IBM gaf gisteren in New York het ja-woord aan AMD. De twee bedrijven presenteerden vijf nieuwe Opteron-servers en kondigden een vergaande samenwerking aan. De verbintenis is een tegenslag voor Intel dat terrein probeert terug te winnen op zijn aloude rivaal.
Drie jaar geleden lanceerde IBM al zijn eerste Opteron-server, de eServer 325. Concurrenten Sun en HP hebben AMD’s processor echter veel breder ingezet en daarmee marktaandeel van IBM afgesnoept. Blijkbaar wilde IBM tot nu toe zijn relatie met Intel niet op het spel zetten. "Intel blijft een strategische partner", verzekert vice-president Jim Gargan, verantwoordelijk voor IBM’s eServer xSeries. Zoals alle aanwezige managers blijft Gargan benadrukken dat IBM naar de markt luistert en dat de markt nu eenmaal AMD wil.
IBM’s nieuwe rack- en bladeservers gebruiken de “Rev F” Opterons die AMD op 15 augustus pas officieel introduceert. Die nieuwe Opterons bieden een verbeterde ondersteuning voor virtualisatie en hebben met de geïntegreerde controller voor DDR2-chips meer bandbreedte naar het geheugen. IBM voert in de nieuwe servers AMD’s focus op prestaties-per-watt verder door met aanvullende technologieën, genaamd Cool Blue. Dat moet datacentra zuiniger en koeler laten opereren.
Algemeen directeur Marty Seyer van AMD's processordivisie stelt dat het bedrijf twee jaar geleden de focus van de industrie heeft verlegd van rauwe kloksnelheid naar efficiëntie. Intel zou dat voorbeeld hebben gevolgd met de introductie van de Woodcrest-processor. AMD bepaalt volgens Seyer nu opnieuw de agenda met een pijnloos upgrade-pad een open 64-bit architectuur onder het Torrenza-programma. De chipproducent wil daarmee derden hun applicaties rechtstreeks laten inpluggen via de HyperTransport-links op de processor.
David Turek, hoofd van IBM’s Deep Computing Systems Group, oordeelt dat Intel met Woodcrest een stap in de goede richting heeft gezet. "Maar dat het bedrijf blijft vasthouden aan de Itanium werkt averechts voor de hele industrie." Turek stelt dat alleen tweederangsbedrijven de 64-bit Itanium nog steunen. "Intel houdt zijn interfaces erg gesloten", zegt Turek. "AMD opent de architectuur en stimuleert innovatie. Bij IBM draait het allemaal om samenwerken aan innovatie. We bekijken met AMD hoe we kunnen innoveren op HyperTransport."
Heeft IBM wel geprobeerd Intel het licht te laten zien? "Geen commentaar", zegt Jim Gargan. Hij wil de Woodcrest-servers die IBM in juni op de markt heeft gebracht niet vergelijken met de Opteron-servers, omdat ze voor verschillende taken en marktsegmenten zijn ontwikkeld. De Opteron-bladeservers zijn bestemd voor wetenschappelijke en financiële applicaties die veel rekenkracht vergen. De Opteron-rackservers zijn ontworpen voor databases, Linux-clusters, video-servers en andere zware zakelijke toepassingen.
AMD’s CEO Hector Ruiz zei op de presentatie in New York dat veel bedrijven te snel van een samenwerking spreken. "Dit gaat veel dieper", aldus Ruiz. "IBM was het eerste bedrijf dat de Opteron steunde. We ontwikkelen technologie gezamenlijk en werken sinds kort ook samen aan productontwerp." AMD bouwt een nieuwe chipfabriek aan de Hudson-rivier bovenin de staat New York waar ook IBM’s hoofdkantoor, onderzoekscentrum en chipfabriek (in East Fishkill) zijn gevestigd.