Jawel, het is zover. Apple-hardware draait Windows. En dan niet alleen via enthousiast gehack door techneuten, maar via de bèta-uitvoering van Apples dualboot-tool Boot Camp. (En ja, die software werkt nog niet perfect. De bèta blijkt echt een bèta te zijn.)
De Mac krijgt de bekende Windows Start-knop. Een paar jaar geleden zou dit nog reden zijn geweest voor ophef, maar dat valt nu mee. Windows-gebruikers kijken verlekkerd naar de mooie Mac-machines.
Sommige analisten verwachten dan ook een groei voor de Apple-verkoop. Een groter marktaandeel voor de Mac, dat nu net boven de 2 procent zit. Nee, pardon: een groter marktaandeel voor de Apple-hardware, niet het Mac OS.
Maar waarom? Een Mac uitrusten met Windows is toch een nutteloze – zij het technisch interessante – exercitie? Nou, nee. Vergeleken met níét de allergoedkoopste Dell valt de prijs van een Mac best mee. Goede hardware is niet goedkoop. Maar een Mac kopen is voor Mac OS X kiezen, wat bedrijfsmatig gezien een fundamentele keuze en dus investering is. Tot nu dan. Het kopen kan nu het uitproberen van het Mac OS zijn, met de mogelijkheid de machine gewoon te gebruiken als Windows-bak, mocht het uitproberen niet bevallen.
Dualboot is echter niet de weg voorwaarts. Linux kan al jaren netjes bestaan op dezelfde machine naast Windows, maar de gebruiker heeft geen zin de computer opnieuw te starten. Nee, de toekomst zit in virtualisatie, wat Intel en ook AMD verwerken in hun processoren. Alt-tabben tussen Mac OS X en Windows alsof het applicaties zijn, zou dat niet mooi zijn?
Toch blijft ook dan de vraag: waarom? Want beide platformen bieden de basisfuncties, zoals mail, web, tekstverwerking en spreadsheets. En het bekende Mac-fort van grafische programmatuur en dtp is niet meer wat het geweest is; ook aloud Apple-partner Adobe richt zich sterk op Windows. Dus wat is de killer-app voor het Mac OS?