In Nederland zijn naar schatting al ruim 60.000 woningen aangesloten op glasvezel. Daarmee lopen we in Europa samen met Zweden voorop. Echter, we moeten uitkijken dat we geen last krijgen van de wet van de remmende voorsprong. In Amerika en Azië en sinds kort ook in een aantal Europese landen wordt namelijk al een technologie en infrastructuur gebruikt die niet alleen veel kosten besparen in aanleg en onderhoud, maar vooral ook sneller internet mogelijk maken en meer geschikt zijn voor Triple-play.
In de telecommunicatiewereld is verglazing wereldwijd een onomkeerbaar proces geworden. Waar eerst de verbindingen tussen centrales werden verglaasd, worden bedrijven en woningen nu op glas gekoppeld. Bedrijven als AT&T/SBC en Verizon investeren miljarden in het aansluiten van bestaande klanten via glasvezel. Ook Azië heeft zich volledig overgegeven aan glasvezelaansluitingen voor breedbanddiensten.
In Nederland willen we niet achterblijven. De laatste jaren is dan ook een flink aantal glasvezelprojecten gestart. In onder meer Almere, Enschede en Nuenen is een glasvezelnetwerk operationeel met Triple-play. In Amsterdam is onlangs het graafwerk gestart voor de aansluiting van 40.000 woningen. Met zo’n 60.000 operationele glasvezelaansluitingen zijn we goed op weg.
Architectuur kan worden gekozen
Fabrikanten van telecommunicatieapparatuur hebben zich internationaal verenigd in de ITU en in samenspraak met aanbieders van telecommunicatiediensten een nieuwe standaard gedefinieerd. Deze nieuwe standaard, GPON genaamd, is vastgesteld in juni 2005 en voorziet in een correcte afwikkeling van Triple-play (digitale én analoge tv, internet en spraak), over slechts één glasvezel. Deze standaard kan worden toegepast op een point to point-architectuur, maar maakt ook een efficiëntere en goedkopere point to multipoint-infrastructuur (pmtp) mogelijk en legt de basis voor Fiber to the User, glasvezel tot aan de gebruiker. De apparatuur is inmiddels beschikbaar en projecten zijn al gerealiseerd in Amerika, Azië en sinds kort ook in Europa.
Gebleken is dat de apparatuurkosten voor deze standaard per gebruiker marktconform zijn en op termijn sterk onder de prijs van actieve ethernetapparatuur zullen duiken. Dit komt door de wereldwijde acceptatie van deze technologie en de daarmee gepaard gaande volumes.
Opvallend is echter dat alle pilots in Nederland zijn gebaseerd op de zogenaamde point to point-architecturen (ptp). Bij een ptp-architectuur wordt elk huis via één of twee vezels aangesloten op een nieuwe wijkcentrale (ook wel Point of Presence-locatie of PoP-locatie genoemd). Dit komt qua architectuur overeen met de traditionele kopernetwerken van de telecomoperators. De op deze stervormige netwerken toegepaste glasvezeltechniek is afkomstig van de lokale netwerken (LAN) in de kantooromgeving, een LAN-techniek gebaseerd op ethernet. Waar in een kantoor werkplekken worden aangesloten op een centrale server, worden nu huizen als werkplekken gekoppeld aan de centrale apparatuur in een PoP-locatie. Dit systeem heeft echter beperkingen. Het aantal aan te sluiten woningen is vaak veel groter dan het aantal aan te sluiten werkplekken in een bedrijfsomgeving. Voor een stad als Amsterdam kan het aantal aansluitingen oplopen tot honderdduizenden, voor de Randstad tot zelfs een paar miljoen. Projecten met een dergelijke hoeveelheid aansluitingen vereisen een andere wijze van aansluiten en beheren. De nieuwe standaard is juist bedoeld voor miljoenen aansluitingen, opdat de schaalbaarheid een sterk voordeel biedt.
De voordelen van een ptmp-architectuur
Fiber to the User is het antwoord op de vraag vanuit consument en bedrijfsleven naar meer bandbreedte. Via een glasvezel tot aan de meterkast worden diensten met bandbreedtes tot 2,5 Gbit/s aangeboden. Daarmee wordt de weg vrij gemaakt voor nieuwe breedbanddiensten.
Hoewel een point to point-architectuur voor de (aan te leggen) ondergrondse glasvezelinfrastructuur kan worden toegepast, biedt de nieuwe oplossing tevens de mogelijkheid om een point to multipoint-architectuur toe te passen. Deze ptmp-structuur levert flink wat kostenbesparingen en voordelen op:
– Lagere investeringskosten – Besparingen van 10 tot 15% op de glasvezelinfrastructuur zijn zeer reëel. Dit wordt gerealiseerd op onder andere materiaalkosten, installatiekosten en een kleiner aantal PoP-locaties. Dit is voor de businesscase en investeerders in glasvezelprojecten een belangrijk gegeven.
– Operationele kosten – Dankzij een gereduceerd aantal PoP-locaties wordt er bespaard op huur en onderhoudskosten. Daarnaast is een aanzienlijk voordeel te behalen in de gereduceerde kosten voor energievoorzieningen.
– Grotere bedrijfszekerheid – In het geval van een kabelbreuk door graafwerkzaamheden blijken de reparatietijden voor het lassen van de glasvezels vele malen langer dan in het geval van een koperkabel. In juni 2006 hebben in Almere 30.000 woningen 13 uur zonder telefonie en internet gezeten doordat een glasvezel van 120 vezels was geraakt bij werkzaamheden. In het geval van point to point-architectuur is dit een cruciaal zwakke schakel, met alle gevolgen voor de klanttevredenheid en eventuele claims.
Een voorbeeld: het aansluiten van een wijk met 1500 woningen op een PoP-locatie zal in een point tot point-architectuur leiden tot een traject waarin 1500 vezels liggen. Als analoge televisie via glasvezel wordt aangeboden is dit aantal zelfs het dubbele!
Voor een point to multipoint-configuratie zijn dit minder dan veertig vezels (inclusief het genoemde analoge televisiesignaal). Het verschil in reparatietijd bedraagt daarmee minimaal 24 uur! Wil een glasvezelinitiatief succesvol zijn dan dient de beschikbaarheid van de dienstverlening optimaal te zijn.
Nederland mag niet achterblijven!
De verwachting is dat circa 90% van de glasvezelaansluitingen wereldwijd op een ptmp-architectuur wordt gebaseerd. In het buitenland zijn de voordelen erkend en zijn al vele Fiber to the User-projecten opgestart. In Zweden zijn de eerste projecten inmiddels gerealiseerd op ptmp, de kentering is daar al begonnen. Nederland kan niet achterblijven bij deze internationale ontwikkelingen!
Ir. H.I.P. van Soest, Alcatel