Met een extra reservering van 50 miljoen euro voor ontwikkeling van nanotechnologie geeft minister Brinckhorst 14 juni de toch al dynamische elektronicaontwikkeling in Noord-Brabant een extra drive. Op 14 juni lanceerde hij daartoe Point-One in het Eindhovense Evoluon. De ambitie van Point-One is het leiderschap van Nederland op het gebied van nanotechnologie en embedded systemen verder uit te bouwen en een plaats te geven die vergelijkbaar is met die van Silicon Valley.
Point-One is de bundeling van de bestaande krachten in de Brabantse elektronica-industrie, kennisorganisaties, universiteiten en EZ. De samenwerking met de overheid floreert er uitstekend. Ons kent ons in deze wereld, waar informeel en formeel hecht en dynamisch wordt samengewerkt. Het resultaat is een voortdurende stroom impulsen voor innovatie. Voor die ontwikkeling is door EZ al eerder ruim 600 miljoen gereserveerd. Boven op die 600 miljoen komt nu voor de komende 4 jaar nog eens 50 miljoen euro voor specifiek de ontwikkeling van nanotechnologie en embedded systemen. Nanotechnologie omvat meet- en maaktechnologie, meettechnologie tot op 1 Ängstrom (0,0000001 mm), maaktechnologie die toegroeit naar tot op 0,00002 mm nauwkeurig. Embedded systemen zijn informatiesystemen met toepassing van sensoren en besturingssystemen die doordringen tot in de wereld van dat hele kleine. Dat hele kleine, maar ook het kleine, vindt toenemend toepassing in onze gezondheidszorg, veiligheid, mobiliteit, maaktechnieken, huishoudelijke apparatuur, milieu enzovoort. Achter dit innovatie-initiatief schuilt dan ook een enorm afzetpotentieel. Point-One is de top van de piramide die de Nederlandse omzet in nano en embedded de komende jaren met 30 procent tot 26 miljard euro moet doen groeien.
Subsidieregeling
“Het innovatieprogramma mag niet alleen een coproductie van huidige bedrijven, kennisinstellingen en EZ zijn”, stelt de minister. Essentieel onderdeel van deze innovatieaanpak wordt een subsidieregeling voor met name het mkb voor nieuwe onderzoeksprojecten en haalbaarheidstudies. Aanvragen voor deze regeling kunnen in de periode van 26 juni tot en met 27 oktober ingediend worden bij SenterNovem. Voor deze regeling heeft de minister voor 2006 7 miljoen gereserveerd.
Point-One is de uitkomst van een al langer gaande ontwikkeling om meer structuur te brengen in het innovatieproces, om de doelmatigheid van dit proces drastisch te verhogen. Eerder al zijn minder sterke schakels in dit geheel opgespoord en versterkt. Dat resulteerde in 2005 onder meer in de oprichting van het Holst Center, dat nu met circa zeventig man ontwikkelingswerk verricht. Het Center moet uitgroeien en over een paar jaar ongeveer 250 medewerkers tellen. Andere belangrijke partners in het netwerk zijn Nanoned, Microned, het Embedded Systems Institute en de Europese projecten Itea/Medea.
Point-One is een ‘Pôle de Compétitivité’, een benadering waarvoor onder meer gekeken is naar de organisatie van Minalogic, het innovatielandschap rond het Franse Grenoble. De organisatie van Point-One is open. De kern omvat de regio Oost-Brabant – Leuven/Hasselt – Aken met uitlopers naar onder andere Twente. Niets staat deze interactieve en inspirerende community in de weg om samen te werken met andere innovatiecentra.
Gezamenlijke competentie
“Het belang van Point-One is dan ook meer dan een innovatiemotor voor de Nederlandse elektronica industrie”, betoogde minister Brinkhorst. Als deel van Europa dienen we ook een bijdrage te leveren aan onze gezamenlijke competentie binnen de mondiale wereld. We moeten ons positioneren in deze vibrerende wereld en onze plaats is daar waar we in excelleren. Nanotechniek en embedded systemen is dat gebied bij uitstek. Het is een jong gebied, in Oost-Brabant opgepakt en snel uitgebouwd. Zo’n innovatieproces is de droom van iedere politicus. Die droom dienen we ook op andere gebieden waar we excelleren te realiseren. De nu opgerichte Pôle de Compétitivité is een voorbeeld. Het is het resultaat van een bottom-up proces. Het ontstaan van zulke centra kan door de overheid worden aangemoedigd, maar dient vanuit private en publieke organisaties te ontstaan.
De tweede reden voor de organisatie van zo’n Pôle de Compétitivité is het samenbrengen van het juiste organisatietalent. “Mensen creëren de pôle”, stelt de minister, “en een pôle is ook een magneet die ambitieuze, veranderingsgezinde kenniswerkers en managers aantrekt. Hun doel is business.” Om dit facet te versterken trekt de minister 3 miljoen euro uit voor investering in educatie en het bevorderen van vraaggestuurde wetenschapsbeoefening. Grondslag voor deze investering is een roadmap die de benodigde kennis en behoefte op het gebied van nano-elektronica en embedded systemen inventariseert. Daarnaast worden speciale PhD, master-classes en post-doctoraal-programma’s voor internationale studenten ontwikkeld.
Het bij elkaar brengen van organisatietalent betekent ook het samenbrengen van competenties die van elkaar verschillen. Mkb-organisaties spelen in dit proces van het creëren van dit nieuwe inspirerende eco-systeem een cruciale rol. Als voorfront van de Point-ne ontwikkeling zijn honderden mkb-ondernemingen nodig voor het maken en op de markt brengen van unieke producten. Echter, het benodigde type onderneming is vaak te kleinschalig, mist financiële kracht en de visie om innovaties op een voldoende grote schaal te kunnen vercommercialiseren. Het mkb zal worden ondersteund met facility sharing. Daarnaast zullen goed presterende ondernemingen in contact gebracht worden met potentiële partners. Hiervoor is 4 miljoen euro opzijgelegd. Bovendien kunnen deze ondernemingen deelnemen aan een strategisch innovatieplatvorm.
Begeleiding mkb
Het mkb zal vanaf het begin ook begeleid worden door ondernemingen als Philips, ASML en ASMI. Van deze ondernemingen kunnen zij leren met geld om te gaan, ervaring opdoen op de wereldmarkt en toegang krijgen tot belangrijke innovatieprogramma’s. Philips en ASML hebben twee strategische R&D-platforms ontwikkeld, waarbij inmiddels TNO, het Holst Center, IMEC, drie technische universiteiten en 13 mkb-ondernemingen zijn betrokken. Dat aantal mkb-ondernemingen zal tot circa 100 moeten uitgroeien. Hiervoor is 29 miljoen euro gereserveerd. Point-One kan niet beperkt worden tot Nederland. Daarom wordt een hechte samenwerking met expertisecentra in Vlaanderen, Duitsland en Frankrijk opgebouwd en onder meer samengewerkt in EUREKA en FP7-projecten.