Ict belooft de logistieke wereld nog veel efficiëntie te brengen, onder meer middels rfid-tags. Uit de laboratoria van HP komt nu een verbeterde versie.
De Memory Spot-tags zijn echter nog lang niet in zicht als concreet commercieel product. HP heeft nog niet besloten of het de tags echt op de markt brengt. Als dat gebeurt, is dat pas over enkele jaren. De prijs wordt nu geschat op tien tot vijftig dollarcent per exemplaar.
De kritische grens voor massaal gebruik van rfid ligt volgens experts op vijf cent. Dat is volgens optimisten pas in 2008 haalbaar. De gemiddelde prijs is vorig jaar onder de vijftig cent gekomen. Voorlopig blijft rfid vanwege de kosten beperkt tot tag-per-container. De Memory Spot lijkt op het eerste gezicht hetzelfde lot beschoren.
HP werpt tegen dat zijn tags wel veel ruimte bieden. De huidige prototypes bevatten 256 kilobit tot 4 megabit aan flashgeheugen. Bovendien is dat geheugen herschrijfbaar, waardoor tags aan te vullen of opnieuw te gebruiken zijn. Dat vormt wel weer een potentieel beveiligingsprobleem: datavervalsing.
Ouder productieproces
Deze eerste exemplaren zijn nog geproduceerd via een ouder productieproces op 180 nanometer. Dat betekent een grotere omvang van de chip zelf, of een kleinere capaciteit op gelijke omvang, en hogere productiekosten doordat minder chips (per wafer) per productieronde worden gemaakt. Huidige technieken voor massaproductie zitten op 65 nanometer. De Memory Spot is één geïntegreerd geheel; geheugen, processor, zender, microbatterij en antenne zitten op één stukje sillicium.
Reguliere rfid-chips staan in schril contrast hiermee. De meeste hebben een losse antenne en een beperkte geheugencapaciteit. Reguliere tags bevatten slechts een nummer wat is opgenomen in een elders draaiende database. Daar is dan de data over het echte object, zoals de inhoud van een container, te vinden. Op basis daarvan zijn zaken als de waarde, eigenaar en bestemming vindbaar.
Meer, niet goedkoper
De meeste rfid-leveranciers mikken juist op meer, niet op goedkoper. Een praktisch voorbeeld is chips met dubbele antennes voor vliegtuigbagage om een goed signaal te hebben ongeacht de positionering van de koffers en tassen.
Intel experimenteert met tags die temperatuur- of bewegingssensoren hebben om dreigend bederf van de lading of diefstal waar te nemen en dan een waarschuwingssignaal uit te zenden. De chipproducent werkt ook aan ‘smart dust’ of ‘motes’: ultrakleine chips die via elkaar communiceren om zo een groter bereik te halen. Intel gebruikt die zelf al in zijn fabrieken om productiestorende trillingen tijdig waar te nemen.
HP’s Memory Spot biedt ook op dat punt een verbetering. De microscopische chips communiceren met een snelheid tot 10 megabit per seconde. Dat was tot enige tijd terug de snelheid van een normale Wifi-verbinding (802.11b) voor pc’s. Ondertussen werken diverse bedrijven en onderzoekers aan methodes om de tags en sensorchips energie te laten putten uit hun omgeving. Die energiewinning kan komen uit rfid-lezers, temperatuurverschillen, inductie of mensen (loopbeweging, hartslag en dergelijke).