Nieuws uit Brussel. Er zit beweging in het ideologisch zwaar beladen thema van het softwarepatent. De vraag is alleen nog welke kant op.
Op dit moment wordt software in nationale wetgeving beschermd door het auteursrecht. Een al langer geaccepteerd uitgangspunt in veel Europese landen – de huidige patentwetgeving heeft een sterk nationale organisatie – is dat software-uitvindingen die onderdeel zijn van apparaten – fotocamera’s MRI-scanners, ABS-remsystemen – dezelfde patentrechtelijke bescherming verdienen als de hardware. Maar daar begint het hellend vlak. Want functies die in elektrische circuits worden ingebakken kunnen vaak ook als software worden uitgevoerd. Dus waarom de ene uitvinding wel beschermen en de andere niet? Hoe dit uit de hand kan lopen bewijst de Amerikaanse praktijk. De rechtbanken worden daar bedolven onder een stortvloed van zaken rond betwiste softwarepatenten. Amerikaanse patentbureaus hebben dan ook krankzinnige patenten verstrekt aan zeer algemene concepten (zoals ‘het versturen van draadloze e-mail’) of bedrijfsmethoden (zoals de ‘één-klik afrekening’). Een groeiend aantal Amerikaanse critici betoogt daarom ook dat software helemaal niet gepatenteerd moet kunnen worden. Andere critici vinden dat alleen bedrijfsmethoden en vage concepten niet bij het patentbureau thuishoren.
De kern van de nu weer oprakelende Europese discussie zal het vinden van overeenstemming over de definitie van een ‘uitvinding’ zijn. Mij lijkt dat een computerprogramma als zodanig nooit gepatenteerd moet kunnen worden. Daar hebben we het auteursrecht voor. Patenten zijn voor uitvindingen: iets wezenlijks nieuws, innovatiefs en nuttigs. Dat neemt niet weg dat een uitvinding wel helemaal in software kan zijn uitgevoerd.
Deze week neemt het Europees Parlement een compromisvoorstel over het patentrecht (EPLA) aan. Daarmee wordt vastgelegd dat patentkwesties op termijn in geheel Europa eenduidig worden behandeld. Bovendien worden softwarepatenten ‘onder voorwaarden’ mogelijk. Maar over de precieze voorwaarden start opnieuw de discussie. Het is daarom nog te vroeg om te zeggen of dit voorstel goed of slecht nieuws is voor de tegenstanders van softwarepatenten. Het gaat bij deze kwestie bij uitstek om de details. De Europese parlementariërs moeten er voor zorgen dat alleen echte uitvindingen, waarvan zowel idee als uitwerking zijn gedocumenteerd, worden beschermd.