Intel gebruikte zijn ontwikkelaarscongres IDF in San Francisco vorige week om concurrent AMD één of meerdere stappen voor te blijven.
AMD nam afgelopen jaren een technologische voorsprong op Intel met een focus op efficiëntie terwijl Intel vooral hogere kloksnelheden bleef najagen. Sun won dankzij AMD's Opteron-processoren marktaandeel in servers. IBM en Dell breidden hun samenwerking met Intels rivaal uit.
Met posters op bushokjes bij het congrescentrum probeerde AMD opnieuw de aandacht op zijn koel draaiende Opterons en Athlons te vestigen. Het argument heeft veel aan kracht ingeboet sinds Intels introductie van de zuinige Woodcrest- en Core 2 Duo-processoren.
Intel benadrukte in San Francisco het succes van die introducties en zette Moore’s Law weer bovenaan de agenda. Intels eerste quadcores verschijnen volgende maand al. De Core 2 Quad processor ligt minstens een half jaar voor op AMD.
Ceo Paul Otellini besteedde een groot deel van zijn openingsspeech aan de interne ontwikkeling van processors met tachtig kernen en 1 teraflops capaciteit. De superchips moeten binnen vijf jaar op de markt komen. Met een versnelde overschakeling naar 65 en 45 nanometer neemt Intel in productiecapaciteit een comfortabele voorsprong op AMD.
AMD’s grote troef is HyperTransport, een efficiëntere verbinding vanaf de CPU dan Intels verouderde front side bus (FSB). Met het Torrenza-programma heeft AMD HyperTransport afgelopen maanden opengesteld voor coprocessors van derden.
CSI (Common System Interface) moet Intels antwoord op HyperTransport worden. Pat Gelsinger, hoofd van Intels Digital Enterprise Group, verwees naar berichten dat CSI in 2008 onderdeel van de Itanium-productlijn wordt. “We hebben niet gepraat over Xeon en andere lijnen”, zei Gelsinger. “Volgend jaar hebben we veel meer over het onderwerp te zeggen.”
In San Francisco bleef Intels antwoord op HyperTransport en Torrenza beperkt tot twee aankondigingen. Xilinx en Altera krijgen toegang tot de FSB. Beide bedrijven produceren FPGA (field-programmable gate array)-chips. Deze programmeerbare chips kunnen dienen als versnellers voor andere co-processoren.
Daarbij wil Intel de capaciteit van de bestaande PCI Express-specificatie uitbreiden. PCI Express is nu relatief traag voor bijvoorbeeld grafische co-processoren (gpu's). PCI Express 2.0 verdubbelt volgend jaar de verbindingssnelheid naar 5 Gbps. Op IDF onthulde Intel de codenaam Geneseo voor de volgende generatie van de standaard.
Groei in gaming en multimedia verklaart veel van de activiteit rond processorsockets. AMD zette vorige maand de strijd om die markt op scherp met de overname van grafische chipgigant ATI. Dadi Perlmutter, hoofd van Intels Mobility Group, geeft toe dat de overname invloed heeft op Intels strategie. “Het dwingt ons tot op zekere hoogte opnieuw te evalueren waar we nu staan”, zegt Perlmutter. “We hebben nu een cpu-concurrent met een eigen grafische capaciteit. Dat betekent dat ik daar een antwoord op moet vinden. Welke technologie ik precies zal gebruiken zal de tijd leren.”
Paul Otellini benadrukt dat Intel de grootste leverancier van grafische chips is. “Onze Gen 4 graphics engine is nu in productie en binnenkort leverbaar”, zegt Otellini. “Op korte termijn is onze strategie verdere integratie van de gpu in de cpu, waarbij we Moore’s Law volgen en meer transistors inzetten voor grafische taken."
“We hebben al langer geleden ontdekt dat we daarmee het beste het stroomverbruik over het hele platform onder controle kunnen houden. Onze concurrenten ontdekken dat nu pas. We denken daarmee een aanzienlijk voordeel te hebben waar we nu van gaan profiteren.”
Een impressie van de IDF