De meeste Nederlandse opleiders hebben niet de papieren voor het geven van Prince 2-opleidingen. Van de 57 aanbieders in de Computable Opleidingengids zijn er slechts 18 geaccrediteerd.
De projectmanagementmethode Prince 2 is ontwikkeld door de Britse overheid en eigendom van de Office of Government Commerce. Inmiddels maken ict’ers wereldwijd – tot China aan toe – gebruik van de methode. Terwijl de leerboeken wel voor zelfstudie gebruikt mogen worden, mogen trainingsbureaus alleen cursisten opleiden voor het Prince 2-examen als ze zelf een Accredited Training Organisation (ATO) zijn, of met een ATO samenwerken en zo zijn aangemeld.
Marion van der Deijl, manager Prince Benelux van de APM Group die voor de Britse overheid de methode uitrolt: “Iedereen kan het materiaal kopen voor zelfstudie. Maar de methodiek is juridisch beschermd en mag niet zonder toestemming worden gekopieerd.” Het verschil daartussen is het grijze gebied waarin niet-geaccrediteerde opleiders in Nederland opereren.”
De APM-manager protesteert daartegen Zij benadrukt dat het wel degelijk loont om als cursist een erkend instituut te zoeken. “Dan ben je zeker van de kwaliteit.” ATO’s worden gescreend op hun managementsysteem, materiaal en trainers en ondergaan iedere drie jaar een nieuw assessment.
Accreditatie?
Het is echter niet eenvoudig om als cursist te achterhalen of een opleider geaccrediteerd is. De IDee ICT Opleidingsgroep bijvoorbeeld meent wel een accreditatie te hebben, maar staat niet op de lijst en is dus volgens APM niet geaccrediteerd. In Nederland verzorgen de ATO’s het merendeel van de Prince 2-examenafnames. Daarnaast heeft Exin een overeenkomst met APM voor examinering. Op de site van Exin staan echter slechts twaalf van de achttien geaccrediteerde instituten. Op de online ATO-lijst staan weer niet de partijen die samenwerken met een ATO.
Om ATO te worden, betalen opleiders een initieel bedrag van ruim tienduizend euro en vooral dat lijkt veel opleiders ervan te weerhouden. Opleiders blijken allerlei creatieve manieren te hebben gevonden om onder accreditatie uit te komen.
Mark Schrijen, directeur van opleidingsbureau CCO: “We huren trainers in die de accreditatie hebben. We zijn als bureau wel ITIL-gecertificeerd, dat is een stuk goedkoper en even streng. Uiteindelijk moeten we een kosten-batenanalyse doen; dat hoge bedrag kunnen we niet doorberekenen aan onze cursisten.”
Netwerk van trainers
Ook Hans van Dam, directeur van trainingsbureau VDP, heeft commentaar op het systeem. “We moeten zo langzamerhand overal apart voor accrediteren. We zijn een klein bureau en hebben een licentieovereenkomst. De Prince 2-opleidingen laten we verzorgen door Novi Trainingen, wij zijn hun regiopartner.”
Waarop de directeur van Novi Trainingen, Mark de Visser, reageert met: “Nee, we zijn niet ATO-geaccrediteerd, maar we hebben wel een partner, 4PSO. Eigenlijk is dat een netwerk van zelfstandige trainers, en zij hebben die accreditatie wel. Zij geven perfecte Prince 2-trainingen. We hebben geen eigen trainers in huis, we werken altijd met freelancers.”
LS,
hoewel ik sommige reacties begrijp dat je niet overal voor gecertificeerd kunt zijn, zijn er toch een aantal belangrijke opmerkingen te plaatsen:
– marktvervalsing/ oneerlijke concurrentie: wij hebben als gecertificeerde opleider BEHOORLIJK wat kosten om materialen te ontwikkelen, trainers te laten certificeren, de hoge accreditatiecontributie te betalen en audits te ondergaan. Als er dan partijen zijn die de ‘mazen van de wet’ is hun marge hierdoor groter.
– kwaliteit: mensen krijgen geen gecontroleerde kwaliteit: hoewel er vast niet gecertificeerde trainers bij zitten die goed hun werk doen, zitten er ook veel partijen bij die GEEN GOEDE KWALITEIT leveren. Uiteindelijk onderscheiden de goeie opleiders en de slechte zich hier natuurlijk mee, maar dan is vaak het kwaad al geschied: cursisten hebben geen hoge pet op van een op zich goed product.
Mijn conclusie is eenvoudig: uiteraard KUN je niet voor alles gecertificeerd zijn, maar bied het dan ook gewoon niet aan! PRINCE2 is specialistische kennis en de klant moet kunnen rekenen op gecontroleerde kwaliteit.