Trojka hier, Trojka daar….overal is paardenhaar. In het nummer De Dodenrit van Drs. P wordt een gezin dat met de trojka op weg is naar Omsk, achtervolgt door een roedel wolven. Om de hongerige beestjes op afstand te houden wordt af en toe een kind uit de kar geduwd, te beginnen met de kleine Pjotr.
De verzamelde software-industrie moet Microsoft vaak als zo’n hongerige wolvenbende hebben ervaren. Dat er op gezette tijden offers nodig waren, was een feit des levens. Als Gates c.s het besluit namen een bepaald programma voortaan standaard op te nemen in Windows of Office, kon het eigen product worden afgeschreven. Zo zijn tientallen softwarebedrijven aan hun einde gekomen of gedoemd tot een marginaal bestaan als niche-speler. Slechts een beperkt aantal pc-softwareondernemingen bleek in staat buiten het bereik van de kaken van de softwaregigant te blijven.
Sinds Microsoft de officiële status van monopolist aangemeten heeft gekregen, kan Microsoft de functionaliteit van Windows niet meer straffeloos uitbreiden. Dat bleek in 2005 uit de boete van de Europese Commissie en de honderden miljoenen aan schikkingen die Microsoft betaalde aan onder andere Novell, Real Networks, Sun en AOL (Netscape).
Dit betekent echter niet dat softwarebedrijven nu langer de vruchten van hun programmeerwerk kunnen plukken. Er is zelfs een nieuw type wolf – in schaapskleren – bijgekomen: de open-broncodegemeenschap. De open-sourcebeweging heeft zeker geleid tot een breder aanbod, een kwaliteitsimpuls in de softwareontwikkeling en innovatie. Maar het stelt de traditionele software-entrepeneur voor een extra opgave. De meest innovatieve softwareontwikkelaars – neem Google – verdienen hun geld momenteel niet meer met licenties. Leveranciers als RedHat, MySQL en Jboss hebben kans gezien een bedrijfsmodel van betaalde additionele diensten rond de gratis basissoftware op te bouwen, maar de lat komt wel hoger te liggen. Daar komt nog bij dat grote softwareondernemingen open source zien als dumpplaats voor producten die niet (meer) lopen. Of ze zetten gratis (en open source) software in als marketinginstrument.
Grote ondernemingen als Oracle, IBM en Sun zien zich genoodzaakt steeds meer brokken toe te werpen aan de naderende open-sourcebeweging. Basisversies worden gratis weggegeven in de hoop klanten te trekken voor betaalde geavanceerde functies of diensten rond de basissoftware. Deze ontwikkelingen zijn voor gebruikers vooral positief, maar maken het startende softwareleveranciers niet eenvoudiger een levensvatbaar bedrijf op te bouwen. Voor veel softwareondernemingen is dat pech: “Ja, Omsk is een mooie stad, maar net iets te ver weg.”