Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Het regieorgaan wordt ondersteund door de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO). ICT-Regie is in oktober 2005 officieel van start gegaan en zal tot 2010 bestaan. Mede op basis van een tussentijdse evaluatie in 2007 en een eindevaluatie begin 2009 zal worden besloten of de werkzaamheden zullen worden voortgezet. ICT-Regie blijft tot die tijd onafhankelijk van de samenstelling en aandachtspunten van een volgend
kabinet bestaan.