HP houdt bestuursvoorzitter Patricia Dunn nog aan tot januari 2007. Dan wordt de aanstichtster van het spionageschandaal opgevolgd door ceo Mark Hurd, die ook de functie van president heeft en die drie functies zal combineren. Dunn blijft nog wel aan als directeur.
In de officiële verklaring laat Dunn weten dat er inderdaad fouten zijn gemaakt in het onderzoek naar aanhoudende lekken aan de pers. Zij rechtvaardigt haar handelen met de stelling dat het onderzoek noodzakelijk was en dat de lekken niet alleen de aandelenkoers van HP konden beïnvloeden, maar ook die van andere beursgenoteerde bedrijven.
"Helaas omvatte het onderzoek, dat is uitgevoerd door externe partijen, bepaalde ongepaste technieken. Die gingen verder dan wat wij begrepen hadden en ik bied mijn excuses aan dat die technieken zijn ingezet", zegt zij over het omstreden, mogelijk illegaal, verkrijgen van gegevens onder valse voorwendselen.
Ceo Hurd verklaart dat hij nu stappen zet om te voorkomen dat dergelijke ongepaste technieken ooit nog ingezet worden. "Dit past niet binnen HP", aldus de topman. "HP houdt zich aan de hoogste standaarden voor zakelijk gedrag en wij zijn daar dus op af te rekenen." Eerder koos de ceo geen partij in een interne brief waarin hij zowel het lekken als het daarop volgende onderzoek in milde bewoordingen afkeurde.