Serverspecialist SGI, die al geruime tijd in financiële problemen verkeert, stopt de productie van zijn machines met Mips-processoren die Unix-variant Irix draaien. De Origin-servers en Fuel- en Tezro-werkstations kunnen nog tot 29 december dit jaar besteld worden. de machines worden dan maart 2007 geleverd.
Daarna stopt SGI dus met die bedrijfseigen computers, hoewel de ondersteuning nog tot 2013 loopt. Verder houdt het nog een slag om de arm met het noemen van 'speciale regelingen'. Dat slaat op speciale – en vaak geheime – klanten, zoals het Amerikaanse ministerie van Defensie en nationale onderzoekscentra die kernwapensimulaties doorrekenen. Dergelijke SGI-gebruikers kunnen nog tot december 2008 terecht bij hun leverancier, maar dan waarschijnlijk wel tegen een premiumprijs.
Het bedrijf, wiens naam ooit synoniem stond voor special effects in films, voert al enige tijd servers met de 64-bit Itanium-processor van Intel en draait daarop ook het open source Linux als besturingssysteem. Daarnaast voert het nu ook machines met de semi-64-bit Xeon-processoren van diezelfde chipproducent. De SGI-eigen servers kregen in toenemende mate concurrentie van goedkopere x86-servers, met de Xeon of AMD's Opteron. SGI probeert met zijn Linux-servers een nieuwe afzetmarkt te vinden, maar is daar nog niet succesvol in gebleken. Het bedrijf heeft enkele maanden geleden uitstel van betaling aangevraagd (Chapter 11) en komt binnenkort weer uit die herstelperiode.