De Blue Gene/L-supercomputer behoudt zijn voorsprong in de Top 500 van wereldwijde supers. De IBM-machine, geïnstalleerd bij het Amerikaanse nucleaire onderzoeksinstituut Lawrence Livermore National Laboratory, bekleedt de eerste plaats.
De Blue Gene-machine is een geheel apart supercomputerontwerp van IBM met aangepaste uitvoeringen van diens PowerPC-processor. Deze super haalt nue een rekenvermogen van 280,6 Teraflops en staat daarmee al voor de vierde keer op de eerste plaats van de halfjaarlijkse ranglijst.
Nummer twee (91,290 Teraflops) is een andere Blue Gene-uitvoering, bij IBM's eigen onderzoekslab Watson Research Center. Op de derde plaats (75,760 Teraflops) staat de oudere IBM-machine ASC Purple, die geen Blue Gene is maar een topmodel in IBM's pSeries van Unix-servers met diens eigen Power-processor.
Op de vierde plaats staat een Altix-super van fabrikant SGI met 51,870 Teraflops. Deze machine met Itanium-processoren wordt gevolgd door een NovaScale-super (ook met Itanium-chips) van Bull die 42,9 Teraflops haalt.
De zeventwintigste editie van de top500-lijst is nu gepresenteerd op de International Supercomputer Conference (ISC2006) die ditmaal plaatsvindt in Dresden (Duitsland).