Onlangs zijn de nieuwe server- en desktopversies van de uiterst populaire Ubuntu Linux-distributie uitgebracht. Leverancier Canonical richt zich hiermee specifiek op de zakelijke gebruiker. Dat is wat vroeg, omdat het nog weinig zakelijke toepassingen heeft en vaak ververst wordt.
Hoewel er meer dan 370 verschillende actieve Linux-distributies zijn, spelen op dit moment maar twee versies een echt belangrijke rol. Red Hat doet het vooral goed in de infrastructuur, het datacentrum en de Amerikaanse markt. Het van oorsprong Duitse SuSE doet het beter op de desktop en in Europa. De huidige eigenaar Novell gebruikt zijn Linux-aankopen van de afgelopen jaren echter vooral om de levensduur van zijn oude NetWare-portfolio te verlengen. Een snel rijzende ster aan het Linux-firmament is Ubuntu. In de populariteitslijst van DistroWatch staat deze distributie al meer dan een jaar op nummer één. Dat betekent niet dat hij nu overal ingezet wordt, maar wel dat hij op dit moment het meest wordt gedownload.
Gratis
Ondanks zijn enorme populariteit is Ubuntu nog een jonge distributie. Hij is ruim 1,5 jaar geleden in elkaar gezet op basis van de technisch vooruitstrevende Debian-distributie. Nadat multimiljonair Mark Shuttleworth tien miljoen dollar beschikbaar stelde voor de oprichting van de Ubuntu Foundation, ging het ineens hard. Iedereen die dat wil krijgt de cd’s gratis opgestuurd.
‘Gratis’ is een van de belangrijkste pijlers onder het succes van Ubuntu. De software wordt uitgebracht onder de gpl (general public license), en zowel de basis als de opwaarderingen zijn kosteloos beschikbaar. Canonical, het bedrijf van Shuttleworth, en zijn lokale partners verdienen hun geld alleen met ondersteuning en dienstverlening. Daarmee is Ubuntu goedkoper dan Red Hat en SuSE. Over de beschikbaarheid van veelgebruikte open source softwarestacks hoeft men zich geen zorgen te maken. Debian is de distributie met veruit de meeste ‘packages’. Voor commerciële pakketten zal dat voorlopig nog lastig blijven. Pas als Ubuntu echt doorzet zullen softwareleveranciers hun code ook voor deze nieuwkomer willen certificeren.
Canonical biedt zijn zakelijke gebruikers wel belangrijke garanties. De nieuwe serveredities zullen minstens vijf jaar lang worden ondersteund, en de desktopedities minstens drie jaar. Ubuntu benadrukt deze garanties ook nog eens in de naam: LTS (Long Term Support). De releasecyclus is echter nog niet optimaal voor zakelijke gebruikers; voor hen is elk halfjaar een nieuwe versie te veel. Toen Red Hat met een zakelijke distributie kwam, stelde het de releasecyclus vast op 1,5 jaar.
Eigen kracht
Hoewel de laatste Ubuntu-versies positief zijn ontvangen, rommelt het in de Debian-gemeenschap. De Ubuntu-distributie is weliswaar afgeleid van Debian, maar steeds minder koppelbaar. Nu deze ‘Ubuntu-fork’ zo populair wordt, is de vraag wat dat voor Debian betekent. Bovendien is Ubuntu geen lid geworden van de DCC Alliance. Deze club van Debian-distributies wil LSB-compatibiliteit (Linux Standard Base) aan zijn systemen toevoegen. Ubuntu probeert het echter liever op eigen kracht. Met een goed gevulde oorlogskas kan het zich dat ook veroorloven.