Administratiekantoren staan niet echt bekend als technologisch vernieuwende dienstverleners. Misschien is de immer verschuivende financiële wetgeving daar debet aan. Als de regels van het spel zo vaak veranderen, houd je wat steviger vast aan wat hetzelfde blijft.
Maurice Tijhuis en André Kwakernaat van Twinfield hebben in ieder geval heel wat moeten praten en bewijzen voor hun product voet aan de grond kreeg in accountantsland. Want boekhouden over internet, dat kan toch niet? Dat is toch zeker niet veilig? Automatisch inlezen van bankafschriften zegt u? Tssss.
Het Twinfield-product is online accounting. Gebruikers kopen een abonnement en kunnen dan op internet inloggen voor het beheer van hun financiële administratie. Accountants en administratiekantoren kunnen zo hun klanten mee laten kijken. Dat was zeker vijf jaar geleden erg nieuw. “Denk maar eens na: in 2000 was er nog geen Google of MSN. Iets goeds en iets nieuws komt razendsnel de markt op”, aldus Kwakernaat.
Tijhuis en Kwakernaat komen uit de financiële software. Het idee voor een online accountingsysteem is geboren uit frustratie over softwareprojecten die te lang duren en consultants die te veel kosten. “Via Federal Express kon je in 2000 pakjes volgen via internet, maar software moest nog steeds verstuurd worden, waarna consultants kwamen implementeren en er nog jaren onderhoud nodig was”, zegt Kwakernaat. Hij praat het meest. Tijhuis zit er instemmend kijkend naast en vult aan waar nodig. “Boekhouden, dat konden we; uitrollen via internet, dat wilden we. We wilden iets dat accountants werk bespaarde, zonder dat it’ers nodig waren om het in de lucht te houden.”
Want hoe gaat het bij boekhoudkantoren? De klant faxt of brengt zijn financiële administratie langs, in een ouderwetse schoenendoos of in digitale vorm. Het kantoor tikt de gegevens over of importeert ze. Soms gebruiken klant en boekhouder dezelfde software, maar dan blijft de vraag of ze met dezelfde versie werken. Het invoeren van data is een belangrijke kostenpost. “Boekhouding is een traditionele markt met traditionele mensen”, verklaart Kwakernaat. “En wij boden een totaal nieuw concept.” Hoe het dan toch gelukt is? De heren kijken elkaar aan en wisselen een glimlach van verstandhouding. “Een kwestie van hard werken en volhouden”, zegt Tijhuis bescheiden.
Eettafel
In eerste instantie boden ze hun webdienst aan bij het mkb. Niet de meest innoverende groep van Nederland. “Zaten we in de huiskamer gezellig met zijn allen aan de eettafel”, vertelt Kwakernaat. “Dat was moeilijk. Dus vroegen we ons af wie voor de mkb-markt belangrijk is. Dat is de bank of de accountant. Zijn we daar naartoe gestapt. We legden uit dat ze door samen te werken via internet veel meer konden betekenen voor hun klanten. En dat in een jaar waarin internetbankieren nog nieuw was. We vertelden dat mkb’ers geen boekhouding willen doen, maar dat ze accountants willen die hen advies geven. “Ja,” zei de accountant dan, “maar als de klant mij kan volgen via internet, dan kan hij zien hoe ver ik ben.” Dan zeiden wij: “Ja, en? De klant kan de accountant controleren en de accountant kan een extra dienst leveren. Dat is toch goed?” Dat was wel even wennen voor ze, maar met zaken als Ahold en Enron staat transparantie in financiële zaken steeds hoger op de agenda.”
Inmiddels heeft Twinfield dertig man personeel en doen ze internationaal zaken. Ze verkopen hun webdienst ook onder naam van hun klant. Kwakernaat: “Dan noemen we het MediCount of BDO Online, dat vinden we prima. Wat we willen is een soort ‘Twinfield Inside’. Voor het geld maakt het niet uit, waar wij aan verdienen zijn de abonnementen.” Die kosten tussen de 3 en 75 euro per maand. Ogenschijnlijk kleine bedragen, maar met 20.000 abonnees telt dat aardig op.
XML
Klanten moeten er nog wel aan wennen dat er geen software geïnstalleerd wordt. In Groot-Brittannië en Oostenrijk voelt het voor de heren of ze weer drie jaar terug zijn in de tijd. “In Oostenrijk lieten we vorige maand zien hoe Twinfield werkt. Roept een dame heel enthousiast tegen haar baas: “Herr Dokter, mijn systeem is opeens heel snel geworden!” Of wij dat ook met zijn systeem konden doen.” “Ja hoor, dat konden wij wel.” Over de technische aspecten (datatransfer via XML en integratie met andere systemen via SOAP) reppen ze dus zo weinig mogelijk. De klant hoeft alleen te weten dat het goed beveiligde datacentrum op Schiphol-Rijk staat, dat de boel afgetimmerd is met verschillende firewalls en dat controletoegang van data uiterst strak staat afgesteld.
Inmiddels bieden ze ook een adviesdienst aan, een verkooptraining voor accounts en vanaf september 2007 een leermethode voor iedereen die start met boekhouden. “Praktijk en theorie, boek en abonnement.” Drie scholen gaan er na de zomer mee proefdraaien.