Een groep van 34 Amerikaanse staten spant een rechtszaak aan tegen zeven fabrikanten van geheugenmodules wegens illegale prijsafspraken.
Infineon Technologies, Hynix Semiconductor, Micron Technology, Mosel Vitelic, Nanya Technology, Elpida Memory en NEC Electronics zijn ervan beschuldigd dat ze de prijs van geheugenmodules kunstmatig hoog hebben gehouden.
De geheugenfabrikanten kwamen tussen 1998 en 2002 regelmatig bijeen om de prijs van geheugenmodules te bespreken en te bepalen. Samsung, de grootste fabrikant van geheugenmodules in de wereld, heeft niet deelgenomen aan de illegale prijsafspraken.
De Amerikaanse procureur-generaal Bill Lockyer zegt dat "prijsafspraken het hart raken van vrije competitie en eerlijk handeldrijven, die beide de basis vormen voor het Westerse economische systeem dat de belangen van consumenten en bedrijven moet beschermen. Volgens Lockyer hebben de aangeklaagde bedrijven samengespannen om de Amerikaanse markt in dit essentiële computeronderdeel te manipuleren door de prijs kunstmatig hoog te houden. Hierdoor hebben ze individuele consumenten benadeeld, maar ook overheidsinstanties, scholen en de belastingbetaler in het algemeen.
Al eerder heeft het Amerikaanse ministerie van Justitie geheugenfabrikanten aangeklaagd. In 2002 kregen Samsung, Hynix, Infineon en Elpida een boete opgelegd van $730 miljoen wegens illegale prijsafspraken.