IBM biedt met de nieuwe z9-serie mainframes meer variatie in prijs en prestaties dan ooit tevoren. Ook is de beveiliging verbeterd en is er een oplossing gevonden voor nieuwe softwareplatformen.
Na ruim drie jaar en 1,2 miljard dollar aan onderzoek en ontwikkeling is Big Blue erin geslaagd de mainframegebruikers weer een groeipad te bieden. Met de Z9-serie komen 73 modellen op de markt met in beginstel twee smaken: de business class (met een instapmodel van rond de 100.000 dollar) en de enterprise class (de grote broers, waarvan de duurste een paar miljoen dollar kost).
Helft en dubbel
Het instapmodel kost de helft van de goedkoopste uit de vorige serie mainframes, maar levert meer dan dubbele prestaties. Daarmee zet de trend voort dat deze zware machines steeds goedkoper worden en tegelijk veel beter presteren.
IBM heeft ervoor gekozen een zeer gevarieerd aanbod modellen op de markt te brengen om gebruikers de kans te geven langzaam mee te groeien. De stappen zijn (in geld en prestaties gerekend) niet meer zo groot als gebruikelijk was.
Deze aanpak past in de On-Demand-aanpak van de computerfabrikant, waarbij het mogelijk is capaciteit bij te schakelen als daaraan behoefte bestaat. De teller gaat pas lopen als die capaciteit ook werkelijk wordt aangesproken. Een dergelijke voorziening is vooral belangrijk voor bedrijven die via webapplicaties zaken doen. Dan is de werklast immers niet van tevoren te bepalen.
Aparte processoren
Wie aan internetapplicaties denkt, komt tegenwoordig niet automatisch uit op een mainframe-platform. IBM heeft het besturingssysteem (z/OS) geschikt gemaakt voor ‘internetsoftware’. Wie kiest voor Linux kan ook terecht op de z9.
Belangrijker is de System z9 Application Assist Processor (zAAP); dit is een aparte processor die bedoeld is om werklasten op basis van Java-technologie binnen het mainframe te integreren en af te handelen. Daarmee komt de Websphere (of andere Java-technologie) binnen de veilige mainframe-omgeving.
IBM heeft voor een aparte processor gekozen om het gebruik van webapplicaties prijstechnisch aantrekkelijker te maken. Bij mainframes gaat de teller lopen als de hoofdprocessoren worden aangesproken. En dat zijn geen malse prijskaartjes. Door Java-applicaties af te handelen via een aparte processor valt dit werk buiten de ‘mainframe-prijzen’.
Hetzelfde mechanisme kenmerkt System z9 Integrated Information Processor (zIIP).
Rekenwerk voor derden
Hierbij gaat het er niet om webapplicaties buiten de (dure) kern van het mainframe om af te handelen, maar om rekenwerk voor bijvoorbeeld erp- of crm-systemen op een goedkopere manier te verrichten. De database (DB2) blijft dan op het mainframe, maar aanvullend rekenwerk gebeurt via een aparte engine.
Hiermee hoopt IBM het aantrekkelijker te maken voor gebruikers om moderne platformen (web, service oriented architecture) ook via het mainframe te laten verlopen. Die kunnen dan in elk geval rekenen op de robuustheid, sterke beveiliging en snelheid van het mainframe.