De belangrijkste verbetering van de EPC Class 1 Generation 2 radiolabels is verbreding van het radiospectrum. Hierdoor zijn labels over de hele wereld te gebruiken. Ook is de leesbaarheid van de labels sterk vooruit gegaan.
Generation 2, voluit Ultra High Frequency Air Interface Protocol, vormt de basis van de tweede generatie rfid. De vernieuwing is een initiatief van EPCGlobal, een organisatie die belast is met de wereldwijde standaardisatie van radiolabels voor consumentengoederen. Belangrijkste verbetering van de standaard is het gebruik van een breed radiospectrum van UHF 860 tot 960 Mhz. In de VS en Europa zijn verschillende frequenties toegewezen aan rfid. De nieuwe labels werken bij al deze frequenties goed. Gen 1 was gebaseerd op Amerikaanse frequentieregelgeving, waardoor de werkzaamheid van identificatiesystemen buiten de VS problematisch was.
GS1, het Nederlandse standaardisatieorgaan – het vroegere EAN – dat bij EPCGlobal aangesloten is, ziet de veranderingen aan rfid ook als een grote verbetering. Hein Gorter de Vries, directeur Strategie GS1 Nederland, verwacht dat de vernieuwing voor een versnelde invoering van radiolabels zal zorgen dit jaar. "De grootste verbetering is interoperabiliteit doordat de verschillen in spectrumgebruik tussen de VS en Europa nu overwonnen zijn. Weliswaar zijn er nog andere frequenties in gebruik in deze werelddelen, maar dat is met het afstemmen van readers te ondervangen. Het belangrijkste is dat dezelfde labels overal ter wereld te gebruiken zijn."
Beter uitlezen
Gen 2-labels zijn sneller te beschrijven (maximaal zeven labels per seconde). Daarnaast ondersteunt Gen 2 het versturen van informatie over een breed spectrumbereik, het zogenaamde ‘spread radiospectrum transmission’. Het beschikbare frequentiebereik is hierdoor beter te benutten. Daarnaast ondersteunt Gen 2 het uitlezen van honderden labels tegelijkertijd. In de VS wordt door een krachtiger zendvermogen 1500 labels per seconde ondersteund. In Europa is door strakkere frequentievoorschriften hooguit zeshonderd labels per seconde mogelijk. Deze eigenschap is belangrijk in de retailsector, omdat er veel met bulkoverslag gewerkt wordt. Ook biedt Gen 2 ‘single read’ en ‘dense read’. Met het laatste zitten labels en scanners elkaars radiocommunicatie niet langer in de weg. Dit is handig in omgevingen, waar op een klein oppervlak meer dan tien scanners gebruikt worden.
Verder zijn storingen door vochtproblemen en metaal aangepakt. De Gen 2-labels hebben ook meer gebruiksmogelijkheden en een verbeterde beveiliging. Om het ongewenst uitlezen van labels tegen te gaan kunnen ze buiten werking gesteld worden zodat de informatie niet langer toegankelijk is. De toegang tot het geheugen is op afstand te controleren. Verder is authenticatie en verificatie van informatie op labels met wachtwoorden te beveiligen. Daarnaast moeten readers met een wachtwoord over de brug komen voordat het aanvullende geheugen in een label aan te passen valt.
De componentprijzen dalen nog steeds. Een kale antenne kost momenteel 7,9 dollarcent. Dit was een jaar geleden nog 60 dollarcent en 2 jaar terug zelfs 1 dollar. Deze antenne moet samengevoegd worden met een papieren of plastic sticker en daarna getest worden. Hierdoor liggen de uiteindelijke kosten per radiolabel momenteel op 13 dollarcent.
Praktijkproeven
In Nederland zal het Nederlands-Deense bedrijf Container Centralen in het eerste kwartaal een pilot met Gen 2-installaties starten. Het gaat hierbij om rolcontainers in het traject kwekertransporteur- bloemenveiling. Over de grens is Metro Group (bekend van Makro, Media Markt) momenteel distributiecentra aan het voorbereiden op Gen 2.